De eerste bloeiende lentebrengers na (of in) de winter
Ieder jaar, wanneer de jaarwisseling is geweest, vragen mensen zich af wat het nieuwe jaar gaat brengen. Een uitdaging, nieuw werk of ellende? Niets is zeker. Wel is zeker dat elk jaar, na oud en nieuw, keer op keer en eeuw na eeuw, één ding zich altijd zal herhalen in Nederland: de lente komt eraan. Door invloed van de weersomstandigheden, het ene jaar eerder zichtbaarder dan een ander jaar. Afhankelijk van een strenge winter of een zachte winter. Duurt de strenge winter tot in maart of is de winter in januari al afgelopen en komen de eerste lentebrengers? Of is er geen winter en ontwaakt de natuur al heel erg vroeg?
Weten / kijken / waarnemen
Bij een zacht verloop van de winter zullen de eerste lentebrengers zich al snel laten zien. Wie goed kijkt in de natuur en weet waar naar gekeken moet worden, kan dit mooi combineren met een wandeling en ondertussen waarnemen. Je weet de vaste plekjes waar de eerste lentebrengers zullen bloeien. Elke winter is het dan ook de vraag: is het dit jaar laat dat ze bloeien of vroeg? En sommige jaren is het zelfs extreem vroeg.
Vrouwelijk katje van de hazelaar
De hazelaar
De bloeitijd van de hazelaar is gemiddeld in januari tot maart. De hazelaar groeit op matig voedselrijke, vochtige, vaak kalkhoudende grond in loofbossen en hakhout. De hazelaar is een naaktbloeier, wat betekent dat de plant eerst bloeit en pas later bladeren krijgt. De bestuiving is afhankelijk van de wind. De hazelaar heeft de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen apart. De vrouwelijke bloeiwijze is als eerste te zien. De bloei is heel erg klein en je moet echt goed kijken en stilstaan om deze prachtige bloeiwijze te mogen zien. Het is een minuscuul klein rood bloemetje. Een prachtige ontdekking om te zien. De lente komt eraan! Elk jaar weer! De mannelijke bloemen zitten in de katjes en deze gaan gemiddeld bloeien in januari.
Een maand vroeger dan normaal
Het nieuwe lenteseizoen kan met de eerste lentebrengers een maand vroeger zijn dan het gemiddelde wanneer het moet bloeien. De eerste exemplaren van de Kaukasische els, die normaal gesproken in januari in bloei komt, bloeien dan al met de kerstdagen. Samen met de mannelijke katjes van de hazelaar kan de hooikoortspatiënt dan al in moeilijkheden komen. Oorzaak is een zachte decembermaand.
Sneeuwklokje
Het gewoon sneeuwklokje, met zijn sneeuwwitte bloemen, zien veel mensen als een van de eerste voorjaarsbrenger. Het is een bolgewas en het sneeuwklokje heeft een maximale hoogte van ongeveer 25 centimeter. Het sneeuwklokje komt voor op vochtige schaduwrijke plaatsen en verwildert heel gemakkelijk.
Gele kornoelje
De gele kornoelje is een bloeiende sierheester en kan zelfs groeien tot een flinke boom. In bloeiende staat ziet de gele kornoelje er werkelijk zeer vrolijk uit. Met een overvloedige bloei van gele bloemen aan de nog kale takken, in februari tot maart. De gele kornoelje is dus een naaktbloeier. Juist zonder groen blad lijkt de prachtige gele kleur nog feller. Het accentueert de gele lente kleur, wat ook de bedoeling is. De bestuiving vindt namelijk plaats door vroege bijen en hommels, op zoek naar nectar en stuifmeel. De gele kornoelje houdt van vochtige kalkrijke grond in singels (een met kreupelhout of bomen begroeide wal, langs een akker of weiland) en lichte loofbossen.
