Rhinopneumonie, ziektebeeld, voorkomen en genezen

Rhinopneumonie, ook wel bekend als Rhino of EHV1 & 4 is bij bijna elke paardeneigenaar wel bekend. Zo goed als elk jaar weer steken rond de wintertijd geruchten de kop op dat hier of daar in Nederland weer een Rhinouitbraak is. Dit is vaak rede voor zorgen omdat het erg besmettelijk is en ernstige gevolgen kan hebben voor het zieke paard. Maar, eenmaal ontdekt, is Rhino redelijk goed te beteugelen.

Rhino stammen

Er zijn verschillende typen binnen het Rhino virus. Namelijk stam 1 t/m 9, al zijn niet alle stammen schadelijk voor paarden. Stam 1 t/m 5 zijn virussen die zich vermeerderen in een paard. Stam 6 t/m 9 vindt men terug bij ezels. Dat betekend dat paarden en ezels elkaar niet kunnen besmetten. Ook al zijn er vijf stammen die een paard kunnen besmetten, er zijn er maar twee die rede geven tot zorgen. De andere drie gaan over het algemeen ongemerkt voorbij. De gevaarlijkste stammen zijn EHV1 en EHV4. De verschillende stammen zijn dan wel nauw met elkaar verwant maar hebben toch zeker genetische, virologische, pathologische en antigene verschillen. Daardoor is het ziektebeeld en de ernst hiervan ook verschillend.

EHV4 is de vorm die voorkomt bij jonge paarden. Dit uit zich door ademhalingsproblemen die veroorzaakt worden door beschadigingen in de voorste luchtwegen. Deze vorm veroorzaakt niet altijd klinische symptomen. Meestal uit deze vorm zich door koorts, neusuitvloeiingen, verminderde eetlust en een hele enkele keer ook abortus of neurologische verschijnselen.
EHV1 is de gevaarlijkste variant. Deze stam kan ademhalingsproblemen veroorzaken, maar ook ataxie, coördinatie stoornissen, verlammingsverschijnselen, maar vaker ook abortus laat in de dracht.

Besmetting is een groot gevaar bij Rhino / Bron: NeveahBesmetting is een groot gevaar bij Rhino / Bron: Neveah

Besmetting

Besmetting gebeurd doordat een ziek dier in contact komt met een ander dier, maar ook via indirecte aanraking zoals bijvoorbeeld door het aaien van een ziek paard en kort daarop een gezond paard of door materialen zoals stro, staldeur, liksteen etc. Echter kan het virus zich maar over korte afstanden verspreiden door de lucht. Daardoor, als men voldoende maatregelen neemt, kan het virus redelijk makkelijk geïsoleerd worden. Rhino is een virus die het beste gedijt bij lage temperaturen. Daarom is het risico in de herst en de winter ook groter als in de zomer.

Als een dier eenmaal besmet is geraakt en dit overleefd heeft het paard resistentie opgebouwd. De kans op overleven is groter als een paard veel antistoffen heeft, gezond is voor de ziekte toeslaat, regelmatig ingeënt wordt en weinig contact heeft met paarden buiten het terrein.

Virus in actie

Zodra een paard besmet is zal het virus zich als eerste vermeerderen in het epitheel van de voorste luchtwegen waarna het verspreid naar de regionale lymfeknopen. Als dit de eerste keer is dat het paard Rhino heeft is de kans groter dat de infectie uit zal breiden naar de rest van het ademhalingsstelsel. Dit gaat meestal samen met koorts, verminderde eetlust, opgezette lymfeknopen, oogvloei, heldere tot slijmerige geelgroene neusvloei en dikke benen. De uitgebreide virusuitscheiding, namelijk door middel van lichaamsvocht kan 7 tot 14 dagen aanhouden.

Abortus vorm

De abortusvorm komt vanzelfsprekend voor bij dragende merries. Het virus heeft de voorkeur voor bepaalde delen van het lichaam. Bij drachtige merries ligt de voorkeur van het virus ter hoogte van de baarmoeder. Zodra het virus zich een weg heeft kunnen banen door de slijmvliezen in de neus de bloedbaan in concentreert het zich in de aders bij de baarmoeder. Dit resulteert erin dat de placenta loslaat en abortus volgt. Soms dringt het virus ook door de placenta heen en gaat het veulen in. In beide gevallen wordt er danwel een dood veulen geboren, danwel een heel zwak veulen dat altijd binnen drie dagen sterft. Als het veulen dood geboren wordt spreekt men typerend over een veulen in ‘verse staat’. Dit houdt in dat het veulen en de placenta er gezond uit zien.

