De sleedoorn met z'n bloesem en bessen
In het vroege voorjaar kunnen we genieten van de weelderige sneeuwwitte bloesem van de sleedoorn. Struiken zonder blad, volop bloeiend onder en tussen de nog kale bomen. Vooral wanneer de zon schijnt is het wit van de bloesem ragfijn doorschijnend. De bloesem en de vruchten die geneeskrachtig zijn. Maar pas op want de sleedoorn beschermt zichzelf met venijnige, grote en scherpe doornen verstopt tussen de mooie witte bloesem.
De sleedoorn
De sleedoorn (Prunus spinosa) is een plant uit de rozenfamilie en wordt ook wel zwarte doorn genoemd. Een heester die twee tot zes meter hoog kan worden. De sleedoorn is de wilde voorouder van de pruim. Pruim , perzik , amandel , abrikoos , kers , maar ook de sierkersen die in de lente wit en roze kleuren , zijn allen planten uit de rozenfamilie en behoren tot het tot het geslacht Prunus.
De sleedoorn is een naaktbloeier en de witte bloesems zijn er dan ook eerder dan het blad. Een opvallend rijke, mooie vloed van witte bloesem aan de nog kale takken van de sleedoorn en onder de kale takken van bomen. Waar de bloesem zo dicht bij elkaar staat, dat het lijkt alsof ze in trosjes groeien. De meeldraden en de stamper steken ver buiten de bloesemblaadjes uit. In volle bloei ruiken de bloemen lekker. Een beetje naar amandelen. De geur is afkomstig van blauwzuur uit bloesem, bast, doorns, vruchtkern en bladeren. Dit is echter zo weinig dat het niet giftig is. Wel vervelend. Vooral bij het vlechten van sleedoorns voor vlechtheggen, bestaat de mogelijkheid om gezwollen handen, tintelende vingers en last van duizeligheid en hoofdpijn te krijgen.
Van maart tot eind april bloeit de sleedoorn. Na de bloei kunnen er mooie groene bessen verschijnen die langzaam tot blauw berijpte bessen kleuren, in het najaar. Het zijn wrange bessen (steenvruchten) die pas na de eerste nachtvorst eetbaar worden. De pit van de sleedoornbes is keihard, net als het hout van de sleedoorn. De bessen worden door vogels gegeten en zo worden de pitten verspreid. De sleedoorn is te vinden in heggen, singels en lichte plekken in loofbossen. Ze verdraagt een plek in de volle zon en een vochtige en voedselrijke, kalkrijke bodem. De sleedoorn heeft stekende doorns. De Latijnse soortnaam 'spinosa' geeft al aan wat het opvallendste kenmerk van de sleedoorn is: de doorns.
De doorns
De sleedoorn heeft scherpe, grote en lange doorns. Doorns op takken en doorns aan het eind van de jonge twijgen, tussen de bloesem en later het blad en bessen. Het gaat om takdoorns. Deze zijn gevormd uit hout, het inwendige van de takken, en niet uit de schors, het buitenste laagje. Het hout van de sleedoorn is bijzonder hard en de doorns dus ook. Je kunt je er venijnig aan ‘prikken’. De roos, uit dezelfde familie als de sleedoorn, daarentegen heeft stekels. Stekels zitten als kleine uitstekels aan de takken en zijn gevormd uit de schors. Maar ook aan stekels kun je je venijnig ‘prikken’. Vogels bouwen juist graag hun nest tussen de takken van de sleedoorn. De doornen beschermen de jongen tegen vraatzuchtige belagers.
De bessen
De berijpte bessen van de sleedoorn zien er uit als kleine pruimen. Bij rijpheid zijn ze 1 tot 1,5 centimeter groot. Zo groot als een bes vandaar dat er gesproken wordt over bessen en niet over pruimen. Maar wanneer je in de herfst zo’n mooie donkerblauwe, berijpte bes wil eten, is het mogelijk dat je de sleedoornbes zo snel als het maar kan, weer uitspuugt. De bessen van de sleedoorn zijn wrang. Je wangen trekken samen en je tanden gaan stroef aanvoelen. Pas wanneer het gaat vriezen wordt de smaak zachter en zijn de sleedoornbessen eetbaar. De bessen zijn rijk aan vitamine C en looizuren. Het zijn de looizuren (plantaardige adstringentia) die minder samentrekken na een vorstperiode. Looizuur beschermt de boom tegen insectenvraat en aantasting door bacteriën.
