De Oosterse anemoon is een stinzenplant
Een bloem die prachtig blauw kleurt en wanneer in de lente de zon schijnt een blauw uiterlijk geeft op de bosbodem. Een bloem met vele blauwe bloempjes wanneer deze bloeit: de Oosterse anemoon (Anemone blanda). Deze anemoon heeft andere familieleden waarvan de Bosanemoon (Anemone Nemorosa) een soort is die iedereen wel kent. De Oosterse anemoon is familie van alle soorten boterbloemen en waterranonkels. De Oosterse anemoon en de Blauwe anemoon (Anemone apennina) lijken veel op elkaar en zijn moeilijk uit elkaar te houden. Wanneer de bloem bloeit, is het erg belangrijk om naar de beharing van de planten te kijken.
Oosterse anemoon (Anemone blanda)
De Oosterse anemoon is een kruidachtige plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) waarvan meer dan 300 verschillende soorten voorkomen in Europa. In Nederland en België alleen al 46 soorten, waaronder het geslacht Anemone (Anemoon).
Geslacht
Bij het geslacht Anemone horen onder andere de;
- Blauwe anemoon - Anemone apennina;
- Oosterse anemoon - Anemone blanda;
- Poppy anemoon - Anemone coronaria;
- Anemone hupehensis of Chinese anemoon;
- Bosanemoon - Anemone nemorosa;
- Gele anemoon - Anemone ranunculoides.
Oorsprong Oosterse anemoon
De Oosterse anemoon (Anemone blanda) is van oorsprong afkomstig uit Azië. De Nederlandse naam verwijst hier ook naar: een plant uit het oosten, de Oosterse anemoon. De Oosterse anemoon lijkt heel veel op de Blauwe anemoon (Anemone apennina), maar bij de Oosterse anemoon zijn de onderzijden van de bladeren ook behaard en de bloemsteel knikt naar beneden tijdens, en na de bloei.
Stinzenplant
De Oosterse anemoon is een stinzenplant, want betekent dat de soort van nature niet in Nederland of België voorkomt. De Oosterse anemoon komt van nature voor in Griekenland en Turkije (zuiden van Europa). Van deze anemoon bestaan veel gekweekte soorten in de kleuren wit, roze, rood en in allerlei kleurlagen blauw. Om de Oosterse anemoon juist te determineren kijk je naar het volgende verschil;
Kenmerk | Blauwe anemoon | 0osterse anemoon |
Bloembladeren aan de buitenkant en onderzijde bladeren. | Behaard. | Niet behaard. |
Bloemsteel tijdens de bloei en na de bloei. | Rechtop behaard tot en met de bloem en knikt niet. | De bloeisteel is behaard tot de bloem en knikt. |
Bloeistengel. | Bloemsteel met naar voren gerichte en aangedrukte haren. | Bloemsteel lang en afstaand beharing. |
Wortelbladeren. | De wortelbladeren hebben een korte steel. | De wortelbladeren zijn zittend aan de voet van de plant. |
Determineren
Kortom dé belangrijkste kenmerken voor de Oosterse anemoon zijn:
- bloemdekbladen kaal
- steel van de bloemen geknikt na de bloei en de
- deelblaadjes zijn zittend.
Beschrijving bladeren Oosterse anemoon
De Oosterse anemoon heeft een knolvormige wortelstok en wordt 10-20 cm hoog en wanneer de plant bloeit, ongeveer 25 centimeter. De wortelbladeren hebben zittende bladeren (ongesteelde slippen) en de bladeren zijn aan de bovenkant licht behaard. De onderkant is kaal. De bloeistengel is lang behaard en de haren stoppen bij de top. De onderkant van de bloem is niet behaard! Wanneer de Oosterse anemoon bijna is uitgebloeid of uitgebloeid is, dan gaat de bloeisteel iets knikken.
Beschrijving bloem Oosterse anemoon
De Oosterse anemoon bloeit van maart tot april en is te vinden in vochtige, voedselrijke loofbossen. Het is een stinsenplant die Zuid-Europa als oorsprong heeft en hier als verwildering is aangepoot of bij de kweker is gekocht. Ook komt er een witte verwilderde variëteit voor. De bloem is prachtig om te zien wanneer alle bloembaden open zijn (bij zonnig weer). Acht tot wel achttien blauw tot lilablauw gekleurde bloembladen, met in het midden een geel hart (de meeldraden). De bloembladen zijn aan de buitenkant, niet behaard en de wortelbladeren zijn lichtbehaard aan de bovenkant. De vermeerdering van de Oosterse anemoon vindt plaats door of te zaaien of door een stuk van de wortelstok te delen. De vrucht van de Oosterse anemoon is een dopvrucht en aan het zaad zit een mierenbroodje.
Windbloem
De geslachtsnaam Anemone kan vertaald worden met ‘windbloem’ en is afgeleid van de Griekse woorden anemos en mone. Anemos betekent wind en mone betekent plaats en verwijst naar de bloemen. De bloem van de Oosterse anemoon beweegt bij het minste zuchtje windje al. De soortnaam blanda betekent 'lieflijk' en verwijst naar het uiterlijk van de plant. Deze anemoon komt in het wild voor in Turkije, de Kaukasus en Syrië en geeft in Nederland en België, de voorkeur aan een iets lemige/kleiige bodem.
Giftigheid
Bij de Oosterse anemoon is het melksap iets giftig. Dit melksap bevat de stof protoanemonine. Protanemine is een is natuurlijk giftige organische verbinding. In alle soorten van de ranonkelfamilie (Ranunculaceae) komt dit giftig sap voor, zoals bij de anemonen. De giftigste plant in de ranonkelfamilie is de blaartrekkende boterbloem.