Zeldzame rassen

Langszaam bij beetje sterven er meer dieren uit, sommige zijn al uitgestorven sommige hebben het net weten te redden. Om je alvast te helpen, zie je hieronder runderen, paarden, geiten en schapen die bijna met uitsterven werden bedreigd en of nog zijn bedreigt. Een zeldzaam huisdierras is een oud ras dat met is bedreigd of er al niet meer is, deze lijst word elke keer weer langer en langer. Hier vind u enkele soorten die bedreigd worden of al uitgestorven zijn. We beginnen met de runderen, geiten, schapen en paarden.

Runderen

Brandrode

Het Brandrode Rund behoort tot het Maas-Rijn-IJssel veetype, vaak kortweg MRIJ genoemd. Simpel gezegd een koe. Vanaf de 20e eeuw wordt er in het rivieren gebied al gefokt met deze dieren, maar sinds mond en klauwzeer is opgetreden, is het aantal Brandrode drastisch verminderd. Ze zitten dicht tegen de ondergang aan en men doet alles eraan om deze ras nog te redden door middel van sperma in te vriezen en ze niet af te slachten. De Brandrode wordt gemiddeld iets ouder dan de normale Nederlandse koe. Ze hebben een rode kleur met witte plekken en danken hieraan ook hun naam.

Fries roodbont

Deze ras lijkt enorm op de Brandrode koe, maar zit toch meer tegen de bekende zwart witte koe. Ze worden enorm bedreigd, omdat de vraag naar de zwart witte koe, groter en groter werd, bleven er maar een handjevol fokkers over met dit ras. In 1993 waren er zelfs nog maar 17 koeien en 4 stieren over. Maar omdat 1 koe meer dan 100.000 liter melk heeft gegeven zijn ze in gaan grijpen en is de populatie inmiddels teruggebracht naar 346 Friese rondbontjes in 2007.

Groninger blaarkop

Ook dit is een koe, deze koe staat bekent om zijn goede productie van vlees en melk, ze zijn zeer geschikt voor biologische boerderijen, voornamelijk om hun melk. Vanwege zijn soberheid en duurzaamheid. In 2007 waren er ongeveer 2300 zuivere vrouwelijke fokdieren. De gemiddelde melkproductie is 6.166 kilo melk, met 4,38 %vet en 3,57% eiwit.

Lakenvelder

De lakenvelder staat bekent om zijn witte band tussen de voor- en achterpoten. In Nederland zijn er ongeveer 1100 lakenvelders, maar dit is te weinig, men probeert de lakenvelder overeind te houden zowel in Nederland als buiten Nederland. De lakenvelder is al bekend sinds de 12 e eeuw en is al meerdere keren in de geschiedenis met uitsterven bedreigt

Witrik

Een koe met een volledig witte streep over de rug, die tot nog niet zolang geleden in geen enkel boek mocht staan, deze runderen, zijn sinds kort pas echt herkent, toch bestaan ze al een hele lange tijd, omdat de witrik een dominante is qua fokkerij en kleuren wordt er weinig mee gefokt, men is bang dat de witrik in de toekomst volledig wit zal zijn. Men weet niet precies hoeveel witrikken er nog in Nederland bestaan.

Schapen

Blauwe Texelaar

De Blauwe Texelaar is in 1968 bij toeval ontstaan uit de Texelaar en aanvankelijk werd gedacht aan een kruisingsproduct van de Texelaar met de Zwartbles. De blauwe Texelaar is een zeer vruchtbaar ras, maar helaas 25% van de jongen zijn daadwerkelijk, precies zoals de ras de blauwe Texelaar. In de jaren 60 werden de eerste van deze ras geboren en in 1977 werd er pas echt aandacht aan besteed. Ondanks dat er toch aandacht aan werd besteed zijn deze dieren bedreigd met uitsterven. De allereerste schapen die bekend zijn die goed fokte waren Ram 8474-004 die heeft veel invloed gehad omdat hij zelf goed heeft gefokt en dit ook doorgaf aan zijn zonen en dochters. Ooi 8480-037 heeft ook veel invloed gehad door haar grote vruchtbaarheid en haar uitstekende exterieurvererving.

Drents heideschaap

De Drent is onder te verdelen in twee typen: het oude Drentse type en het nieuwe Drentse type. Het Drentse Heideschaap is met een populatiegrootte van ongeveer 2000 stamboekdieren in 2007 kwetsbaar te noemen. Hoeveel van deze schapen er nog zijn, is niet bekent, wel bekent is dat de oude Drentse schaap met de schonebeeker is gefokt, hierdoor is de nieuwe Drentse schaap ontstaan, deze heeft een bult op de neus.

Kempisch heideschaap

Deze schaap heeft een lange rug, staat hoog op de poten en heeft een lange wollige staart, ze danken hun naam aan de streek waar ze veel voorkwamen, rond Uden en kempen. In 1900 waren er nog 40.000 ooien, in 1960 was het ras vrijwel uitgestorven. In 2000 zijn er 1800 dieren die voornamelijk in kuddeverband gehouden worden. In 2007 waren er 44 rammen en 1802 ooien geregistreerd. In de genenbank is sperma  ingevroren. De belangstelling voor het ras neemt toe.

