Parasitaire infecties bij paarden
Iedereen die paarden heeft komt het gevaar tegen dat zijn paard geïnfecteerd wordt door parasieten. Dit kan gebeuren door middel van teken, mijten, luizen, horzels of wormen. Deze beestjes zijn niet te vermijden. Maar men kan wel leren de tekenen te herkennen van een parasitaire infectie en het verlagen van de kans op infectie.
Teken
Teken kunnen ziekten overbrengen op paarden. Teken kunnen bacteriën overbengen die bij paarden tot kreupelheid en zwellingen kunnen leiden. Het probleem hierbij is vaak, dat men er pas laat achterkomt. Omdat de kreupelheid en de zwellingen zich soms pas een jaar na infectie manifesteren. De bacterie die dit veroorzaakt kan bestreden worden met penicilline, maar een volledige genezing kan niet gegarandeerd worden. Wanneer men een teek ontdekt op het paardenlichaam kan men deze verwijderen met een speciaal daarvoor bestemde tekenpincet. Deze zorgt ervoor dat de hele teek verwijderd wordt en voorkomt dat de monddelen van teek niet blijven zitten. Veel mensen verdoven de teek eerst met alcohool, maar in tegenstelling tot wat velen denken is dit niet goed. De teek zal dan zijn speekselklieren leegmaken in de huid en dus nog eerder een infectie overbrengen. Na het verwijderen van de teek is het goed om de huid te ontsmetten met bijvoorbeeld betadine. Teken kunnen niet alleen op paarden ziektes overbrengen, mensen kunnen door een tekenbeet bijvoorbeeld de ziekte van Lyme krijgen en ook bij honden kunnen ze ziektes overbrengen.
Mijten
Mijten kan men met het blote oog niet zien. Maar wanneer men ze onder de microscoop bekijkt ziet men dat het kleine beestjes zijn die op spinnen lijken. Ze kunnen op en in de huid van een paard voorkomen en worden overgebracht door direct contact of via borstels of dekjes of dekens. Er zijn vele verschillende mijten die verschillende klachten kunnen voortbrengen, zoals puistjes, bultjes en schilfers op de huid en het gaat in de meeste gevallen gepaard met veel jeuk. Ook hangt het van de soort mijt af op welke lichaamsdeel van het paard het problemen geeft. Sommige mijten zoals bijvoorbeeld de Chorioptes zorgt voor huidafwijkingen op de benen, terwijl de Psoroptes vooral in de manen, rug en staart zit. De Demodex mijt geeft vooral problemen op het hoofd en in de hals. Door middel van het afnemen van afkrabsels kan men microscopisch onderzoek doen om te zien of er sprake is van een infectie met mijten en om welke mijten het gaat. Er bestaan verschillende mijtdodende vloeistoffen die de dierenarts u kan aanraden. Paarden kunnen met deze middelen gewassen worden. Het is daarbij belangrijk dat deze wasbeurt na ongeveer twee weken herhaald wordt. Want de eitjes van de mijten zijn vaak sterker dan de mijten zelf en zullen misschien niet helemaal verdwijnen na de wasbeurt. De eitjes zullen na ongeveer twee weken uitkomen en daarom is het belangrijk de wasbeurt te herhalen. Ook moet men de stallen, borstels, tuig en dekens desinfecteren.
Luizen
Een infectie met luizen komt vooral voor bij jonge paarden of bij verzwakte of zieke dieren en daarbij komen de infecties vooral voor in de winter en in het voorjaar wanneer de dieren een langere vacht hebben en de vacht vaker langdurig vochtig is. De luizen kunnen zich verspreiden door direct contact en ook weer door borstels of tuig. Er zijn twee soorten luizen te benoemen die voor veel problemen zorgen bij paarden en dat zijn de zogenaamde Damalinia equi en de Haematopinus. De eerstgenoemde is een vachtluis die leeft van huidcellen en haarschilfers, de tweede is een bloedzuiger. Beide luizen zorgen bij een infecie voor veel jeuk. Daardoor zullen de paarden gaan schuren of in hun eigen vacht en huid bijten en daardoor voor verwondingen zorgen. Daarbij zijn vooral de aanzet van de manen en de staart gevoelige plekken evenals de hals. Om een infectie met luizen te bevestigen is geen microscopisch onderzoek nodig. Bij het inspecteren van de vacht zijn de luizen vaak waar te nemen en ook de eitjes van de luizen (neten) zijn duidelijk te zien. Onder de microscoop kan men wel eventueel de verschillende soorten onderscheiden. Voor de behandelijk van de infectie met luizen is vaak dezelfde behandeling als met mijten nodig. Ook is een herhaling van de behandeling nodig na twee weken omdat ook de eitjes van de luizen hardnekkig kunnen zijn en niet verdwijnen bij de eerste wasbeurt. Het is aan te raden de wasbeurt met luizendodend middel vier keer te herhalen met steeds een tussenpauze van twee weken.
Horzels
De horzel veroorzaakt in tegenstelling tot de bovengenoemde beestjes geen huidproblemen. Het probleem van de horzel is dat het vrouwtje eitjes legt op de vacht van het paard. Wanneer het paard hieraan likt komen de larven in het paard terecht waar ze in de maag van het paard overwinteren. In het voorjaar komen ze met de ontlasting mee naar buiten en verpoppen ze tot een horzel. En dit proces herhaalt zich steeds weer. Wel kan het zijn dat een paard zeer vermagerd wanneer een paard besmet is met heel veel larven. Om problemen te voorkomen moet men zoveel mogelijk de eitjes op de vacht wegkrabben. Er bestaan ook antiparasitaire middelen om het paard mee te wassen. En aan het begin van de winter moet men het paard ontwormen met een wormenkuur die ivermectine bevat.
Wormen
Er zijn verschillende soorten wormen die verschillende problemen bij paarden kunnen veroorzaken. Het is daarom heel belangrijk paarden met regelmaat goed te ontwormen. Eén van de meest bekende wormen is de Oxyuris equi ook wel bekend onder de namen aarsworm of aarsmade. Het is een inwendige parasiet die in het maagdarmkanaal van het paard leeft. De vrouwtjes leggen hun eitjes rond de anus van het paard. Dit veroorzaakt jeuk omdat ze hiermee de slijmvliezen van de anus irriteren. Het paard zal dus zijn achterhand gaan schuren. Wanneer een paard regelmatig ontwormt wordt zal dit probleem zich niet voordoen. Ideaal is om een paard elke 6 tot 8 weken te ontwormen. Wanneer er meerdere paarden op stal of in de wei staan moeten alle paarden tegelijk ontwormd worden. Ook nieuwe paarden moeten voor ze bij de andere paarden gevoegd worden eerst ontwormd worden.