De Exmoor-pony: kenmerken
De exmoorpony is een pittige pony afkomstig uit Engeland die erg geschikt is als kinderpony. Hieronder worden zijn raskenmerken besproken.
Herkomst
De Exmoor-pony is een van de oudste en zuiverste ponyrassen. Men heeft ontdekt dat dit dier een afstammeling is van een prehistorisch ponytype van voor de Ijstijd, waarvan botten en fossielen gevonden zijn in Alaska. Het klimaat en het overal aanwezige gevaar van de vele roofdieren zorgden ervoor dat er een taaie, wilde pony ontstond. Deze pony stak het land over waar zich nu Het Kanaal bevindt en vestigde zich in Zuid-Engeland.
Exmoor ligt vlak bij Dartmoor, in zuidwestelijk Engeland, en is net zo ruig. Al sinds de 11e eeuw is het een Royal Forest, waar door de koninklijke familie en de adel gejaagd wordt. Ooit behoorden de pony's enkel en alleen de kroon toe, maar nu zijn ze van de parkwachten, de plaatselijke boeren en andere mensen.
Exmoor-pony's hebben slecht weinig vreemd bloed in zich. Er werd aanvankelijk even met Welsh-pony's gekruist, wat in sommige gevallen bepaald niet tot een verbetering van het ras leidde. Deze effecten waren echter niet blijvend.
In de Tweede Wereldoorlog werd het aantal Exmoor-pony's gedecimeerd: veel dieren werden geslacht om als voedsel voor de soldaten te dienen, die hun kamp op Exmoor hadden opgeslagen. na de oorlog begon men de schade te herstellen. Er leven nog steeds een paar wilde kudden op Exmoor, maar de meeste pony's worden nu op boerderijen en privé-stoeterijen gefokt.
Karakter en verzorging
Exmoor-pony's zijn taai en gehard en hebben een gewillige, ijverige aard, mits ze op jonge leeftijd gevangen en zadelmak gemaakt zijn. Ze zijn erg geschikt voor kinderen omdat ze betrouwbaar en lief zijn en willen werken voor hun baasje. De Exmoor-pony wordt dan ook voornamelijk gebruikt als een rijpony voor kinderen en voor trektochten. Het zijn ideale dieren voor endurance-wedstrijden, vanwege hun grote uithoudingsvermogen.
Algemene kenmerken
Exmoor-pony's zijn stevige, gedrongen dieren. Ze hebben volle, springerige manen en staarten en hebben erg slanke, maar sterke benen. De gewrichten zijn goedgevormd. De hoeven zijn klein, gerond en zeer hard. Ze hebben korte, dikken en puntige oren en een breed voorhoofd. De ogen, ook wel 'paddenogen' genoemd, hebben vooruitstekende oogleden die de ogen beschermen tegen regen. Ze hebben meestal een lichtbruine, donkerbruine of vale kleur met een lichtere snuit en binnenkant van de benen en lichtere ringen rond de ogen. De onderkant van de buik kan ook lichter zijn. Ze hebben altijd zwarte manen, maantop en staart. Hengsten kunnen tot 1m30 groot zijn en merrie tot 1m27.