Vleesetende planten
Vleesetende planten bestaan er in alle soorten en maten, zo zijn er 4 methoden waarop een vleesetende plant de insect kan lokken: kleefval, klapval, zuigval en de meest voorkomende manier de beker of kelkval. Dit artikel beschrijft de verschillende soorten manieren van lokken en legt tevens uit waarom de vleesetende plant 'vlees' nodig heeft om te overleven en niet leven op de manier zoals vele andere planten doen.
Vleesetende planten
Dat dieren planten eten is een algemeen iets, maar ook omgekeerd gebeurt het. Zo bestaan er
vleesetende planten. De planten groeien voornamelijk op plaatsen waar de bodem arm is. Normaal maken planten zelf hun voedsel van water en kooldioxide, deze zetten ze om in suikers. Buiten dit hebben planten ook mineralen en andere voedingsstoffen nodig om te overleven, de meeste planten halen dit uit de grond. De vleesetende plant juist niet, deze lokken insecten in de val, de insecten bevatten de voedingsstoffen voor de plant.
Hoe eet een vleesetende planten
De meeste vleesetende planten zijn kelk ov bekervorming, aan de rand hiervan zitten klieren welke net als bloemen nectar aanmaken. Deze nectar is zoet en geurend welke insecten aantrekt. Zodra de insecten zijn aangetrokken gaan ze de kelken of bekers verder in opzoek naar meer voedsel, daar belanden ze in een waterbad waarna ze verdrinken. Eruit komen is bijna niet mogelijk door de gladde en glibberige randen in de kelk of beker. De vloeistof waar het insect in beland bevat bacteriën en verteringssapppen waardoor het insect verteerd, op deze manier ontstaat een voedzame vloeistof voor de plant.
Andere manieren van het lokken van insecten
Kleefval
Een kleefval bestaat uit een kleverige afscheiding die uit de top van kleine steeltjes komt. Als een insect ermee in aanraking komt blijft het kleven en doordat het diertje zichzelf probeert te bevrijden komt het alleen maar meer onder het kleefsel te zitten. Tevens zorgt de afscheiding voor de vertering.
Klapval
Een klapval bestaat uit twee bladhelften die snel kunnen dichtklappen. Binnenin zitten per blad 3 tot 9 voelhaartjes. Als een haartje in korte tijd meerdere malen wordt aangeraakt, neemt het klapmechanisme aan dat er een dier tussen zit en klapt dicht. Tussen de dichtgeklapte bladeren komt een afscheiding vrij die het insect verteert.
Zuigval
Zuigvallen functioneren alleen onder water. Planten die van dit principe gebruikmaken bouwen binnenin zichzelf een lagedrukgebied op dat plotseling weer wordt opgeheven. Hierdoor worden water en eventuele dieren naar binnen gezogen.