Zadelrob – zeehond met de puppy met de witte vacht
De zadelrob is een zeehondensoort, net als de gewone zeehond en de grijze zeehond. De laatste twee komen in de Waddenzee voor en werpen en zogen op de wadplaten en eilanden zoals Griend. De zadelrob wordt sporadisch in het Waddengebied aangetroffen. Het betreft dan een verdwaald exemplaar, want zadelrobben komen in de Nederlandse wateren niet voor. Ze leven in de Noordelijke IJszee rond de Noordpool en kunnen goed uit de voeten op sneeuw en ijsschotsen in de Barentszzee, Oostelijk Groenland, Oostelijk Canada, Noorwegen en Noord-Rusland. Ze zijn eeuwenlang bejaagd om de zachte witte vacht van de puppy’s.
Zadelrob
Zeehond - Phoca groenlandica
De wetenschappelijke naam voor de zadelrob is Phoca groenlandica. De Engelse benaming is harp seal. Er leven naar schatting (2016) nog zo’n twee miljoen zadelrobben rond de Noordpool. Eind twintigste eeuw waren dat er nog meer dan twee keer zoveel. Zadelrobben eten vis, krill en schaaldieren. Ze jagen diep in zee op haring en kabeljauw. De beste duikers kunnen wel 280 meter diep duiken en een half uur onder water blijven.
Lodde
Hoofdbestanddeel van het menu vormt lodde, een spieringachtig visje, dat in de koude zeeën rond IJsland en voor de kust van Groenland leeft.
Zadelrob en de feiten en cijfers
Een zadelrob:
- wordt tussen de 15 en 20 jaar oud;
- kan maximaal 30 jaar oud worden;
- heeft een lengte van 168 tot 190 cm;
- mannetjes worden gemiddeld 183 cm lang
- vrouwtjes worden gemiddeld 179 cm lang
- is bij de geboorte 80 tot 103 cm;
- weegt 120 tot 140 kilo als hij volwassen is;
- mannetjes worden gemiddeld 135 kilo
- vrouwtjes worden gemiddeld 120 kilo
- weegt 10 tot 12 kilo bij de geboorte;
- krijgt één jong per keer.
Zadel op de rug
De zadelrob is genoemd naar het uiterlijk van de mannetjes, die zilvergrijs zijn met een donkere vlek als een zadel op de rug. Dat zadel kan doorlopen naar de flanken. De rob heeft een donkere kop. De vrouwtjes zijn lichter van kleur en hun ‘zadel’ is minder duidelijk dan die van de mannetjes en vertoont meer een vlekkerig patroon dan een grote vlek.
Puppy met de witte vacht
De pups van de zadelrobben hebben een zijdeachtige witte vacht; ze worden ook wel white coats genoemd, witte jassen. Ze zien er niet alleen schattig uit, hun vacht is zo mooi dat de dieren heel lang om hun bont op een gruwelijke manier zijn doodgeknuppeld of aan de haak geslagen en levend gevild door pelsdierjagers. Ze gebruiken daar een knuppel met een ijzeren punt voor, de hakapik. Daar is lang actie tegen gevoerd met de bloederige foto’s en filmpjes van de witte pups met hun grote ogen en angstkrijsen als afschrikwekkend beeld.
Jacht in Canada en Noorwegen
Die bontjacht op de witte zadelrobpups is grotendeels verboden, maar er vindt nog commerciële jacht plaats op pups die drie weken oud zijn en in de rui komen. Dat mag in Canada en in Noorwegen.
Afrodisiacum
Oudere zeehonden worden bejaagd om hun penis en ballen. Ze worden verkocht als afrodisiacum. Vooral in Azië gelooft men dat producten die zijn gemaakt van penis en testikels de lust opwekken.
Schutkleur en verharen
Na een week of twee, drie verliezen de jongen hun zijdezachte witte vacht - die biedt een perfecte schutkleur op de sneeuw - en krijgen ze hun juveniele vacht, die vlekken vertoont. Driejarige dieren hebben een lichtgrijze vacht. Als de zeehond vier jaar oud is krijgt hij zijn karakteristieke ‘zadel’, die volledig uitgekristalliseerd is als het dier geslachtsrijp is.
Voortplantingskolonies
Zadelrobben leven in groepen, in grote voortplantingskolonies. Ze paren, ruien en werpen hun jongen op het ijs. Oude zadelrobmannetjes leven met elkaar in kleinere groepen of gaan alleen hun weg. Paren doen ze in het vroege voorjaar, in maart, en de vrouwtjes dragen 7,5 maand. De vrouwtjes zijn tussen de 4 en 7 jaar oud als ze geslachtsrijp worden. Voor de mannetjes is dat de leeftijd van 5,5 jaar en zij blijven seksueel actief tot ze een jaar of 13/ 14 zijn.
Verlengde draagtijd
Net als ijsberen, reeën, gewone zeehonden, grijze zeehonden, klapmutsen en ringelrobben hebben zadelrobben een verlengde draagtijd. Bij een verlengde draagtijd nestelt de bevruchte eicel niet meteen in. Hij deelt een paar keer en gaat dan in de embryonale rust. Pas als de tijd geschikt is, in de winter of het voorjaar, groeit de embryo verder. De verlengde draagtijd voor de zadelrob is 11 weken, waarmee de pup na 11 maanden op de wereld komt, na een draagtijd van 7,5 maand. De verlengde draagtijd is voor de verschillende soorten niet gelijk.
Werpen in het gunstigste seizoen
Bij een ijsbeer wordt de innesteling zelfs een half jaar uitgesteld. Doel is dat de pup in het meest gunstige seizoen ter wereld komt. Voor de zadelrob is dat februari of maart.
Zogen
Meerlingen komen nauwelijks voor bij zadelrobben; er wordt één jong per keer geboren. De witte pups worden twaalf dagen lang twee tot drie keer per dag gezoogd. Daarna worden ze gespeend met als doel te wennen aan ander voedsel. De moederzadelrob komt dan niet zo vaak meer bij haar pup kijken.
Bron: Zeehondencentrum Pieterburen Nederland
Zadelrobben komen in koude streken voor en worden bij hoge uitzondering in de Nederlandse wateren gezien. In de laatste ijstijd was het overigens de meest voorkomende robbensoort in het Noordzeegebied. Op 9 oktober 2016 werd er een gespot bij Den Oever, op het wad. Het dier was verzwakt en mager en werd overgebracht naar Zeehondencentrum Pieterburen. Daar werd de zadelrob, die inmiddels de naam
Harpie had gekregen, naar de Engelse benaming voor zadelrob:
harp seal, verzorgd en gevoerd. In januari 2017 wordt Harpie vrijgelaten in een van de Noordelijke stromingen, zo dicht mogelijk bij zijn eigen leefgebied.
Invasie
Zo af en toe kunnen we spreken van een invasie van zadelrobben, zoals in de jaren 1987 tot 1991. Toen strandden er opvallend veel van deze dieren op de Nederlandse, Duitse, Deense en Noord-Franse kust. In totaal werden er – altijd in de maanden maart en april – 35 strandingen gemeld, waarvan twee op Texel. Uit de annalen is een soortgelijke invasie bekend in de periode tussen 1901 en 1903. Buiten die periodes van invasies wordt er slechts zelden een enkel exemplaar gezien, zoals Harpie in 2016.
Lees verder