Gele kornoelje
winterakoniet
Wilgenkatje
Winterakoniet
De winterakoniet bloeit in februari tot maart uit knolletjes.De winterakoniet groeit op beschaduwde plekken en is een stinsenplant. Een stinsenplant komt onder andere voor op oude landgoederen en boerenerven. Meegebracht uit het buitenland door onder andere ambassadeurs, kasteeleigenaren en reizigers. De planten die we nu nog kunnen waarnemen hebben stand weten te houden in ons land en deze verwilderden zich. Stinsenplanten zijn in de regel voorjaarsbloeiers met opvallende bloemen.
Speenkruid
Niet de allereerste voorjaarsbrenger want het gewoon speenkruid bloeit in maart tot mei. Glanzend groene bladeren en felgele bloemen vormen een waar tapijt van vrolijkheid. Het speenkruid is te vinden op beschaduwde, vochtige en voedselrijke bodems.
Klein hoefblad
Klein hoefblad
Een prachtige felgele bloem zomaar uit het niets, lijkt het wel. Het klein hoefblad is een naaktbloeier en krijgt eerst de bloemen en pas later het blad. De bloeitijd van het klein hoefblad is in maart maar naar gelang de weersomstandigheden kan het klein hoefblad ook in februari al bloeien. Samen met het speenkruid de eerste geel bloeiende planten die na de jaarwisseling te voorschijn komen. Het klein hoefblad is te vinden op vochtige plaatsen, vooral op klei- en kalkgrond.
Wilg
Katjes horen bij het voorjaar. Zo gauw we katjes zien krijgen we lentekriebels. De wilg heeft katjes en deze katjes horen ook bij de eerste voorjaarsbloeiers. De eerste wilgenkatjes verschijnen vanaf maart bij de waterwilg (ook wel boswilg genoemd). De waterwilg groeit in halfschaduw in een bos maar ook aan slootkanten. Het kan een forse struik worden tot zelfs een kleine boom. De zachte katjes zijn zilverwit tot lichtgeel van kleur. De katjes van de waterwilg zijn tweehuizig wat betekent dat mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op dezelfde boom of plant voorkomen. De mannelijke katjes zijn eivormig en bedekt met zilverachtige haartjes. Vervolgens verschijnen de meeldraden dicht op elkaar. Vrouwelijke katjes zijn slank en langer dan de mannelijke katjes. De katjes bezitten honingkliertjes en ruiken naar honing.
Andere wilgensoorten zijn
Schietwilg
Een zeer snel groeiende boom die tot 30 m hoog kan worden. Uit de schietwilg zijn de knotwilgen ontstaan. Een heel beeldbepalend beeld in ons landschap.
Geoorde wilg
De geoorde wilg bloeit later. Pas in de maand april tot en met mei. In juni tot en met juli draagt de geoorde wilg vrucht. De geoorde wilg groeit op natte, voedselarme bodems en wordt drie meter hoog.
Grauwe wilg
Een wilg die te vinden is op matig voedselrijke en moerassige plaatsen. De takken van de grauwe wilg zijn grijsviltig behaard en de in maart bloeiende katjes hebben een roodachtige kleur.
Kronkelwilg
Twee varianten kent deze wilg. De treurwilgvorm (de lange takken hangen naar beneden) en de kronkelwilgvorm (met zijn gedraaide takken). Van deze wilg kan een afgezaagde tak, simpel door deze in vochtige en humusrijke grond te steken, zorgen voor een nieuwe wilg.
Kruipwilg
Deze wilg is een lage heester en kan soms uitgebreide vlakten bedekken. De struik komt voor op natte tot droge zandgrond, in duinen en moerassen en schraallanden. De bloeitijd is april- mei en overweldigend om te zien. Een witte laag van de bloeiende katjes bedekt over een uitgebreide vlakte.
Amandelwilg
Deze soort is meestal een heester en van deze wilg worden de eenjarige scheuten veel als vlechtmateriaal gebruikt.
Katwilg
Ook wel teenwilg genoemd en bloeit van maart tot april op vochtige grond. De katwilg is een struikvormige wilgensoort die zelden de vorm van een boom heeft. Ook de katwilg is tweehuizig en geschikt om manden van te vlechten of vlechtmatten. Menige dijk in Nederland heeft als ondergrond een gevlochten mat van teenwilgen van de katwilg.