Neurologische vorm

De neurologische vorm komt minder vaak voor. Er zijn twee stammen bij type 1 Rhino, hierdoor veroorzaakt de een wel neurologische symptomen en de ander niet. Typerend zijn symptomen die duiden op problemen met het zenuwstelsel. Het virus heeft de voorkeur voor het centraal zenuwstelsel ter hoogte van de lendenen en rug. Het virus valt het weefsel in en om de aders aan. Het lichaam probeert deze schade te herstellen, maar niet alle schade kan altijd hersteld worden. Als de aders aangetast zijn vormen zich bloedpropjes om het lekken te stoppen. Al deze schade en reparaties zorgen weer voor beschadigingen in het zenuwstelsel dat er op zijn beurt mee op houdt omdat neuronen in de hersenen afsterven. Dit uit zich meestal als eerste als een slappe staart maar breidt zich meestal uit tot ataxie en in sommige gevallen gaat het zo ver dat het paard niet meer op de achterhand of zelfs de voorhand kan blijven staan. Typerend is dat als er schade is in de ‘witte stof’ in de hersens ataxie ontstaat. Bij beschadiging van de ‘grijze substantie’ ontstaan er verlammingsverschijnselen.

Latente infectie

Nadat een paard geïnfecteerd is met Rhino blijft het dier vaak drager van het virus. Over het algemeen levert dit geen problemen op bij het paard zelf of bij andere paarden aangezien het virus geen infectie- en besmettingsgevaar levert. Het virus zit meestal in de ‘Nervus trigeminus’ oftewel de vijfde kopzenuw. Hier verblijft het virus totdat het paard ziek wordt, zodra de weerstand van het paard omlaag gaat kan het virus opnieuw toeslaan en ook weer besmettelijk worden. Helaas, bij latente dragers, zijn de typische symptomen meestal niet zichtbaar, ook niet als het paard weer een besmettelijke periode in gaat vanwege een verlaagde weerstand. Dit is vaak hoe Rhino opnieuw de kop op weet te steken. Het virus blijft latent aanwezig bij 30 tot 40% van de besmette paarden.

Diagnose

De diagnose kan op meerdere manieren geconstateerd worden. Vooral bij de abortus vorm is de diagnose vrij makkelijk te stellen. Het feit alleen al dat de dracht in een laat stadium spontaan afgebroken wordt is reden om aan te nemen dat er sprake is van Rhino. Daarom is het altijd zaak om de dierenarts zo snel mogelijk te bellen als er sprake is van een spontane abortus in laat stadium. Het veulen zelf is een ware virusbom, in eerste instantie wordt meestal gekeken naar de lever van het veulen. Als hier met het blote oog witte puntjes op te zien zijn is de diagnose eigenlijk al zo goed als zeker. Verder wordt er een biopsie genomen van de longen, milt of thymus. Het biopt wordt getest in een laboratorium die de uitslag met 100% zekerheid kan bepalen.

Bij de zenuwvariant wordt bloed afgenomen of een neusswab gedaan. Vooral de eerste is niet al te betrouwbaar. Het virus brengt altijd maar een korte tijd door in de bloedbaan en nestelt zich daarna in andere lichaamsdelen buiten de bloedbaan. Daarom moet bloed altijd onmiddellijk na de eerste symptomen afgenomen worden.

Behandeling

De behandeling van het virus is vaak een moeilijk proces. Bij de abortus versie is er vanzelfsprekend sprake van een dood veulen. Dit veulen wordt eerst een tijdje bij de moeder gelaten zodat de merrie weet dat het veulen dood is. Na de biopsie wordt het veulen weggehaald en vernietigd. De merrie wordt geisoleerd van alle andere paarden, de stal wordt helemaal leeg gehaald en met desinfectant schoon gemaakt en het stro wordt verbrand. De paarden die in contact zijn geweest met de merrie mogen niet meer verplaatst worden want deze paarden zijn mogelijk al besmet. De behandeling zelf bestaat uit symptoombestrijding. Een echt vaccin tegen Rhino bestaat er niet.

