Porifera - de sponzen
Dit artikel gaat over de groep van de porifera. Dit zijn de sponsachtigen. Ze leven op de zeebodem en hebben hun eigen manier van voedsel verzamelen.
Porifera:
De Porifera is de naam voor de groep van de sponzen. Porifera betekent dan ook letterlijk “drager van poriën”. De sponsachtige structuur bevat namelijk talloze gaatjes waar het water door naar binnen wordt geleid. Binnenin de holle spons (deze holte wordt ook wel spongocoel genoemd) zitten kleine choanocyten die de voedselpartikels uit het binnengestroomde water opvangen met hun eigen kleine flagella. Door middel van fagocytose (insnoering) wordt dit voedsel de choanocyte ingeleid. Het overtollige water wordt via het osculum (grote opening bovenin de spons) weer naar buiten gestuwd.
Sponzen zijn sessiel
Dit houdt in dat ze altijd aan een oppervlakte op de zeebodem vastzitten. Ook zijn ze hermafrodiet; ze produceren zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingscellen, die met het uitgestuwde water de spons uit gaan en op een naburige spons terechtkomen en daar tot bevruchting zorgen.
Type sponzen
Er zijn 3 types te onderscheiden bij de porifera: het ascon-type, het sycon-type en het leucon-type. Het ascon-type wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van slechts één osculum en één trilhaarkamer (de structuur in de buitenwand van de spons die het water via de poriën naar de centrale holte leidt). Het sycon-type heeft nog steeds maar één osculum, maar heeft meerdere trilhaarkamers. Tenslotte heeft het leucon-type zowel meerdere oscula als meerdere trilhaarkamers.
De porifera hebben 5 celtypen:
Spongocyt/sclerocyt: deze vormen de spicula (naaldjes) voor het “skelet”
Choanocyt: genereren de waterstroom en vangen de voedseldeeltjes uit het water
Amoebocyt: vertering en verspreiding van voedingsstoffen
Porocyt: vorming van het ostium
Pinacocyt: bekleding van de spons met sponshuid.