De verzorging van een goudvis

Een goudvis verzorgen en oud laten worden is een kunst. Dingen als watertemperatuur of biologische huishouding kunnen het leven van je vissen aardig in de war schoppen. Om de twee dagen groen water of happende vissen zijn tekens dat er iets mis met de manier van omgang met je aquarium of vissenkom. Misschien voer je te veel of is er een andere reden waarom je vissen zich vreemd gedragen. Hier vind je een aantal tips en richtlijnen waar je aan moet denken als je een goudvis hebt of gaat kopen.

Aquarium

Als je vissen wilt houden, heb je aquarium of vijver nodig om ze in te houden. Wat is nu beter voor de vis, een vijver of aquarium? In de vrije natuur kunnen goudvissen wel 40 cm lang worden omdat ze de ruimte hebben, maar in gevangenschap niet. Goudvissen passen zich aan de grootte van hun woonruimte aan. Heb je een grotere bak, dan zullen je vissen beter groeien dan in zo'n klein bakje. Hoe lang de vis uiteindelijk wordt is afhankelijk van de woonruimte, filtering van het water, hoeveel voer je ze geeft en de kwaliteit van het voer en het aantal vissen dat je in één bak houdt. Er zijn verschillende leefregels voor alle verschillende soorten vissen. Een goudvis heeft minstens één liter water per centimeter lichaamslengte nodig. Dit betekent dus dat één kleine goudvis van bijvoorbeeld 5cm minimaal vijf liter water nodig heeft om genoeg zuurstof te kunnen krijgen en comfortable te leven, voor twee vissen van die lengte is dat dus minimaal 10 liter en ga zo maar door. Een vissenkom is dus niet geschikt voor het houden van goudvissen. Het ziet wel schattig uit, maar je vis zal zich doodongelukkig voelen. Een koudwateraquarium is veel beter geschikt om goudvissen te houden. Ze voelen zich beter door een groter wateroppervlakte waardoor er ook meer zuurstof in omloop is, je kunt er een pomp inzetten die de zuurstof regelt met een filter wat de biologische huishouding regelt of je kunt dingen als licht en vaste waterplantjes nemen. Een aquarium wordt minimaal ingericht met goed uitgespoeld grind, waterplanten en als je dat leuk vind een decoratiedingetje voor in de bak. Zoiets kan gewoon een voor aquaria bedoeld beeldje zijn maar zijn ook leuke zuurstofdecoraties te koop die je op een pomp kunt aan sluiten, zoals een schatkistje dat om de zoveel tijd zich opent en extra luchtbellen (zuurstof) aan het water toevoegd. Heb je een nieuwe zak grind gekocht, spoel het grind dan goed uit onder stromend water totdat het water helder is. Anders is je zojuist verschoonde aquarium zo weer vies. Doordat vissen veel eten en poepen maar ook wroeten in de bodem wordt het water snel vuil. Je kunt daarom het beste een pomp kopen, die zuivert en zorgt voor de circulatie van het water. Vooral als je meerdere vissen hebt is een pomp onmisbaar. Anders hangen ze bij het eerste warme meteen lucht te happen aan de oppervlakte. Warm water bevat namelijk minder zuurstof dan koud water. Zet een aquarium niet op een warme plaats of voor het raam want dan verwarmd de zon het water zodra ze gaat schijnen. Zet em ook niet naast de deur of op een onstabiele ondergrond. De gevaren daarvan zijn natuurlijk dat je aquarium omgestoten kan worden of kan vallen.

Nieuwe vissen laten wennen aan het nieuwe huis

Als je nieuwe goudvissen koopt krijg je ze mee in een zak met water, leg deze zak in het water van het aquarium zonder em te openen. Zo kunnen de watertemperaturen en de vissen aan elkaar wennen. Maak na 10 minuten de zak open en doe er een beetje water uit het aquarium bij zodat de vissen eraan kunnen wennen. Doe dit om de vijf minuten tot de zak half om half water en aquariumwater bevat. Het water in de zak is dan verdubbeld. Hierdoor wennen de nieuwe vissen aan de watersamenstelling en temperatuur van het aquarium. Laat de vissen dan los in het water van het aquarium. Het is beter om het water wat in de zak zit niet om te keren in het andere water. Gooi nadat je de vissen hebt vrijgelaten, de rest van het water uit de zak weg.

