De winterakoniet, een vroege voorjaarsbloeier
Eind van de winterperiode kan de winterakoniet al bloeien. De gele bloemen laten zich vaak eerder zien dan sneeuwklokjes. Op plekken bij vroegere kastelen en landhuizen of in openbare parken waar in het verleden een landhuis of kasteel stond. Na jaren kleuren grote stukken van de grond felgeel. Vanuit de verte al te zien. De lente komt eraan!
Winterakoniet
De winterakoniet of Eranthis Hyemalis is een plant die eind van de winter kan bloeien. De winterakoniet is winterhard tot ongeveer -15 graden Celsius. Op een kort stengeltje groeit uit de ondergrondse knol, één bloem op een krans van groen blad. Na jaren kan een tapijt ontstaan van frisgroen blad en gele bloemetjes. De gele bloembladeren blijven gesloten wanneer de zon niet schijnt, jammer genoeg. De stengel, met de bloemknop komt gebogen boven de grond uit, half januari. De gebogen stengel kan zo het blad beter wegduwen, wat er bovenop ligt.
Er komen stengels met enkel blad of stengels met een bloem. Het blad staat als een mooie krans met op de stengel en de gele bloem staat prachtig in het midden van de krans. Een donkergroene krans met fraai ingesneden bladeren, lijkend op een hand met vingers. De heldergele bloemen hebben zes bloemdekbladen en hebben een hoogte van 5 tot 15 centimeter. De wetenschappelijke naam van de winterakoniet, Eranthis Hyemalis is precies de verschijningsvorm van de plant. Eranthis betekent voorjaar en Hyemalis betekent in de winter bloeiend!
De bloeiwijze
De kroonbladeren en kelkbladeren hebben ongeveer dezelfde grootte, vorm en kleur en we spreken dan ook van een bloemdek. De bloemdekbladeren hebben een tuitvormige honingklier (nectarium) en de vele meeldraden zijn buisvormig en tweelippig. De vruchtbeginsels (na bestuiving door insecten) hieruit groeiend zijn er ook vaak zes en deze groeien uit tot kokervruchten. Na de bloei en zaadvorming in de kokervruchten, verwelkt het blad vlot en verdwijnen de bovengrondse delen van de plant tot het volgend voorjaar, om dan opnieuw uit te lopen. De winterakoniet is een plant die vervolgens na de bloei en zaadvorming, de rest van het lente, zomer en herfstseizoen onder de grond doormaakt met knollen (een geofyt).
Standplaats
De winterakoniet is een bosplant en houdt van humusrijke en vochtige grond onder bomen. Bomen die in de herfst blad verliezen. De winterakoniet is een stinsenplant. Stinsenplanten is een verzamelnaam voor een bijzondere groep verwilderde voorjaarbloemen. Het zijn planten die vroeger (vanaf circa de 16de eeuw) met knollen, bollen en wortels naar Nederland zijn meegenomen uit warmere landen, om aan te planten bij landhuizen, kastelen, boerenhoven en pastorietuinen bijvoorbeeld. Vanuit deze plekken verwilderen stinsenplanten zich langzaam en burgeren zich in.
Andere stinsenplanten zijn onder ander;
- sneeuwklokje
- lenteklokje
- oosterse sterhyacint
- bosanemoon
- bosgeelster
- daslook
- blauwe anemoon
- kievitsbloem
- Italiaanse aronskelk
- holwortel
- gewoon vogelmelk
Vermeerderen
De winterakoniet kent twee methodes van vermeerderen
- het vormt kleine bruine knolletjes waaruit in het vroege voorjaar nieuwe planten uit ontstaan.
- door zaad. De zaadjes zitten op de top van de stengel in kokertjes. Half mei springen de kokertjes open en verspreid het zaad zich. Dit zaad kan ook handmatig naar andere plekken gebracht worden waar het ongeveer drie jaar duurt voordat er weer bloeiende winterakonieten zijn.
Knolletjes
Tuitvormig en tweelippig
Kokervrucht met zaad
De vroege vliegers
Voor de vroege vliegers in het voorjaar, zoals de hommel en honingbij is het fijn dat er al zo vroeg nectar en stuifmeel te vinden is. Juist de vroege vliegers moeten na de winterperiode energie opbouwen en de winterakoniet wordt dan ook bezocht door deze vroege vliegers. Wanneer het heel warm is vroeg in het voorjaar is het ook een dankbare voedselbron voor de eerste vlinders die overwinterd hebben als vlinder.
Weetjes
- vogels pikken zo vroeg in het jaar graag van de bloemblaadjes.
- voor de mens is dit niet aan te raden. Je moet ervan braken, het hart slaat op hol en er kunnen krampen (ook wel spasmen genoemd) van slokdarm, maag en darmen ontstaan.
- de winterakoniet is een koninklijke plant. In het vroege voorjaar wanneer de aardhommelkoningin wakker wordt en een plek gaat zoeken om te zorgen voor het nageslacht, is de winterakoniet met zijn stuifmeel en nectar een welkome ‘boterham’, een energiereep!