De verschillen in de dagvlinders zandoogjes
Een zandoogje is een dagvlinder die we in Nederland kunnen waarnemen. Er zijn drie soorten zandoogjes: het bruine, het bonte en het oranje zandoogje. Er zit verschil in maar het blijft af en toe goed kijken welke soort je waarneemt. Het bruin zandoogje-vrouwtje heeft namelijk veel weg van het oranje zandoogje-mannetje. Moeilijk om, zonder dat ze naast elkaar zitten, meteen te zien welke soort het nu is. Een zandoogje, maar welke?
Bruin zandoogje
Het bruin zandoogje heeft bruine tot zachtbruine vleugels met een oranje schijn of vlek. Het mannetje kan helemaal bruine vleugels hebben of met een oranjeachtige zweem op de vleugels. Het vrouwtje heeft een oranjeachtige kleur op beide voorvleugels. De vleugels hebben een lengte van 21 tot 28 millimeter. Het vrouwtje bruin zandoogje, is gemakkelijk te verwarren met het mannetje oranje zandoogje, door het oranje op de vleugels. In de punt van de voorvleugel hebben zowel het mannetje als het vrouwtje bruin zandoogje, een zwarte oogvlek met een witte stip in het midden. De achterrand van de vleugels is gekarteld. De onderkant van de vleugels heeft verschillende tinten zacht bruin met een gegolfde rand naar een kleurovergang en vaak met enkele zwarte stippen. De vliegtijd van het bruin zandoogje is in van juni, juli, tot en met augustus en het bruin zandoogje leeft zo´n 30 dagen.
Bruin zandoogje
Overwinteraar als rups
Het bruin zandoogje is te zien in een omgeving van veel verschillende graslanden (van natuurlijk tot ruig tot niet al te intensief gebruikte landbouwgronden), houtwallen, bermen en slootkanten. Maar ook in steden is het bruin zandoogje thuis in het stedelijk groen. Het bruin zandoogje vliegt in één generatie per jaar. De waardplanten voor de eitjes zijn diverse grassen zoals grote vossenstaart, gewoon reukgras en draviksoorten bijvoorbeeld. Het vrouwtje doet aan risicospreiding en legt één eitje per blad en op verschillende vegetaties. Het kan ook zijn dat de eitjes gewoon weggeschoten worden of dat het vrouwtje de eitjes laat vallen. Ze plakken dan aan het gras vast. Na 14 tot 30 dagen kruipt de rups uit het eitje. Het bruin zandoogje overwintert als half volgroeide rups in graspollen of in een strooisellaag.
Oranje zandoogje
Het oranje zandoogje heeft oranje vleugels. De voorvleugellengte is 21 tot 28 millimeter. Het vrouwtje is nét iets feller oranje gekleurd dan het mannetje. Het mannetje heeft twee bruine geurstrepen op de beide voorvleugels wat het vrouwtje niet heeft. De oogvlek is eveneens aanwezig bij het oranje zandoogje maar vaak (uitzonderingen op de regel) zijn het twee witte stippen die in het zwarte midden zitten. Dit in tegenstelling tot het bruin zandoogje die meestal één witte stip in de oogvlek heeft. De oranje vleugels hebben een brede bruine rand. De onderkant van de vleugels zijn licht crème-achtig met de bruine brede rand aan de vleugelpunten en met vaak de oogvlekken nog zichtbaar.
Oranje zandoogje
Habitat
Het oranje zandoogje is een liefhebber van droge tot vochtige graslanden met bossen of singels in de buurt. Het vrouwtje zet de eitjes een voor een af aan de sprieten van bladeren van vrijwel alle smalbladige zachte grassoorten zoals, kropaar, rood zwenkgras, gewoon struisgras en raaigras. Het vrouwtje kruipt diep in het gras om de eitjes af te zetten. Net als bij het vrouwtje van het bruin zandoogje, kan het zijn dat de eitjes gewoon weggeschoten worden of laat vallen en vastplakken aan het gras. Na 14 tot 22 dagen komt halverwege augustus de rups uit het eitje. Midden oktober zoeken de halfvolwassen rupsen een plek tussen het gras om te overwinteren. Pas na juni, het jaar erop, verpoppen de rupsen zich in 16 tot 21 dagen tot vlinder. Het oranje zandoogje leeft ongeveer 17 tot 34 dagen in juli en augustus. Er is dan ook maar één generatie jaarlijks.
Het verschil tussen een bruin zandoogje en een oranje zandoogje
| Bruin zandoogje | Oranje zandoogje |
Bovenkant | Zacht bruine tinten met een oranje achtige vlek op de voorvleugels. Het vrouwtje heeft meer oranje kleuren dan het mannetje. | Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben oranje vlekken op voor én achtervleugels. Het vrouwtje is intenser oranje dan het mannetje. |
Onderkant | Verschillende zachtbruine tinten met meestal enkele zwarte stippen | Verschillende zacht beige tot zacht bruine tinten met vaak witte stippen.
|
Witte stippen | Een witte stip in de oogvlek (zelden twee) | Twee witte stippen in de oogvlek (zelden een).
|
Bont zandoogje
Bont zandoogje
Het bont zandoogje herken je aan zijn donkerbruine verschijning op de bovenkant van de vleugels en dan vooral de opvallende stippen. Het bonte zandoogje heeft er acht! Eén op de voorvleugel (oogvlek) en drie op elke achtervleugel. De stippen zijn omzoomd door een lichtgele tot witachtige cirkel met in het zwarte midden, één witte stip. Langs de randen van de voorvleugels, die 19 tot 22 mm lang zijn, zien we een rij van zacht lichtgele vlekken en witachtige vlekken op de gehele voorvleugels. Een echt bont zandoogje. Het mannetje is iets kleiner dan het vrouwtje. De onderkant van de vleugels is een wirwar van licht geelachtig en bruin tot zwarte vlekken waar de oogvlekken doorheen schijnen.
Voorkomen
Het bont zandoogje is een dagvlinder die we bijna in heel Nederland kunnen zien en zich fors uitbreidt. In delen van de Betuwe, West Friesland, Friesland en Zeeland ontbreekt de soort nog. Het bont zandoogje komt voor langs bosranden en in open bossen. Het vrouwtje bont zandoogje legt de eitjes op grassen in die half in de schaduw staan. Grassen als pijpenstrootje, veldbeemdgras, straatgras of witbol. De mogelijkheid om een bont zandoogje te zien betreft een vrij lange periode betreft. Van februari tot begin oktober in twee of zelfs drie generaties. Het bont zandoogje leeft drie weken. Tot de eerste nachtvorstperiode en het bont zandoogje zal dan meestal overwinteren als rups, maar de mogelijkheid om een pop van het bont zandoogje te zien als overwinteraar is ook mogelijk.
Familie van de eurelia’s (Nymphalidae)
- atalanta
- distelvlinder
- dagpauwoog
- kleine vos
- gehakkelde aurelia
- landkaartje
- oranje zandoogje
- hooibeestje