Mergellandschaap

Deze schapen leefden vooral in Limburg en omstreken, ze hebben geen hoorn zoals vele schapen die ze wel hebben. Hun wol is lang en golvend en ze hebben donkere hoefjes. De mergellandschaap heeft nog nooit een grote populatie gehad, door verandering in de landbouwboerderijen namen de vorige eeuwen de populatie nog veel meer af, tegenwoordig staan er ongeveer rond de 1500 schapen ingeschreven, die in ons land leven.

Schoonebeker heideschaap

Dit is de grootste schaap van zijn ras, zijn naam verklaard de oorkomst. Ze hebben geen hoorn en hun vacht is lang en wollig.
In 2007 stonden ruim 1000 Schoonebeeker fokooien in het stamboek ingeschreven. Daarmee behoren ze tot het zeldzaamste schapenras van Nederlandse herkomst. Ze worden staande gehouden door kinderboerderijen of particulieren.

Veluws heideschaap

Het Veluws Heideschaap is een groot, lang en hoogbenig schaap. Ze hebben geen wol achter de oren, de staart is lang en wel wollig. Het Veluws Heideschaap behoort samen met het Kempisch en Drents Heideschaap en de Schoonebeeker tot de groep van Heideschapen en is het meest verwant aan het Kempisch schaap. In 1910 waren er ongeveer nog 10.000 ooien en in 1960 was dit ras vrijwel uitgestorven. In 1989 waren er ongeveer nog 1400 ooien en 25 rammen en tegenwoordig ligt de populatie weer iets hoger.

Zeeuws/Fries melkschaap

Deze schapen zijn groot en wit, de populatie van deze schapen is altijd al op een laag pitje gehouden, ze hebben een wolloze staart die reikt tot de hak. In 2000 waren er ongeveer 1200 Zeeuwse 2000 Friese melkschapen. Deze schapen maken ongeveer 500 liter melk waar 80 kilo kaas kan worden gemaakt. In 2007 waren er ongeveer 7500 Zeeuwse en Friese melkschapenooien en 740 rammen.

Zwartbles

Deze ras stamt waarschijnlijk af van de Schoonebeeker al is hier nooit echt directe bewijs van gevonden. Ze hebben een witte bles, zijn verder zwart van kleur, door de eerste fokkers is zijn deze schapen gekruist met de Texelaar schaap en de melkschaap. In 1975 was de populatie van deze schaap nog rond de 500, maar door de toenemende interesse ligt de populatie gelukkig ongeveer rond de 2000.

Geiten

Nederlandse landgeit

In het begin van de zestiger jaren was de landgeit op enkele exemplaren na verdwenen. 4 bokken en 4 geiten gingen een fokproces door om de populatie weer omhoog te brengen, ondanks dat ze maar met een aantal waren is de populatie toch aardig opgekrikt naar ongeveer 1400 in ons land. Ze zijn van uiterst kritiek naar kwetsbaar ras gegaan. Deze Nederlandse landgeit wordt tegenwoordig veel als hobby gebruikt, en om bepaalde landgoeden kaal te houden.

Paarden

Gelders paard

In 1890 werd een stamboek voor deze paard opgericht. In het begin van de 20e eeuw waren er nog 2 soorten over van de Gelders paard, de landbouwkoetspaard (met Oldenburger en Oost-Fries bloed) en het luxe koetspaard (met Normandisch, Hackney- en Holstein-bloed). In de periode van 1950 tot 1960 werd er nog weinig interesse in deze soort getoond, waardoor de populatie zeer snel afnam. Op dat moment waren er nog slechts 11 goedgekeurde Gelderse hengsten over. In 1994 ging het nog slechts om 7 goedgekeurde hengsten die tezamen 300 min-of-meer zuivere Gelderse merries dekten. In 2007 zijn er 10 goedgekeurde hengsten en 500 geregistreerde fokmerries van het Gelderse Paard. Van 5 hengsten is sperma ingevroren als genetische reserve bij het CGN.

Groninger paard

Halverwege de 19e eeuw werd door inbreng van Oldenburgers en Oost-Friese hengsten op de boerderijen een landbouwtuigpaard gefokt dat gemakkelijk in omgang was, met sterk beenwerk en sterke hoeven voor het werk op de zware kleigronden. Daarnaast werd ook met Holsteinerhengsten gefokt. In 1960 waren nog maar circa 100 raszuivere merries,De hengst Baldewijn, voor 3/4 Groninger, kon net op tijd behouden en ingezet worden. Inmiddels is dit weer toegenomen tot 420 fokmerries en 36 hengsten. Waarvan bij 5 de sperma is ingevroren.

Nederlands (Zeeuws) trekpaard

Deze paarden hebben lange haren over de hoeven heen en zijn de enigste echte koudbloedige paarden die er bestaan. Voor tijdens en na de oorlog waren deze paarden zeer belangrijk maar toen de technologie zeer snel vooruit ging, werden deze paarden steeds minder belangrijker. In 2007 zijn er bijna 1100 fokmerries en 46 goedgekeurde dekhengsten. Door het CGN is  als genetische reserve van 5 hengsten sperma ingevroren.