Het paard longeren
Longeren lijkt simpel op het rondjes laten lopen van een paard. Echter is longeren een prima manier om een paard te trainen. Tijdens het longeren kan er erg veel afgewisseld worden en het is een fijne manier om aan ontspanning te werken bij het paard. Het longeren is ook een handige manier van het paard trainen als u zelf het paard tijdelijk niet kunt rijden.
Redenen om te longeren
Longeren wordt door mensen vaak gezien als simpel je paard rondjes laten lopen. Toch heeft longeren echter vele redenen voor zowel mens als paard namelijk:
- gymnastiseren van het paard
- spieren van het paard opbouwen
- het paard naar de stem leren luisteren
- zorgen dat het paard getraind word zonder enige belasting van de mens
Na een blessure van het paard kan de training weer langzaam opgebouwd worden door het longeren.
De juiste houding
Bij longeren laat u het paard in cirkels lopen van ongeveer 15 diameter. Als het paard op de rechterhand loopt dan houdt u de longeerlijn in uw rechterhand. De vaste lus van de longeerlijn (het ‘handvat’) ligt over de onderste drie vingers van je hand. Dan neem je lus voor lus op over de vier vingers van de hand. De lussen worden steeds kleiner. Op deze manier kunt u hand in principe niet bezeerd worden door de longeerlijn. Zorg er wel voor dat de lussen nooit te lang zijn dat je er met je voet in kan gaan staan. Hou altijd de zweep in de andere hand en hou deze tussen je wijs- en middelvinger steunend op je elleboog. U vormt dus ten alle tijden een soort driehoek met uw paard. Het paard zit als het ware opgesloten tussen de longeerlijn en uw zweep. Sta stevig en rechtop, u blijft op één plek en stapt alleen af en toe een klein beetje om met u voeten om mee te gaan met het paard.
Lichaamstaal van de trainer
De lichaamstaal van de trainer is erg belangrijk bij het longeren. Sta stevig en laat u niet uit balans brengen. Mocht het paard u constant naar buiten trekken oefen dan eerst in een afgezet gedeelte. Kom überhaupt al zelfverzekerd en met stevige passen de bak in lopen met uw paard, uw paard zal direct doorhebben dat er gewerkt moet worden en zelf ook actiever meekomen. U gebruikt veel stemcommando's bij het longeren zorg dat als het paard langzamer moet u dat extra duidelijk maakt door u stem laag te maken, als het paard voorwaartser moet kunt u een vrolijk stemmetje opzetten. Bij stap kan het dus worden: hoooo stap en dan langzaam en laag. Bij draf kan het worden drrrrrraf nog steeds met een hoge stem. Loop in geen geval naar uw paard toe. Ook niet als hij/zij harder moet. Als het paard voorwaartser moet maar niet op uw stem reageerd kunt u de zweep achter het paard omhoog brengen.
Bevestiging materiaal
Aan het einde van de longeerlijn zit een musketonhaak deze kunt u vastmaken aan het hoofdstel. Er zijn verschillende bevestigingsmanieren en elk heeft zo zijn eigen effect. De meest gebruikte manier is dat je de longeerlijn door het binnenste bitring haalt u draait de longeerlijn er helemaal doorheen en klikt de longeerlijn vast aan de andere bitring. De draai zorgt ervoor dat de buitenste bitring niet door de mond getrokken kan worden. Als u begint met longeren is het van belang dat er vanuit ontspanning gewerkt wordt. Als het paard gespannen is kan het zijn dat het paard zijn rug wegdrukt en dus vast komt te zitten. Als u wat meer ervaring heeft met het longeren kunt u met touwtjes en hulpteugels gaan werken. U heeft hierbij een longeersingel nodig. Aan een longeersingel zitten verschillende ringen waaraan u touwtjes kunt bevestigen. U moet wel zeker weten hoe het werkt, laat u dus goed informeren en ga onder begeleiding te werk. Als u de touwtjes namelijk verkeerd vast maakt kan het averechts werken. Echter kan het longeren met hulpteugels ook veel positieve effecten hebben bij juist gebruik. De positieve effecten zoals onder andere de juiste ontspanning kan ook zichtbaar worden onder het zadel.