Achter de schermen bij de dierentuin
Veel mensen denken bij het woord dierentuin alleen het bezoeken en kijken naar de dieren. Echter komt er nog veel meer kijken bij het onderhouden van een dierentuin. Zo zorgt een dierentuin onder andere voor het fokken van diersoorten die in het wild dreigen uit te sterven. Er is een heel programma waar dierentuinen uit andere landen aan mee werken.
Verrijking
Aangezien de dieren in de dierentuin vaak een veel kleiner verblijf hebben dan in hun natuurlijke omgeving en in principe niet hoeven te doen wat ze normaal in de natuur moeten doen (o.a. voedselzoeken) moet er worden gezorgd voor verrijking. Verrijking houdt in dat er iets wordt gedaan waardoor het dier vermaakt wordt, dit kan bijvoorbeeld zijn:
- een natuurlijke omgeving creëren
- symboliseren van een prooi
- menselijke tussenkomst zoals trainen
- stimuleren van onderzoek door middel van voedselzoeken
Als de dieren niet genoeg verrijking/uitdaging krijgen kunnen zijn stereotype gedrag gaan vertonen wat zich onder andere kan uiten in:
- het functieloos en vormvast herhalen van een beweging
- uitleven van gedrag op ongeschikte objecten of zichzelf, zelfverwonding
- overreageren
- een gedrag vertonen wat niet geschikt is voor dat moment bijvoorbeeld vogels die onzichtbare insecten vangen
Door telkens hetzelfde gedrag te herhalen komt er het stofje endorfine vrij, dit geeft een prettig gevoel waardoor de dieren dit willen herhalen. Zo belanden de dieren in een vicieuze cirkel die op den duur moeilijk te doorbreken zal zijn.
Voer
Uiteraard krijg elk diersoort een ander voer. In het volgende tabel kunt u wat informatie over het voeren vinden.
diersoort | voer | voorbeeld verrijkingsvoer |
Olifant | groente, fruit, brood en paardenbrokken | Wilgentakken en hooi |
Giraffe | ui, wortel, luzerne en hooi | wilgentakken en de lurzerne+ wortels worden in een bol aangeboden |
Kameel | Prestatiebrok, wortelen en hooi | Wilgentakken |
beren | groente, fruit | Voer word in een ton met gaten gegeven |
Wanneer dieren gevoerd worden kan erg wisselend zijn. Als dieren elke dag op het zelfde tijdstip te eten krijgen kan het zijn dat ze voor die tijd dal onrustig worden. Dieren als olifanten eten de eigenlijk de hele dag door, waardoor er ook meer voedsel verspreid over de dag zal worden aangeboden.
ESB
ESB staat voor
European Studbook Programs. Dit is een fokbeleid zodat de dieren in de dierentuin blijven. Dit gebeurd omdat dierentuinen geen dieren uit het wild mogen halen, maar de populatie van de dierentuin wel in stand gehouden moeten worden. Zo worden de stamboeken verdeeld over dierentuinen aan dierentuinen die zijn uitgekozen om met die dieren te fokken. Dierentuin Amersfoort is bijvoorbeeld in het bezit van het Hyena stamboek.
EEP
EEP staat voor
European Endagered (Species)Promgramm. Zij stellen fokprogramma's op voor bedreigde diersoorten. Deze dieren worden dus uiteindelijk weer in het wild uitgezet. Een paar dieren die in het EEP meedoen zijn:
- de Zebra
- de Gevlekte Hyena
- de Chimpansee
- het Jachtluipaard
- de Indische neushoorn
- de Siberische tijger
Veel regels van het EEP fokbeleid staan vast waardoor de dierentuin weinig inbreng heeft. Bij het ESB heeft de dierentuin zelf wel veel te zeggen omdat het om eigen behoud gaat. Er wordt ook goed gekeken naar de dieren. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat een jachtluipaard een bange generatie heeft, met hen zal dan eerst weer worden gefokt met eventueel jachtluipaarden uit andere dierentuinen om te zorgen dat het ras sterk genoeg wordt om weer uitgezet te kunnen worden.
Omheiningen
Zoals u misschien wel weet wordt er met verschillende omheiningen gewerkt in een dierentuin. De afscheiding die we steeds meer zien is glas. Dankzij glas lijkt het of u heel dichtbij het dier bent, echter is het glas zo dik dat het dier er niet doorheen kan. Het glas zorgt er ook voor dat u de dieren niet ruikt. Het enige nadeel aan een afscheiding van glas is dat het met regelmaat schoongemaakt moet worden.
Een ander alternatief voor een afscheiding kan zijn een gracht met of zonder water. Deze worden uiteraard zo gemaakt dat het dier het te diep vindt of dat het te ver is om aan de kant van de bezoekers te komen. Als er wordt gekozen voor een omheining met stroom weten de dieren uiteraard eerst nog niet dat er stroom op zit. Helaas moeten ze dit eerst ondervinden door onder stroom te komen.
No hands
In de meeste dierentuinen in Nederland geldt het
no hands beleid wat inhoudt dat de dieren zolang het niet nodig is niet aangeraakt worden. Vooral voor de dieren die in het wild uitgezet moeten worden is dit erg van belang omdat zij niet aan mensen gewent mogen raken. Anders loopt men het risico dat als de dieren uitgezet zijn de dieren de mens weer op gaan zoeken.
De taken als dierenverzorger
Een dierenverzorger krijgt vaak de verzorging over een aantal dieren toegewezen. Met veel dieren betekent het dat er ook veel schoongemaakt moet worden. De taken die dan ook het meeste van de dag in beslag nemen zijn het schoonmaken, voer klaarmaken en voederen van de dieren. Daarnaast houdt een verzorger de dieren ook nauwlettend in de gaten op zijn gedrag en gezondheid. Als dierenverzorger krijgt heeft men vaak ook een informerende taak. U kunt de bezoekers van alles vertellen over de dieren waarvoor u de verzorging heeft.