Zeeprik – rondbek negenoog met monsterlijke zuigmond
Zeeprikken zijn zeedieren met een monsterlijk uiterlijk en een parasitaire levensstijl. Het lijf lijkt op dat van een paling met aan het uiteinde een zuigmond met rijen zaagtandjes. Daarmee boren ze zich in de huid van hun prooi om daarna zijn bloed op te zuigen. Zeeprikken worden niet tot de vissen gerekend. Hij heeft twee gescheiden rugvinnen, een neusgat boven op de kop en grote ogen. Samen met de zeven kieuwen aan weerszijden van de kop vormen neusgat en oog negen ‘ogen’, waar de zeeprik de naam ‘negenoog’ aan te danken heeft. In Engeland kwam hij veel voor en het Britse hof liet er vroeger zeeprikkenpastei van maken. Een koning is daar zelfs in gebleven.
Zeeprik op het strand van Ameland /
Bron: Petra de Jong
De Zeeprik en de prikkenfamilie
De zeeprik hoort thuis in de prikkenfamilie, waarvan er ongeveer 40 soorten bestaan. Het zijn kaakloze vissen met een buisvormige mond die ook wel prik, lamprei, rondbek of negenoog worden genoemd. De meeste prikken zijn zoetwaterdieren, maar je hebt ook prikken die naar zout water trekken. Dat zijn de zeeprikken. Verder zijn er rivierprikken en beekprikken.
Zuigmond met tandjes
Ze zien er vervaarlijk uit met een monsterlijke ronde zuigmond met rijen kleine tandjes en rasptong. Het zijn parasitaire prikken die zich in de huid van grote vissen zoals kabeljauwen, zalmen, makrelen en haaien, maar ook in zeehonden en walvissen boren en vastzuigen om zich te voeden met het bloed en weefselvocht. Het prooidier heeft veel last van deze parasiet en het lukt hem bijna nooit om de zeeprik af te schudden. Ze kunnen er zelfs aan dood gaan.
Negenoog
Prikken worden ook wel negenogen genoemd, niet omdat ze negen ogen hebben maar vanwege hun gaten die bij de kop liggen. Zeven van die gaten zijn kieuwen voor de ademhaling, eentje dient als neusopening en de negende gebruikt de prik echt als oog. Een volwassen zeeprik is tussen de 70 en 90 centimeter lang, maar kan ook meer dan een meter worden. Er is wel eens een van 120 centimeter gezien.
Zeeprikken van zoet naar zout water
Zeeprikken zwemmen niet hun hele leven in de zee. Ze worden in de rivieren in zoet water geboren en leven daar een paar jaar in de modder als larf. De larve graaft zich in en heeft in dat stadium nog geen tandjes. Hij leeft dan van micro-organismen. Alleen de volwassen exemplaren leven in zout water. Voor zeeprikken is het dus van belang dat er migratiemogelijkheden zijn, ze moeten van zoet naar zout en vice versa kunnen trekken.
Invasieve soort
Soms raken zeeprikken ingesloten en kunnen ze niet meer migreren naar zout water. In dat geval, zoals in het gebied van de Grote Meren in Noord-Amerika, blijven ze hun hele leven in het zoetwatergebied. In Amerika kwamen ze in de 1920’s de meren binnen via de Atlantische scheepvaartkanalen. De Amerikanen hebben er sindsdien grote hinder van, want de zeeprik heeft zich daar ontwikkeld tot een ware plaag voor de vissers en de visstand. Het dier is daar een invasieve soort met een negatieve impact en wordt actief bestreden.
Zeeprikken hebben wurgseks
De volwassen prikken migreren van rivier naar de zee om in het voorjaar naar de rivier terug te keren om eitjes te leggen. In februari tot juni paaien ze boven stenige bodems. Het mannetje maakt met spijsverteringssap duidelijk dat hij vruchtbaar is. Het seksleven van de zeeprikken is nou niet bepaald vriendelijk. Het mannetje maakt op de rivierbodem een nestjekuiltje door steentjes te verplaatsen. Wanneer het wijfje komt zuigt hij zich vast in haar nek en kronkelt hij zich om haar heen. Hij wurgt als het ware de eitjes uit haar lijf om ze daarna met zijn sperma te bevruchten. De eitjes worden afgezet aan grind, kiezel of stenen. Het kost niet alleen het wijfje het leven, het mannetje sterft ook kort na de paai.
