De ooievaar of witte ooievaar in Nederland
De ooievaar kunnen we weer volop tegenkomen in het Hollandse landschap. Als grote vogel op hoge palen en met een gigantisch nest bovenaan de top: het paalnest. Maar ook in tuinen zien we vaak een houten ooievaar met babykleertjes aan een lijn. Of vastgeplakt aan een raam zodat het lijkt of de ooievaar naar binnen is gevlogen. De ooievaar als aankondiger dat er een baby geboren is. Ooievaars en baby’s lijken bij elkaar te horen. Waar de zwangere vrouw vroeger vertelde dat de buik zo dik werd omdat ze veel rijst voor de ooievaar moest sparen voor de lange tocht. De ooievaar is alleen geen rijsteter maar een vleeseter.
De ooievaar (Ciconia ciconia)
De ooievaar is een grote vogel uit de familie ooievaars (Ciconiidae) uit de orde van de ooievaarachtigen (Ciconiiformes). De ooievaar die we in Nederland weer volop kunnen zien is de ooievaar Ciconia ciconia. Gewoon ooievaar genoemd of ook wel witte ooievaar. Het is in Nederland een broedvogel.
Soorten
Wereldwijd zijn er 17 ooievaarssoorten, waarvan er vier in Nederland voorkomen. Namelijk de:
- Abdims Ooievaar Ciconia abdimii (exoot/ingeburgerd)
- Ooievaar Ciconia ciconia (inheems)
- Zadelbekooievaar Ephippiorhynchus senegalensis (exoot/ingeburgerd)
- Zwarte Ooievaar Ciconia nigra (inheems)
Beschrijving van de ooievaar
De ooievaar, ook wel uiver genoemd is een grote witte vogel met zwarte vleugeldekveren. De ooievaar kan nét iets groter worden dan de blauwe reiger. Waar de
blauwe reiger gemiddeld 1 meter kan worden is de ooievaar 10 centimeter groter. Er wordt verondersteld dat het mannetje gemiddeld iets groter is dan het vrouwtje en dat het mannetje een langere en massievere snavel heeft. Zo op het eerste oog heeft het mannetje geen bijzondere kenmerken om ze van het vrouwtje te onderscheiden. In vlucht kunnen de uitgestrekte vleugels een spanwijdte hebben van wel 195 tot 215 centimeter hebben. Enorme vleugels die het mogelijk maken dat de ooievaar urenlang op opstijgende warme lucht (thermiek) kan zweven, zonder een vleugelslag te hoeven maken. Met de lange witte nek, rode puntige snavel en rode poten, een prachtig gezicht om te zien vliegen. Geen enkele vogel is te verwarren met de ooievaar. Een jonge ooievaar heeft roze poten en een zwarte snavel. De volwassen ooievaar met rode poten staat vaak maar op één poot.
Waarom op één poot?
De rode lange steltpoten van de ooievaar maken het mogelijk dat er in water gewaad kan worden, zonder dat het verenpak nat wordt. De poten zijn kaal en ze hebben vrij korte tenen die aan de basis kleine vliezen hebben, zodat ze stevig in het water kunnen staan. Waadvogels zoals de ooievaar, flamingo, reiger en lepelaar staan vaak op één poot en de andere poot zit dan opgevouwen tussen de veren. In 2009 hebben onderzoekers Matthew Anderson en Sarah Williams, vergelijkingspsychologen aan de universiteit van Philadelphia, ontdekt waarom. Water onttrekt meer lichaamswarmte weg bij de vogels dan de grond. Wanneer er dus met twee poten in het water wordt gestaan of andere koude oppervlakten, verliezen de vogels meer lichaamswarmte dan met een poot. De conclusie is dan ook: deze houding heeft te maken met thermoregulatie. Het onderzoek is gedaan met flamingo’s maar aangenomen wordt dat dit ook voor ooievaars, reigers en lepelaars geld.
Andere theorieën zijn:
- het hart gebruikt meer energie bij twee poten om deze te voorzien van bloed;
- mogelijk speelt camouflage een rol.
Habitat
Ooievaars komen vooral voor in open terreinen zoals grasland, moerasachtige gebieden, agrarische gebieden en oeverstroken. In het voorjaar (februari/maart) komen ze uit de overwinteringsgebieden terug. De ooievaars zijn trekvogels en vliegen in het voorjaar langs twee routes om terug te keren naar de broedgebieden en om in het najaar (eind augustus) terug te keren om te overwinteren.