Vermeerdering
De vermeerdering van de sleedoorn kan op twee manieren:
- bestuiving en zaden. De bloemen zijn tweeslachtig en hebben dus zowel mannelijke voorplantingsorganen, de meeldraden, als vrouwelijke voorplantingsorganen, een vruchtbeginsel met stamper. Insecten zoals wilde bijen en hommels, maar vooral de honingbij zorgen voor de bevruchting bij de sleedoorn. Hierdoor ontstaan de bessen met zaad (de pit). De bessen vallen op de grond of worden gegeten door vogels. Lijsters eten de bessen graag. De pit komt terecht in de uitwerpselen en gaat kiemen .
- wortelopslag. Nieuwe jonge scheuten ontstaan bij de wortels en groeien uit tot een nieuwe sleedoornstruik.
De naam
De Nederlandse naam sleedoorn bestaat uit twee woorden. Slee en doorn. Slee is een oud Nederlands woord voor pruim maar betekende vroeger (nu in het dialect nog steeds) ook: de tanden stroef (bot) maken. Een verwijzing naar het eten van de nog wrange vruchten. Doorn verwijst naar de lange, venijnige doorn. Net als de Latijnse benaming van de Sleedoorn: Prunus spinoza. Spinoza betekent: doorn!
De sleedoorn als medicijn
De bessen van de sleedoorn zijn niet bedoeld om zo uit het vuistje te eten maar zijn wel erg gezond omdat ze een hoog gehalte aan vruchtenzuren, aroma's en vitamine C bevatten. Bloesem, bladeren en vruchten zijn in het verleden en nu nog, medisch inzetbaar. Mede juist ook door de geringe aanwezigheid van blauwzuur en looizuur. Het blauwzuur of waterstofcyanide is een giftige kleurloze (tot zeer lichtblauwe) vloeistof en is goed oplosbaar in water. Over het algemeen komt het in de sleedoorn (met name in de bladeren en vruchten) in heel kleine hoeveelheden voor. Een erg bittere vrucht daarentegen en niet eten. Looistoffen of looizuren worden ook wel tanninen genoemd. Looizuren hebben een samentrekkende werking (de wrange smaak) waardoor eitwitten neerslaan. De tanninen verzachten bijvoorbeeld de slijmvliezen (als gorgeldrank) en stelpen bloedingen.
Geneeskrachtige bloesem
De bloesemblaadjes hebben:
- een zacht laxerende werking;
- een bloedzuiverende werking;
- een reinigende werking;
- een gunstige uitwerking bij verkoudheid.
Maak er bijvoorbeeld thee van. Doe één eetlepel bloesem in een kopje en overgiet dit met kokend water. Laat twee minuten trekken en drink niet meer dan een kopje per dag.
Geneeskracht van sleedoornvruchten
De tannines in de vrucht of bes kunnen helpen bij:
- diarree;
- blaasontsteking;
- ontsteking van het maagslijmvlies.
De bladeren van de sleedoorn. De bladeren van de sleedoorn hebben een licht laxerende werking en kunnen gebruikt worden voor het maken van thee. Giet kokend water in een theeglas waar kleine blaadjes in zitten (of snij ze even klein). Laat dit tien minuten staan. Zeef dit vervolgens en zoet het eventueel met honing of stevia.
Sleedoorn helpt tijdens de winter tegen uitputting en verminderde weerstand van het immuunsysteem en tegen voorjaarsmoeheid.
Interessant om te weten
- de zeldzame sleedoornpage heeft de sleedoorn als waardplant;
- de jonge blaadjes worden vaak door de spinselmot gegeten. De sleedoorn ziet er dan uit als een ingepakte boom of struik omwonden door zijdeachtige spinsels.