Kwallen (of eigenlijk: Cnidaria)
Het is dit keer de beurt aan de Cnidaria, de volgende groep organismen in de reeks volgens de evolutie van het dierenrijk. Onder de Cnidaria vallen vooral de kwallen.
Cnidaria – Neteldieren
Na mijn vorige artikel over de sponsachtigen is het nu tijd voor de neteldieren. De wetenschappelijke naam voor deze groep organismen is Cnidaria. Dit komt doordat deze organismen een uniek systeem bezitten. Ze hebben netelcellen, die ze kunnen uitstulpen om hun prooi te vangen en te verlammen.
De neteldieren kunnen in twee vormen voorkomen: ze kunnen als vrijzwemmende medusen voorkomen (zoals de kwallen), of als poliepen die op de zeebodem vastzitten. Deze laatste vorm wordt ook wel sessiel genoemd, een ander woord voor vastzittend. Op deze verscheidenheid in levensvorm wordt de indeling van de cnidaria ook gebaseerd. Zo zijn de cnidaria onder te verdelen in de Hydrozoa, Scyphozoa en de Anthozoa. Hydrozoa zijn de organismen die deels door het leven gaan als meduse, en deels als sessiele poliep. Deze laatste is eigenlijk wel de voornaamste levensvorm van de Hydrozoa. De Scyphozoa zijn de dieren die praktisch alleen als meduse door het water zwemmen. Alleen tijdens de larvale stadia zijn de Scyphozoa tijdelijk als poliep te onderscheiden. Hieronder vallen dan ook de bekende kwallen. Als laatste de Anthozoa, organismen die hun hele leven als sessiele poliep voorkomen en geen enkele vorm van meduse kennen.
Onderdelen van de meduse:
De medusen zijn opgebouwd uit een geleiachtige exumbrella en subumbrella. Dit zijn de buitenste en de onderste laag die de buitenkant vormen van de meduse. Hierbinnen ligt nog een laag, een dikke mesoglea, die de binnenste holte van de meduse omsluit: de gastrale of gastrovasculaire holte. Op deze binnenste mesoglea liggen vier radiaire kanalen die van bovenaf naar beneden lopen en uitmonden in een ringkanaal aan de rand van de zogenaamde klok (de meduse van de Hydrozoa is te vergelijken met de bekende kwal. Deze bestaat uit een bolvormig gedeelte met daaraan de tentakels, en deze vorm wordt de klokvorm genoemd). Middenin de subumbrella, dus aan de onderkant van de klokvorm, bevindt zich het manubrium, ofwel de mond. Deze loopt als een dun buisje verder in de gastrale holte. Vanaf de subumbrella lopen er tentakels naar beneden toe. Aan de rand van de klok bevindt zich ook het velum, een soort zwemorgaantje, maar deze is moeilijk te vinden.
Vooral bij de Scyphozoa zijn naast de hiervoor genoemde onderdelen ook heel duidelijk de geslachtscellen, ofwel de gonaden, te herkennen. Deze liggen als duidelijke bollen onder de schijf van deze meduse (De Scyphozoa zijn in tegenstelling tot de Hydrozoa voornamelijk als meduse te vinden, en zijn niet meer klokvormig, maar afgeplat tot een schijfvorm). De Scyphozoa hebben echter geen velum. Wel hebben ze nog rhopalia. Dit zijn samengestelde zintuigen, bestaande uit statocysten, voor de evenwichtsbepaling, en ocelli, om de lichtprikkels te ontvangen voor de oriëntatie. Deze rhopalia zijn wel duidelijk herkenbaar wanneer je aan de rand van de schijf voelt (doe dit echter niet zomaar, mocht je het van plan zijn draag dan handschoentjes), omdat dit duidelijke verdikkingen zijn in de rand van de kwal.
Voortbeweging:
Kwallen bewegen zich voort door het water met behulp van contracties van de rand van de klok of schijf. Doordat ze de rand als het ware optillen, stroomt er een hoeveelheid water onder. Door deze dan samen te trekken, stuwt de kwal zich voort door de straal van water die hierbij vrijkomt.