- De westelijke route is van Noord- en West Afrika naar Gibraltar over Portugal, Spanje en Frankrijk.
- De oostelijke route is van Midden-en Zuid Afrika via de Bosporus terug naar Europa. De ooievaars naar Nederland nemen de westelijke route en komen uit West Afrika en het Iberisch schiereiland (Spanje en Portugal).
Nesttrouw
Eenmaal terug op de broedplek wordt door de volwassen ooievaar het nest van het jaar (of jaren) ervoor weer opgezocht. De ooievaar is nesttrouw. De paartjes vinden elkaar weer terug bij het nest en zo lijkt het alsof ze elkaar trouw zijn. De ooievaar die voor het eerst volwassen is (vanaf het derde levensjaar zijn ooievaars geslachtsrijp) bouwt een enorm nest op bomen, daken, boerderijen, kerktoren of door mensen gemaakt nest op een paal.
Dieptepunt
Eind jaren zestig ging het met de aantallen ooievaars in Nederland bedroevend slecht. De ooievaar was bijna verdwenen. Het dieptepunt was in 1975 met maar negen broedparen. De oorzaken werden gezocht in:
- het opofferen van poldergebieden voor woningbouw en industrieterreinen;
- de jacht op ooievaars (Frankrijk);
- gifgebruik in land- en tuinbouw.
Ooievaarsdorpen
In 1969 werd door de vogelbescherming een terrein van 5 ha. aangekocht om een fokprogramma voor ooievaars op te starten: het Liesvelt. Dertig jaar later is het succes groot te noemen. De ooievaar broedt weer volop in Nederland. De kooien van het fokprogramma zijn verdwenen en in 1999 werd de Stichting Streekcentrum Ooievaarsdorp Het Liesvelt opgericht. Tegenwoordig een plek voor rondleidingen, workshops, speurtochten voor kinderen, voorlichting en activiteiten voor scholen en bezoekers om de waarde van de streek te laten zien en beleven. Ook werden er in de vorige eeuw diverse ooievaarsstations opgericht waar de ooievaar werd opvangen en uitgezet. Het gaat zo goed met de aantallen ooievaars dat een aantal ooievaarsstations de nestpalen weggehaald hebben met als reden dat het tijd wordt dat de dieren zichzelf maar moeten redden.
Voedsel
Ooievaars hebben een uitgebreid en gevarieerd menu. Ooievaars zijn vleeseters. Ze jagen behoedzaam met de lange steltpoten door de weilanden op wormen, slakken, grote insecten (zoals sprinkhanen, kevers en libellen), hagedissen, slangen, kikkers, padden en muizen en zelfs een konijn staat op het menu. Ook willen ooievaars dode dieren (aas) nog weleens op het menu hebben staan. Het moeilijk verteerbaar materiaal wordt in de maag met sterk maagzuur en krachtig werkende enzymen, zo goed als mogelijk verteerd. Het onverteerbare voedsel hoopt zich op in de maag en wordt van tijd tot tijd uitgebraakt. Om de jonge ooievaars in het voorjaar te voeren gaan de ouders om beurten op voedseltocht. Het ingeslikte en halfverteerde voedsel, wordt bewaard in de krop en in het nest uitgebraakt.
Waarom klepperen ooievaars
Ooievaars kunnen geen geluid maken omdat er spieren in de keel ontbreken en het klepperen met de snavel het enige geluid is dat de ooievaar kan voortbrengen. Klepperen is de communicatie van ooievaars. Een vriendelijke begroeting, bijvoorbeeld tussen partners maar ook om soortgenoten weg te jagen. Vriendelijk klepperen gebeurd met de kop achterover en de snavel omhoog. Bij angst en agressie wordt er met gebogen kop geklepperd. Buiten de broedtijd is de ooievaar erg ‘zwijgzaam’ met klepperen.
Weetjes
- Ooievaars hebben echt iets met mensenbaby’s. Sinds de WOII geven de geboortecijfers en de ooievaarsstand een vrijwel identiek verloop.
- Ooievaars kunnen dertig jaar worden!
- Ook Nederlandse ooievaars gaan terug naar het overwinteringsgebied via de oostelijke route en terug.
- trap er niet in. Ooievaarskuitenvet: een niet bestaand vet waar een onwetend iemand 1april op uit gestuurd kan worden.