Ethologie: gedrag van dieren
Waardoor ontstaat het gedrag bij dieren? Is dit wat er wordt bedoeld met instinct? In de wetenschap van de biologie is er een deelgebied, de ethologie, dat zich bezighoudt met die vraag. In dit artikel lees je daarover, met de belangrijkste begrippen hierbij uitgelegd, want helaas laat het gedrag zich niet eenvoudig beschrijven.
Ethologie: prikkels en gedrag
Het gedrag wordt veroorzaakt door inwendige en uitwendige prikkels (
stimuli). De inwendige prikkel(s) en de uitwendige prikkel(s) zijn beide motiverende factoren die het dier kunnen motiveren om iets juist te doen of juist niet te doen. Die motiverende factoren kunnen de motivatie van het dier verhogen of verlagen. Zodra de prikkels een bepaalde hoogte (of toren) hebben bereikt, de
drempelwaarde genaamd, is de motivatie hoog genoeg om gedrag te vertonen. Op speciale uitwendige prikkels, de sleutelprikkel en de supernormale prikkel, kan het dier gelijk een bepaald gedrag vertonen, zonder tussenkomst van o.a. de drempelwaarde.
Wil je lezen over een voorbeeld die erg beroemd is in de biologie? Lees dan het artikel over de
stekelbaars. Hieronder een aantal begrippen die in de beschrijving van gedrag worden gebruikt.
Inwendige prikkel
Een invloed van inwendige omstandigheden (bepaalde centra in de hersenen kunnen informatie verkregen uit het lichaam vertalen naar een handeling).
Uitwendige prikkels
Een invloed van uitwendige omstandigheden (via zintuigen).
Motiverende factoren
Motiverende factoren zijn factoren, zoals inwendige- en uitwendige prikkels, die het mens of dier kunnen motiveren om gedrag te vertonen. Bijvoorbeeld de sleutelprikkel en supernormale prikkel (zie laatste begrippen).
Motivatie
De inwendige toestand bepaald de motivatie voor een bepaald gedrag. De motivatie zorgt voor het gedrag, als de motivatie hoog genoeg is.
Drempelwaarde
De drempelwaarde is een ‘hoogte’ van een aantal prikkels, die er voor kunnen zorgen dat de mens of dier gedrag gaat vertonen. Elke prikkel draagt bij tot de verhoging of verlaging van de motivatie.
Sleutelprikkel
Een vorm van gedrag waar maar één prikkel voor nodig is heet een sleutelprikkel. Op zo’n (enige) prikkel volgt altijd hetzelfde gedrag.
Supernormale prikkel
Een supernormale prikkel is een overdreven sleutelprikkel. Dat houdt in dat als je een 'normale' sleutelprikkel aanbiedt met een 'overdreven' sleutelprikkel, zoals een rode punaise versus een rode gum, het dier of mens dan toch voor de overdreven sleutelprikkel gaat (dus de gum). Die overdreven sleutelprikkel wordt in de ethologie supernormale prikkel genoemd.
Gedrag van dieren
Het gedrag van dieren kan dus gedefinieerd worden als het systeem waarmee dieren (geldt dus ook voor mensen) uitgerust zijn om veranderingen in de omgeving (zowel inwendig als uitwendig) op te meten en hierop gepast te reageren door zich aan te passen aan de gewijzigde situatie. Deze reactie op deze verandering ontstaat door een prikkel uit de omgeving, waargenomen door zintuigen.
Lees verder