Bij de zenuwvorm is het proces met het paard en in-contact paarden in feite hetzelfde, alleen is de behandeling van het besmette paard anders. Het dier heeft meestal problemen met lopen en moet daarom beschermd worden tegen zichzelf om te voorkomen dat het paard zichzelf beschadigd tijdens een val. Ook hier bestaat de behandeling uit symptoombestrijding. Dit door middel van therapie, vochttoediening, ontstekingsremmers en antibiotica. In sommige gevallen is het van belang om de darmen en blaas manueel te legen. Paarden die besmet zijn met de neurologische vorm dienen binnen 24 uur te herstellen. Is dit niet het geval dan is de prognose erg slecht. Zelfs al herstelt het paard van de ziekte, dan nog zal hij fysiek nooit meer helemaal in orde raken. De keuze om het paard dan in te laten slapen is dan zeker het overwegen waard.

Preventie

Er zijn meerdere manieren om Rhino te voorkomen. Hoewel er altijd een zeker risico blijft bestaan kunt u wel veel invloed uitoefenen om het risico flink te reduceren. Rhino is het perfecte voorbeeld waarom er zoveel richtlijnen zijn op dierhouderijen. Veel van onderstaande tips zijn meestal alleen van toepassing op paardenhouderijen en fokkerijen, het is een kwestie van prioriteiten stellen om te bepalen wat belangrijker is voor hobbymatige paardenhouders.
  • Jonge gespeende paarden (jaarlingen) zijn een grote infectiebron. Hoewel zij een ander type van het Rhino virus bij zich dragen zijn ze altijd nog een erg gevaarlijke infectiebron voor drachtige merries. Houd daarom de jaarlingen altijd apart van drachtige merries
  • Voer altijd eerst drachtige merries. Zij lopen het grootste risico om ziek te worden en hebben het meeste te verliezen. Door hen eerst te voeren kan er niet per ongeluk overdracht plaatsvinden vanuit andere paarden.
  • Houd nieuwe paarden vier weken in quarantaine. Als het paard Rhino heeft zal het zich binnen deze tijd manifesteren.
  • Laat sportpaarden niet bij fokmerries, omdat spotpaarden veel reizen en veel in contact komen met andere paarden hebben zij een groter risico het virus op te pikken.
  • Er kan preventief gevaccineerd worden tegen Rhino, echter is de ziekte nooit helemaal te voorkomen. De vaccinatie onderdrukt slechts de symptomen maar voorkomt ze niet.

Vaccinatie

Zoals al eerder gezegd bestaat er niet een echt vaccin tegen Rhino. Wel kunnen de symptomen onderdrukt worden. Er zijn verschillende vaccins op de markt. Ze verlagen allemaal de infectiedruk (zijn minder lang en minder sterk besmettelijk) en de ademhalingsproblemen zijn minder ernstig. Het merk Duvaxyn beperkt het risico op abortus het beste, voor de zenuwversie bestaat er geen voorkeur. De basisvaccin is twee keer met vier tot zes weken tussen de eerste en tweede enting. Na nog eens zes maanden wordt er een booster gegeven die elke zes maanden herhaald wordt. Drachtige merries worden meestal bij de vijfde, zevende en negende maand extra gevaccineerd. De veulens beginnen hun vaccinatie vanaf vijf a zes maanden.
© 2014 - 2024 Neveah, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Rhinopneumonie (EHV): gevaar voor zwangere merriesRhinopneumonie (EHV): gevaar voor zwangere merriesRhinopneumonie bij het paard, ook wel Equine virale rhinopneumonitis genoemd, wordt veroorzaakt door het equine herpes v…
Rhinopneumonie (Equine Herpes Virus) bij paardenRhinopneunomie, in de volksmond vaak Rhino genoemd, is een virusziekte die onder paarden voorkomt en wordt veroorzaakt d…
Thuistest virus baarmoederhalskankerThuistest virus baarmoederhalskankerVoor alle vrouwen in Nederland is het mogelijk om een online thuistest te bestellen waarmee zelf in alle privacy onderzo…
Syndroom van Gianotti-CrostiSyndroom van Gianotti-CrostiHet syndroom van Gianotti-Crosti is een huidaandoening die zich kenmerkt door een donkerrode huiduitslag. Deze uitslag b…

Zomereczeem bij paarden, wat te doen?We hebben het bijna allemaal wel eens gezien, een paard die zich tot bloedens toe open schuurt en waarbij de manen en st…
De faraomier willen we niet in de keukenDe faraomier willen we niet in de keukenHelp, mieren op het aanrecht, mieren in de voorraadla en mieren in de snoepjestrommel. Zelfs in de lolly waar een plasti…
Bronnen en referenties
  • Afbeelding bron 1: Neveah
Neveah (102 artikelen)
Gepubliceerd: 20-04-2014
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Dieren
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.