Verschil tussen de purperreiger en de koereiger
Naast de blauwe reiger en de grote zilverreiger is er in Nederland de kans om nog andere reigers te zien. Bijvoorbeeld de purperreiger of de koereiger, altijd een verrassing om te zien. De purperreiger lijkt op de blauwe reiger en de koereiger helemaal niet. Het is een reiger die meer lijkt op een eend en te vinden is tussen het vee buiten in de wei. Tussen paarden, schapen en koeien. Aan dat laatste heeft deze reiger ook zijn naam te danken. De kans om deze zeldzame koereiger te zien wordt in Nederland alsmaar groter.
Roeipotigen
De purperreiger en de koereiger zijn familie van vogels (Aves) uit de orde van de roeipotigen. Een familie waar de blauwe reiger, de grote zilverreiger, kleine zilverreiger, de groene reiger en ook de ralreiger onder vallen: de reigerfamilie (Ardeidae). De roeipotigen (of pelikaanachtigen) is een groep van vogels die stevige lange tenen hebben waar zwemvliezen tussen zitten. Roeipotigen zijn dan ook echte watervogels die met de stevige tenen en zwemvliezen goed in het water kunnen lopen. Het verblijfgebied is dan ook te vinden in de buurt van water.
De purperreiger (Ardea purpurea)
De purperreiger is iets kleiner dan de blauwe reiger en de grote zilverreiger. Waar de laatste twee ongeveer 1 meter meten, is de purperreiger 80 tot 90 centimeter groot. De verschijning is slanker dan de blauwe reiger. De vleugels en de rug van de purperreiger hebben ongeveer dezelfde lei-blauw tot grijze kleur als de vleugels van de blauwe reiger maar net iets donkerder. Bij het
strijklicht van de zon lijkt het of er een purperen gloed inzit, vandaar de naam. In het broedseizoen zijn de rug en vleugels echter kastanjebruin van kleur. Een zwarte kruin op de kop, net een petje, en een kastanjebruine borst met witte en zwarte veren. De lange roodbruine nek heeft een verticale zwarte lijn en de veren lopen uit op zwart en witte franjeachtige sierveren die over de borst vallen. De verticale zwarte lijn over de nek wordt benadrukt door een zwarte lijn onder het oog wat achterin de nek in lange zwarte sierveren uitloopt. Net een staartje. De lange poten en lange tenen (langer dan de blauwe reiger) zijn oranje-geelachtig, net als de grote spitse snavel. Een prachtig plaatje om te zien.
Kenmerken purperreiger
De purperreiger is alleen erg schuw, dus het benaderen op korte afstand zal erg moeilijk worden. Net als de blauwe reiger vliegt de purperreiger met een ‘doorgezakte’ nek, met een ronding (een S-vorm) en met de lange poten en tenen is het een grote vogel in de lucht. Bij de purperreiger is de S-vorm nog duidelijker en de vleugelslag is trager dan bij de blauwe reiger. Wanneer de onderkant van de vleugels zichtbaar zijn geeft dit een prachtig kleurenpalet: van antracietgrijs naar zacht grijs en rood (roze) bruin. Het geluid van de purperreiger lijkt op het geluid van de blauwe reiger maar minder hard en veel minder. De purperreiger is zwijgzamer.
Voedsel purperreiger
De purperreiger is een watervogel en te vinden in de buurt van voedselrijk water. Purperreigers vissen graag op modderkruipers, waterinsecten (o.a. larven van de libel) en vissen. Ook insecten, kleine zoogdieren (kikkers en muizen) en amfibieën worden verschalkt. Vooral in de vroege avond en ochtend foerageert de reiger vanuit een stilstaande houding.
Habitat purperreiger
De purperreiger is te vinden in natte gebieden met ondiep voedselrijk water en met hoge en dichte vegetatie, waarin de nesten gebouwd kunnen worden. De purperreiger is een trekvogel. Vanuit hun overwinteringsgebieden in West-Afrika (de kuststrook van Senegal tot Ghana) en ten zuiden van de Sahara komen ze eind maart, april in Nederland aan. Nederland, waarvan de kop van Overijssel en Friesland, de meest noordelijke broedgrens is. De populatie broedvogels neemt toe in Nederland en er zijn in 2014 ongeveer 800 broedparen purperreigers. Een aantal broedgebieden in Nederland zijn:
- Hoge Boezem van de Overwaard bij Kinderdijk;
- Zouweboezem bij Ameide.
De koereiger
Een reiger waar je, wanneer je deze ziet, eerder aan een eend denkt dan aan een reigersoort. Maar ook de kleine koereiger hoort bij de reigerfamilie (Ardeidae). In Nederland wordt de koereiger steeds vaker gespot. Het gebied waar de koereiger ‘thuis’ hoort is rond de Rode zee (een langgerekte binnenzee gelegen tussen Azië en Afrika), Spanje en Marokko. De naamgeving van de koereiger komt van het feit dat de reiger vaak te spotten is tussen koeien en ander vee buiten. Paarden en schapen. De kleine reiger op de rug van een paard of tussen de hoge poten van een koe is werkelijk verrassend om te zien. Met zijn kortere poten dan andere reigersoorten is de koereiger juist veel te zien in weilanden waar ze voedsel vinden wat door het vee ‘omhoog wordt gestampt’ door de poten.
Kenmerken koereiger
De koereiger is gemiddeld 50 centimeter groot. Een kleine witte reiger en een gele snavel (in de winter). De snavel heeft veel roodtinten in de broedtijd naar de punt toe en het mooie witte verenkleed heeft in de broedtijd, geel bruine (isabelkleurig) sierveren. De poten zijn in de broedtijd roze tot oranje en in de winter donker. Vooral in de winter lijkt de koereiger veel op de kleine zilverreiger. Het zichtbare verschil is dat de koereiger gezetter is met een kortere hals en een gele snavel (de kleine zilverreiger een zwarte) heeft en niet altijd zichtbaar: de koereiger heeft geen gele tenen.
Voedsel koereiger
De koereiger heeft er zijn naam aan te danken. Hij jaagt op insecten die opgejaagd of omhoog gestampt worden door de poten van een paard, koe of schaap. Insecten als sprinkhanen, wormen, amfibieën zoals de kikker en kleine zoogdieren zoals muizen zijn het voedsel van de koereiger. Op de rug van koe, paard of schaap rust de koereiger vervolgens even uit.
Habitat koereiger
De koereiger foerageert op weilanden en droge akkerlanden, langs oevers van rivieren en meren en in moerassig gebied. Broeden doen ze in lage tot middelgrote struiken en lage dode bomen in het water en rietmoerassen. Samen met andere reigersoorten in kleine tot middelgrote kolonies. De koereiger is vanuit het zuiden steeds meer in Nederland te zien en heeft zelfs, in 1998 gebroed in de Wieden (Drenthe). De hoop is op meer broedende koereigers de komende jaren.