Lieveheersbeestjes: in wat voor milieu leven zij het liefst?

Lieveheersbeestjes zijn kleine insecten die zeer gevoelig zijn voor hun leefomgeving. Zij hebben de voorkeur voor bepaalde gebieden en zijn zeer prikkelbaar voor de temperatuur die er heerst. Hiernaast kiezen zij voornamelijk aan de hand van de hoeveelheid beschikbaar voedsel hun leefomgeving uit. De insecten hebben de voorkeur voor onder andere brandnetels en korenbloemen. Lieveheersbeestjes kunnen bevorderlijk zijn voor de omgeving. De insecten kunnen echter schade aanrichten wanneer zij in groten getale voorkomen.

De leefomgeving van lieveheersbeestjes

• De lieveheersbeestje
• Waar op de wereld komen deze insecten voor?
• Voorkeur voor bepaalde omgevingen
• Schade voor de landbouw

De lieveheersbeestje

Deze insecten behoren tot de kevers en zijn te herkennen aan hun stippen. Ze hebben voelsprieten (soms ook wel antennes genoemd) om hun omgeving te verkennen en hebben net zoals overige insecten in totaal zes poten. De wetenschappelijke benaming voor deze kevers is 'Coccinellidae'. Zij kunnen maximaal zo'n twee centimeter lang worden. In de lucht kunnen zij zich sneller verplaatsen dan op het land. Hierdoor kunnen zij met behulp van hun vleugels grote afstanden afleggen. Zij kunnen hun vleugels op een unieke manier tevoorschijn halen door de bovenkant van hun lichaam 'open te klappen'.

Waar op de wereld komen deze insecten voor?

Lieveheersbeestjes komen in landen voor waar er een gematigd tot tropisch klimaat heerst. Wanneer het te koud begint te worden beginnen de insecten uit het zicht te verdwijnen en beginnen zij aan hun winterslaap.

Nederland

De meeste lieveheersbeestjes die we in Nederland kennen hebben een rode kleur met zwarte stippen. Deze zijn hier meestal te vinden tijdens de lente- en zomermaanden. De insecten zijn tijdens de wintermaanden in Nederland vanwege de kou normaal niet te vinden. Zij zoeken dan namelijk beschutte pekken op om te kunnen overwinteren. Soms vinden de insecten kiertjes in woningen om een winterslaap te houden. Lieveheersbeestjes zijn pas weer actief wanneer de temperatuur hoog genoeg is. Dit is meestal ongeveer rond de 15 graden Celsius.

Voorkeur voor bepaalde omgevingen

Lieveheersbeestjes die regelmatig voorkomen (zoals de zeven- of tweestippelige lieveheersbeestjes) komen in diverse omgevingen voor. Overige soorten hebben echter de voorkeur voor een specifieke leefomgeving, bijvoorbeeld voor plekken waar veel bomen voorkomen. Andere soorten hebben juist de voorkeur voor een lagere begroeiing en vliegen langs struiken of bloemen die zich laag boven de grond bevinden. Hun voorkeur heeft onder andere te maken met de hoeveelheid voedsel dat er in de omgeving te vinden is.

Voedsel
De insecten kiezen afhankelijk van hun voedselvoorkeur hun favoriete gebied uit. De meeste soorten eten onder andere bladluizen, mijten en zogenaamde 'tripsen'. Deze insecten zijn slechts een halve millimeter lang en hebben een transparant lichaam. De bekende twee- en zevenstippelige lieveheersbeestjes hebben de neiging om plekken op te zoeken waar veel brandnetels zijn. Zij nuttigen namelijk het liefst de zogenaamde 'brandnetelbladluis' en de zwarte bonenluis die hier in groten getale voorkomt.

Bloemsoorten

Lieveheersbeestjes komen op specifieke planten- en bloemsoorten af. Dikwijls worden er in diverse tuincentra bloemzaden verkocht die deze insecten naar zich toelokken. Deze diertjes voelen zich onder andere aangetrokken tot korenbloemen, echium en schubkamille.

Schade voor de landbouw

Deze insecten leven liever in landelijk gebied dan in stedelijk gebied. Wanneer deze insecten in groten getale voorkomen kunnen zij soms een probleem vormen voor de landbouw. Zij voeden zich namelijk met de gewassen. Tevens leggen zij hun eieren op het gebladerte zodat de larven die hier uitkomen direct een voedselbron tot hun beschikking hebben. Een enorme hoeveelheid van deze dieren wordt ook wel een plaag genoemd en is soms lastig te bestrijden.

Lieveheersbeestjes kunnen ook zeer nuttig zijn voor de landbouw

De diertjes kunnen echter óók bevorderlijk zijn voor gewassen; zij eten namelijk bladluizen. Bladluizen kunnen gewassen ernstige schade toebrengen. Dit ongedierte brengt de meeste schade aan jonge bladeren of knopjes waardoor de groei van het gewas belemmerd wordt. Om deze reden worden de lieveheersbeestjes af en toe bewust in groten getale uitgezet om van het ongedierte af te komen. De kevertjes kunnen als larven verkocht worden. De zakjes zijn meestal klein genoeg om het zelfs via de post binnen te krijgen.