Beginnen met paardrijden

Gepaste kleding
Om te gaan paardrijden is het handig om daar geschikte kleding voor te hebben. Als u voor het eerst gaat rijden zou u nog in regenlaarzen en een joggingbroek kunnen, de cap kan vaak bij de desbetreffende manege geleend worden. Als het bevalt is het verstandig toch zo snel mogelijk de juiste kleding aan te schaffen, dit is voor u comfortabeler en u voelt beter wat u doet. Een basisuitrusting bestaat uit een:- veiligheidscap
- rijlaarzen of rijschoenen met chaps
- rijbroek
Basisverzorging
Vaak zijn er op maneges dagen waarop u kunt leren hoe u een paard/pony moet borstelen en opzadelen. Is dit er niet dan zal u instructeur/instructrice u waarschijnlijk daar de eerste paar keren mee op weg helpen. Voor de basisverzorging heeft u onder andere deze dingen nodig:- roskam: hiermee maakt u het vuil los
- harde borstel: hiermee borstelt u het vuil er uit
- zachte borstel: hiermee maakt u de vacht mooi glad
- manenkam: hiermee kunt u de staart en manen kammen, doe dit niet elke dag want de haren van de manen en de staart breken vrij snel en het kost een tijd om een lange haar weer zo terug te laten groeien
- hoevenkrabber: hiermee maakt u de onderkant van de hoeven schoon
Deze gebruikt ook in de volgorde van het rijtje.
Beginnen met lessen
Om te beginnen met het rijden worden er vaak door maneges privé longe lessen gegeven. Dit houdt in dat de instructeur/instructrice het paard longeert(rondjes laat gaan aan een touw) waardoor u alleen op uzelf en de beweging van het paard hoeft te letten.Bij paardrijden is het namelijk erg belangrijk dat u een goede balans heeft. Als u bijvoorbeeld constant meer druk op één kant zet met uw gewicht kan het paard vast komen te zitten in zijn spieren en aan een kant scheef gaan lopen.
Na de longelessen krijgt u eerst nog een aantal privélessen zonder de longeerlijn. U leert hierbij dus zelf het paard rond te sturen. Er word verwacht dat als u in de groeples komt u wel kunt stappen, draven en een heel klein beetje kunt galopperen. Manegepaarden zijn niet altijd erg voorwaarts en reageren meestal niet zo vlot op de druk van uw been. U kunt in overleg met de instructrice een zweep gaan gebruiken. Houdt daarbij in uw achterhoofd 1 x druk, 1 x flinke druk als het paard dan nog niet voorwaarts gaat kunt u een tik geven. Als het paard wel voorwaarts is kunt u beter voorlopig zonder zweep rijden, deze word over het algemeen voornamelijk gebruikt om aanwijzingen duidelijker te maken, het is een verlenging van uw hand.
Om het paard sneller te maken kunt u overgangen gaan rijden, dus van stap naar draf en van draf weer naar stap en af en toe stil gaan staan en weer opnieuw weg rijden. Zo zal het paard beter op moeten letten en sneller gaan reageren.