De zakdoekenboom of vaantjesboom met witte schutbladeren
De zakdoekenboom of vaantjesboom heeft in mei opvallende grote schutbladen die omlaag hangen (als zakdoekjes) en de eigenlijke bloem beschermen, die tussen twee schutbladeren zit. De schutbladeren zijn in mei eerst geelgroen en worden elke dag een stukje witter tot ze op witte vlaggetjes of witte zakdoekjes lijken. De witte schutbladen hebben een tweeledige functie. Ze beschermen de bolvormige bloem tegen regen en ze trekken stuifmeelzoekers aan. De in 1868 in China ontdekte zakdoekenboom of vaantjesboom heeft de wetenschappelijke naam Davidia involucrata en is genoemd naar zijn ontdekker Père David. Involucrata betekent 'van omwindsels voorzien'.
De zakdoekenboom bij huis Verwolde in Laren (Gld.)
De zakdoekenboom of vaantjesboom (Davidia involucrata)
De vaantjesboom of zakdoekenboom (Davidia involucrata) is een loofboom en wordt meestal ingedeeld bij de familie Nyssaceae (de familie van de tweezaadlobbige planten). De zakdoekenboom mag echter ook ingedeeld worden in de Cornaceae-familie (kornoeljefamilie). Cornales is de botanische naam voor een orde van tweezaadlobbige planten. De boom is bekend om zijn bloeiwijze, waarbij de grote witte schutbladen aan zakdoekjes of vaantjes doen denken. Zakdoekjes of vaantjes die in het voorjaar, wanneer de boom bloeit, wapperen in de wind en een bijzonder schouwspel geven. De Davidia is een monotypisch geslacht, wat inhoudt dat er van het Davidia maar één soort voorkomt; de Davidia involucrata. Involucrata betekent 'van omwindsels voorzien', doelend op de grote witte schutbladeren die als wapperende zakdoekjes de bloem beschermen. Davidia is genoemd naar de ontdekker van de zakdoekenboom, de Franse missionaris David. In Nederland zijn voor zover bekend slechts enkele volwassen exemplaren.
Stam van de zakdoekenboom
Kenmerken (Davidia involucrata)
De bladverliezende zakdoekenboom komt van nature voor in Centraal- en West-China en kan daar tot 20 meter hoog worden. In het Nederlandse klimaat kan de boom tot 12 meter hoog worden. Het is een forse boom die op oudere leeftijd een brede, eironde en golvende kroon vormt. De schors schilfert op oudere leeftijd in kleine en verschillende grijstinten. De eenhuizige boom heeft zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen op één boom en bloeit in mei. Het duurt gemiddeld meer dan twintig jaar voordat de boom volop zal gaan bloeien. Sommige bloeiende bomen geven een onaangename geur. De boom kan vermeerderd worden uit het zaad van de vrucht wat echter jaren kan duren omdat het zaad een periode van vorst opgevolgd door warme temperaturen, nodig heeft. Vermeerdering van de zakdoekenboom gebeurt soms door ongeslachtelijke voortplanting (vegetatieve vermeerdering) maar bijna altijd door stekken. De boom groeit het best in een vochtige en voedzame bodem en verdraagt geen verharding. De boom kan goed tegen het klimaat in Nederland en kan vorst op een beschut plekje verdragen tot -15 à -17,5 graden.
Blad van de zakdoekenboom
Blad
Naast de twee witte schutbladeren bij elke bloem zijn er groene bladeren die 7 tot 14 centimeter groot zijn. De bladeren lopen spits toe, zijn eirond en hebben een gezaagde bladrand. Het blad hangt aan een bladsteel, die 3,5 tot 7 centimeter lang is en de nerven in het blad zijn duidelijk te zien. Het blad lijkt een beetje op het blad van de lindeboom. Het blad van de zakdoekenboom verkleurt in de herfst van geel naar oranje tot paarsrood en valt ongelijkmatig van de boom.
Bloem
Na ongeveer acht jaar gaat de boom voorzichtig bloeien, dit gebeurt in mei. Op het meerjarige hout ontwikkelt zich op een lange dunne steel, een klein bolletje (bloemhoofdje) met meerdere meeldraden en één vrouwelijke stamper (eenhuizig). De twee grote, witte schutbladeren, die eerst groen zijn en later mooi wit worden, omgeven de bloem. Het bovenste schutblad is kleiner dan het onderste schutblad dat ongeveer 16 centimeter lang is. De schutbladeren geven bescherming tegen wind en regen en vallen tevens op, zodat stuifmeelzoekers weten waar ze moeten zijn.
Bij sommige bomen hebben de vaantjes een sterke, niet lekkere geur maar andere zakdoekbomen hebben dit minder of niet. Uit het bloemhoofdje ontstaan na bevruchting door bijen of vlinders, vier centimeter grote steenvruchten met een vorm die te vergelijken is met een kleine gladde walnoot. Elke individuele vrucht hangt aan een lange rode steel. De vruchten zijn groen van kleur maar veranderen naar bruinrood. Als de bladeren zijn gevallen zijn de vruchten goed zichtbaar.
Vrucht
De vier centimeter lange en drie centimeter brede vruchten bevatten drie tot zes zaden die in de natuur de juiste omstandigheden nodig hebben, om na achttien maanden te ontkiemen. Dit betreft omstandigheden als warm maar ook vriezend weer. Na ontkieming van de zaden duurt het ongeveer acht jaren voordat de eerste bloei verschijnt. De volle bloei van de zakdoekenboom is pas rond de twintig jaar.
Weetje
- De Davidia involucrata of de zakdoekenboom wordt ook wel luierboom genoemd vanwege de witte schutbladeren.
- De lange zaden (steenvrucht) van de zakdoekjesboom kunnen om te ontkiemen ook een jaar lang in een plastic zak met bladeren verrotten. Het zaadomhulsel wordt zacht en zal na een jaar beter ontkiemen.