Zeeprikken in de Atlantische Oceaan
De parasitaire zeeprik leeft in de Atlantische Oceaan. Ook komt hij voor in de kustwateren van Europa en Noord-Amerika. Hij komt in bijna alle gematigde zones voor behalve in Afrika. De zeeprik zwemt in de Noordzee maar wordt in Nederland niet als een algemene soort beschouwd. Hij gebruikt over het algemeen de Nederlandse rivieren niet als paaiplek maar als doortrekgebied naar Duitsland. Soms spoelt er een exemplaar aan op een van de stranden van de Waddeneilanden.
Vistrap en visnevengeul
In Nederland is de zeeprik niet algemeen voorkomend, maar hij wordt in de grote rivieren, de Friese meren en het IJsselmeer gezien. Hij plant zich onder meer voort in de Roer en de paairijpe zeeprikken maken gebruik van de vistrap bij de ECI-centrale in Roermond. In België wordt hij aangetroffen in de Schelde, nabij Dendermonde. Tevens is geconstateerd dat het dier gebruikmaakt van de visnevengeul van het stuwcomplex in het Oost-Vlaamse Asper.
Zeeprik is geen vis
Een zeeprik wordt niet tot de vissen gerekend. Hun lichaamsbouw wijkt op fundamentele punten af van vissen. Zo heeft hij geen botten maar kraakbeen in zijn lijf. Vanuit evolutionair oogpunt nemen de zeeprikken een bijzondere plaats in; ze staan als het ware tussen gewervelde en ongewervelde dieren in.
Zeeprik is te eten. De
lamprey pie of zeeprikkenpastei wordt gemaakt van zeeprik in siroop die gegaard wordt in een korst van deeg. Na garing wordt de korst geopend en de inhoud gemengd met wijn en kruiden. Vervolgens wordt het gerecht op sneetjes witbrood gelepeld en in een schotel op een kookplaat opgewarmd. Daarna wordt de pastei gesneden en met brood gegeten. In de stad Gloucester werd de
lamprey pie jaarlijks met kerstmis gegeten ten teken van trouw aan de Koninklijke familie van Engeland. In 1836 kwam een einde aan die traditie vanwege de hoge kosten.
Dood door lamprey pie
Engelse vorsten waren er gek op, wil het verhaal.
Lamprey pie werd beschouwd als een delicatesse in de Britse hoftraditie. Koning Hendrik I (1068-1135) schijnt zich er aan hebben overeten: hij stierf na eten van te veel zeeprikkenpastei. Historici houden het er trouwens op dat hij stierf aan voedselvergiftiging.
Zeeprikkenpastei voor de Koningin
Toen Koningin Elizabeth haar diamanten kroningsjubileum vierde in 2012, kreeg ze van de bevolking van Gloucester een traditionele zeeprikkenpastei. Vanwege het gebrek aan de rondbekken in de Britse wateren, werden ze geïmporteerd uit Amerika, uit de Grote Meren. Sarrah Maccey, directeur van het Gloucester Folk Museum, maakte de pastei, na bestudering van verschillende oude recepten. De zeeprikken werden gekookt in een saus van wijn, azijn, kaneel, en zeeprikkenbloed, alvorens ze werden gebakken in een pasteikorst. De pastei werd gemaakt in de vorm van de meer dan 900 jaar oude kathedraal van de stad.
Foto's van de rondbek
Bron: Petra de Jong Bron: Petra de Jong Bron: Petra de Jong
Zeeprik op het strand van Ameland
Op 22 april 2016 vindt een jutter een dode zeeprik op het strand van Ameland. Hij ligt bij paal 18.800 op het droge. Het komt niet vaak voor dat een zeeprik op een van de Waddeneilanden wordt gevonden.
Lees verder