Peesblessures bij het paard
Veel paardeneigenaren hebben er wel eens mee te maken gehad, een peesblessure. Het komt steeds vaker voor en de genezing is vaak langdurig.
Algemene informatie.
Er zijn 4 belangrijke pezen in het onderbeen van het paard. 3 Buigpezen en een strekpees.
- Oppervlakkige buiger: Splitst zich onder de kogel en hecht zich vast aan 2 kanten van het kroonbeen.
- Diepe buiger: Loopt in 1 streng naar beneden en hecht zich aan het hoefbeen. (loopt over het straalbeen heen)
- Tussenpees: Splitst zich op de kogel (sesambeentjes) en gaat aan 2 kanten via verbindingspezen naar de strekpees.
- Strekpees: Loopt voor op het been, hecht zich aan het hoefbeen
Symptomen
Bij een peesblessure is het paard in eerste instantie kreupel, met waarschijnlijk een warm been. Ook kan er een verdikking optreden, welke in sommige gevallen niet meer zal wegtrekken. Er kan een verdikking zijn van een gedeelte van de pees, maar ook het hele been kan dik worden. In sommige gevallen is er sprake van een onduidelijke kreupelheid of stijfheid, in andere gevallen is het paard acuut kreupel zoals bij een peesklap.
Oorzaak
Veel voorkomende oorzaken zijn overbelasting, stoten (trauma), verwondingen en oude blessures die opspelen.
De meeste blessures komen voor bij de oppervlakkige buigen en de diepe buiger.
Bij een acute peesblessure, zoals een peesklap, is het paard meteen kreupel. Er kan een verdikking zichtbaar zijn op het been en in veel gevallen is het onderbeen warm. De pees kan zijn afgescheurd, verrekt of er kan zelfs een gat in de pees zitten.
Andere peesblessures zijn het gevolg van vele trauma’s. Zo’n microtrauma is niet of in zeer geringe mate zichtbaar aan de buitenkant. Het been kan warm zijn en het paard kan licht onregelmatig lopen. Soms is er niets te zien of te voelen. Als er dan gewoon wordt doorgegaan met de training wordt er littekenweefsel gevormd, dat minder elastisch is dan het gezonde peesweefsel. Hierdoor moet het gezonde weefsel grotendeels de functie van het slechte weefsel overnemen, waardoor de kans op nog een microtrauma groot is. Als dit enkele malen is gebeurd ontstaat er vaak een macrotrauma, waarna de peesblessure wordt vastgesteld omdat het paard nu duidelijke symptomen heeft. Zo’n peesblessure is het gevolg van overbelasting.
Behandeling
Er zijn 3 stadia na het ontstaan van een peesblessure:
- De ontstekingsfase van enkele dagen
- De herstelfase van enkele weken
- De afrondende fase van enkele maanden
Na een echo kan er een juiste behandeling worden voorgeschreven. Gemiddeld genomen ziet een behandeling er zo uit:
In eerste instantie wordt er rust voorgeschreven. Boxrust en in sommige gevallen wordt er zelfs gebandageerd of een gipsverband aangelegd. Daarnaast zal de dierenarts waarschijnlijk ontstekingsremmers toedienen. Ook kan de dierenarts bloedverdunners en vochtafdrijvers voorschrijven. De eventuele zwelling kan worden behandeld met coldpacks en dmv het been afspuiten met koud water enkele malen per dag.
Na de ontstekingsfase kan er weer worden begonnen met het belasten van de pees, om er zo voor te zorgen dat de elasticiteit in de pees wordt bewaard en het nieuwe weefsel zich goed rangschikt en ook zijn elastische functie ( iig voor een gedeelte) behoud. In de herstelfase wordt het paard aan de hand gestapt, begonnen met 5 minuten per keer. Er wordt 2 maal per dag gestapt. Per week wordt de tijd verlengt met 5 minuten. Na enkele weken kan het paard eventueel onder het zadel worden gestapt. Het toedienen van Glycosaminoglycanen zou een positief effect kunnen hebben op de groei van de vezels
2 of 3 Maanden na de blessure wordt er weer een echo gemaakt om te zien in hoeverre de pees is hersteld. Als de pees goed is hersteld, begint de afrondende fase, waarin de pees in model wordt gebracht. In deze fase kan worden begonnen met enkele minuten draven. Dit kan worden opgebouwd tot een training van 30-45 minuten.
In totaal zal een peesblessure ongeveer een jaar in beslag nemen totdat het paard weer geheel op het oude niveau terug is.
Een nieuwe techniek is de behandeling met stamcellen
Hierbij wordt er beenmerg uit de 4de of 5de borstwervel gehaald en de cellen worden in een kweek gezet. Na 2 tot 3 weken zijn er ongeveer 2 miljoen van deze cellen, die in de pees worden gespoten samen met paardeigen groeifactoren uit het beenmerg. Dit wordt staand uitgevoerd.
Bij een andere stamceltechniek, wordt het paard in 1 operatie behandeld. (liggend) Hierbij wordt het beenmerg uit de borstwervel gelijk in de pees gespoten. Nadeel hiervan is dat niet alleen de groeistimulerende stamcellen worden ingespoten, maar ook bloed, vetcellen en kalkdeeltjes die in het beenmerg voorkomen worden ingespoten. Hierbij moet dus ook meer vloeistof in de pees worden gespoten, wat de pees niet ten goede komt.
Bij deze technieken zijn reeds zeer goede resultaten behaald. De pees bleek beter te herstellen (dwz met beter behoud van elasticiteit en minder littekenvorming) maar het herstelde ook sneller. Bij een proef met 23 paarden met een zwaar letsel aan de oppervlakkige buiger, bleek dat 70 % na een jaar weer volledig op het oude niveau te zijn, terwijl bij de oude methode hetzelfde percentage werd gehaald na 18 maanden.
Ook heeft dr. Hans van Schie een nieuwe methode ontwikkeld van ultrasonische weefselkarakterisering, oftewel ultrasonografie, een echo. Met deze nieuwe methode kan de pees 3 dimensionaal worden bekeken. Bij de oude methodes werden er nogal eens een vals beeld gegeven, omdat de pees aan de oppervlakte was genezen, maar binnenin nog kapot was. Aangezien dit niet werd geconstateerd werd te vroeg begonnen met de training en kon de pees niet voldoende herstellen en was de kans op een volgende peesblessure groot.
Een andere revolutionaire methode bij het herstellen van een peesblessure is de Seawalker. Meer informatie hierover is te vinden in dit artikel: De Seawalker, een revolutie!
Voorzorgsmaatregelen
Om er voor te zorgen dat een paard goede pezen ontwikkeld, moet hier al vanaf de geboorte aandacht aan worden besteedt. Het is namelijk gebleken dat de pees zich in de eerste 24 maanden het meest ontwikkeld. Een veulen is dus gebaat bij zoveel mogelijk weidegang.
Als er met een paard wordt begonnen met de training, moet dit zeer geleidelijk aan gebeuren. Zo kunnen de pezen sterker worden. Let goed op je paard en probeer hem niet te overvragen. Een grote kans dat als je het wel doet, dat er een microtrauma ontstaat in een pees. Als dit vaker gebeurd kan er een peesblessure ontstaan. Doe het paard bescherming om de benen tijdens een training, of wanneer het voor het eerst de wei in gaat. Zulke momenten is het gevaar op een peesblessure het grootst.