De Siberische tijger: leefomgeving & uiterlijke kenmerken
De Siberische tijger is de één na grootste tijgersoort op aarde. Hij komt voornamelijk in Oost-Rusland voor. Het is een roofdier dat op verschillende diersoorten jaagt. De bovenkant van zijn lichaam is oranje-geel van kleur. Zijn dikke vacht biedt hem de mogelijkheid om in de sneeuw te kunnen overleven. Onderzoekers hebben ontdekt dat de Siberische tijger een enorm territorium heeft. Waar jaagt dit roofdier zoal op? Waar komt de Siberische tijger allemaal voor en hoe groot kunnen deze roofdieren worden?
De Siberische tijger
Benaming
De wetenschappelijke benaming voor dit zoogdier is 'Panthera tigris altaica'. Ze worden ook wel 'amoertijgers', 'Koreaanse tijgers' of 'Noord-Chinese tijgers' genoemd. Ondanks deze verschillende benamingen zijn zij genetisch gelijk aan elkaar.
Uiterlijke kenmerken
Afmetingen
De Siberische tijger kan zo'n 3,25 meter lang worden. Hij kan maximaal ongeveer 300 kilo wegen. De vrouwtjes wegen gemiddeld minder dan de mannetjes en kunnen ongeveer 180 kilo zwaar worden. De Siberische tijger is na de Bengaalse tijger de grootste katachtige ter wereld. Desondanks is hij zeer flexibel waardoor hij een uitstekende jager is. Hij heeft een grote schedel die er bijna hetzelfde uitziet als de schedel van een leeuw.
De Siberische tijger heeft dankzij zijn vacht weinig last van de kou. /
Bron: Appaloosa, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0) Vacht
De Siberische tijger heeft een dikke gestreepte vacht die hem camoufleert. Hij heeft minder strepen dan andere tijgersoorten omdat er relatief weinig bomen in zijn leefomgeving te vinden zijn. Zijn camouflage kan hem het voordeel bieden dat hij in het gebied waarin hij leeft zijn prooi kan verrassen. De bovenkant van zijn lichaam is oranje-geel van kleur terwijl de buik, borst, binnenkant van zijn ledematen en nek altijd wit zijn. De dikte van zijn vacht zorgt dat hij zijn lichaamstemperatuur constant kan houden. Ze hebben meer haren dan bijvoorbeeld de Bengaalse tijger.
Staart
Dit roofdier heeft een lange staart die hij gebruikt om zichzelf in evenwicht te houden. Zijn staart kan een lengte van bijna een meter bereiken. Mannelijke exemplaren hebben een staart die gemiddeld een paar centimeter langer is dan de staart van een vrouwtje.
Klauwen
Zijn lange kromme klauwen zorgen ervoor dat hij zijn prooidieren eenvoudig kan grijpen. Hiermee kan hij markeringen maken op boomschors. Dit doen zij om hun territorium te markeren. Hiernaast klimt hij soms in bomen waarbij zijn scherpe klauwen goed van pas komen.
Gebit
Zijn hoektanden kunnen een lengte van maximaal 9 centimeter bereiken. Deze gebruikt hij om zijn prooi te doden en vlees af te scheuren. Zijn zogenaamde 'kniptanden' gebruikt hij om het vlees in kleinere stukken te snijden. Deze kniptanden bevinden zich nabij zijn mondhoeken. Zijn voortanden zijn aanzienlijk kleiner dan bijvoorbeeld zijn hoektanden. Deze gebruikt hij slechts om het vlees van botten af te schrapen en zijn te klein om grotere stukken vlees te verscheuren.
Leefomgeving
Dit roofdier komt voornamelijk in het oosten van Rusland voor, daarnaast komt hij ook in China voor. Dankzij zijn stevige vacht en dikke laag vet heeft dit roofdier het vermogen om in de sneeuw te kunnen overleven. Hij komt in zowel bosachtige als bergachtige gebieden voor en hij heeft de voorkeur voor plekken waar veel begroeiing is. Omdat hij in gebieden leeft met extreme weersomstandigheden, heeft hij het voordeel dat het hier zeer dunbevolkt is. Hiernaast is het ecosysteem in deze gebieden meer intact dan in drukbevolkte gebieden op aarde.
Bedreigde diersoort
Hij is ondanks deze verschillende voordelen een bedreigde diersoort. Dit komt omdat zijn leefgebied steeds kleiner wordt en er op hem gejaagd wordt.
Jacht
De Siberische tijger heeft een groot spreidingsgebied ten opzichte van andere tijgersoorten. Dit heeft te maken met de kleine hoeveelheid prooidieren die in de omgeving leven. Hierdoor is hij genoodzaakt om een groter jachtgebied te hanteren. De tijger is een carnivoor en jaagt onder andere op muskusdieren, Mantsjoerijse wapiti's, zalm, elanden en hazen. Hiervoor legt hij tijdens de jacht soms 1.000 kilometer af. Hij stalkt zijn prooi gedurende een langere periode om vervolgens toe te slaan wanneer hij dichtbij genoeg is.
Individualistisch roofdier
Hij jaagt in zijn eentje en markeert zijn gebied door op bomen en stenen te urineren. Deze roofdieren vermijden meestal het contact met mensen. Mensen hebben een verhoogde kans om tijgers tegen te komen die moeite hebben om te jagen (bijvoorbeeld omdat zij gewond of ziek zijn). Dit kan tot zeer gevaarlijke situaties leiden.
Voortplanting
De vrouwelijke exemplaren laten op twee manieren blijken dat zij klaar zijn om te paren. Dit doen zij namelijk door tegen boomstammen aan te krabben en door middel van het achterlaten van urinesporen. Vrouwtjes kunnen 3 tot 4 maanden lang zwanger zijn. Het nageslacht wordt blind geboren en heeft pas na 2 weken het vermogen om met hun ogen de omgeving te observeren. Rond dezelfde periode beginnen hun tanden zichtbaar te worden. Na een jaar is het nageslacht pas groot genoeg om geheel zelfstandig te kunnen jagen. De jonkies blijven in totaal 3 tot 5 jaar bij hun moeder.