Voeding

Goudvissen zijn eters volgens het ritme, je moet ze dus dagelijks voeren. De meest gemaakte fout die gemaakt wordt is de vissen te overvoeren. Eén keer per dag is genoeg, geef ze wat vlokken of korrels. Het voer moeten ze opgegeten hebben voor het naar de bodem zakt. Als je meer geeft zakt alles wat ze niet op kunnen naar de bodem en dat gaat rotten tussen het grind. Ook poepen en plassen vissen meer als ze teveel gevoerd worden. Dit zakt allemaal naar de bodem en benadeeld de watersamenstelling. Ook ontstaat er zo een ideale voedingsbodem voor ziektekiemen. Als je je vissen met mate voert zorgt dat dus naast een helder aquarium ook voor gezondere en gelukkigere vissen. Let ook op je watertemperatuur, als het water kouder dan 10°C is eten de vissen niet of niet goed. Bij hogere temperaturen zijn je vissen actiever en eten ze meer. "Veranderen van spijs doet eten" is een uitdrukking die op vissen ook goed van toepassing is. Wissel de voeding af en toe af met wat rode-, zwarte- en witte muggelarven, watervlooien (daphia), tubifex en pekelkreeftjes (artemia). De meeste van de bovenstaande diertjes zijn bij de speciaalzaak naast natuurlijk levend ook bevroren te krijgen, laat ze dan goed ontdooien voor je ze aan de vissen geeft. Ga ze niet zelf vangen, je weet nooit wat voor ziektekiemen ze meebrengen van het andere water.

Verzorging

Het beste is één keer per week 1/4 tot 1/3 van het water te verschonen. Maak het filter alleen schoon als de doorstroming minder wordt. Maak je je filter de hele tijd schoon dan verstoor je de biologische werking in het water. Haal dode vissen en dode planten zo snel mogelijk weg en zuig de bodem schoon met behulp van een bodemzuiger. Ontlasting, voedselresten en plantenresten rotten op de bodem waardoor er ammoniak vrijkomt. Bacteriën verwerken deze stof met behulp van zuurstof via nitriet tot het minder schadelijke nitraat. Planten en algen zien nitraat als voeding waardoor je meer algengroei krijgt en de slijmhuid van de vis aangetast wordt. Als de slijmhuid van een vis aangetast wordt is de vis gemakkelijker te pakken door ziektekiemen en snel ziek word. Als je dus regelmatig je water ververst, niet te veel voert en vaste waterplantjes plaatst en die verzorgt blijven de nitraatwaarden binnen normale grenzen. Er bestaan watertesten waarmee je de waarden van het water in je aquarium kunt meten. Als je regelmatig je water ververst voorkom je dus in de toekomst veel problemen. Gebruik niet alleen maar kraanwater, vervang een deel van het water met waterbereider. Waterbereider bindt de metalen in het kraamwater en neutraliseert chloor zodat het leidingwater geschikt wordt voor de vissen. Leidingwater alleen is namelijk te agressief voor vissen door de metalen en andere stoffen die erin bevinden. Ook moet de temperatuur van het nieuwe water hetzelfde zijn als de temperatuur in het aquarium.

Aquarium verschonen

Doe in een schone bak de helft van het water uit het aquarium en de vissen, giet het water door een netje om het water te filteren van de grote stukjes oud blad van de waterplantjes en eventuele andere viezigheid

Maak de bak schoon en alles wat erbij hoort zoals de decoratie, het grind enz. schoon met lauw water en een schuursponsje dat alleen voor het aquarium wordt gebruikt. Gebruik geen schoonmaakmiddelen of chloor bij het schoonmaken van de kom of bak.

Doe dan het grind, de decoratie e.d. met het met waterbereider behandelde leidingwater in de schone vissenkom of bak.

Plaats de waterplantjes terug in het water en doe daarna de vissen met het oude water erbij. Denk eraan dat de temperatuur van het nieuwe water gelijk moet zijn aan die van het oude water. Laat em eventueel even staan tot het water op temperatuur is.