De Berghond, een type hond apart
Veel van deze honden spreken mensen erg aan dankzij hun uiterlijk dat doet denken aan enorme knuffelberen, maar hun zelfstandige, waakse en bovenal beschermende aard maakt dat dit zeker niet honden voor iedereen zijn. In het Engels staan ze bekend als livestock guardian dogs, wat hun oorspronkelijke taak duidelijk maakt, namelijk het beschermen van vee.
De term 'berghond' is eigenlijk misleidend, want deze honden komen niet alleen in bergachtig gebied voor. Dit zijn grote imposante honden die zich goed kunnen redden in nagenoeg alle weersomstandigheden. Ze onderscheiden zich van andere honden door hun sterke wil en grote intelligentie, waardoor ze in staat zijn zonder tussenkomst van de mens hun eigen beslissingen kunnen maken.
Indeling
Geschiedenis
Al eeuwenlang bestaan er herders die met hun kuddes vee rondtrekken door grote verlaten landschappen. Hele dagen lang worden er kilometers afgelegd in een schijnbaar eindeloze zoektocht naar betere gronden met meer voedsel voor de dieren. De herders leven van hun vee en het is voor hun van groot belang dat de dieren in leven blijven, anders gaan de opbrengsten achteruit. Ver verwijderd van steden en dorpen, is er geen grote kans dat er hulp komt, mocht dat nodig zijn. Omdat hulp in menselijke vorm niet mogelijk is, zal er dus naar andere opties gekeken moeten worden.
Een succesvolle optie werd eeuwen geleden al ontdekt. Herdershonden die het vee bij elkaar hielden gingen meestal al mee, maar vaak waren deze honden niet groot en sterk genoeg om het tegen de belangrijkste tegenstanders op te nemen: wolven, beren en slechtgezinde mensen. Speciaal voor deze taak werden er andere honden gebruikt. Deze honden moesten van flinke substantie zijn, beschikken over grote moed, intelligentie, ze moesten zich hechten aan het vee en het verlangen hebben om deze dieren te beschermen.
Deze eigenschappen werden gevonden in molosser-achtige honden van oosterse afkomst. Deze honden waren flink behaard, groot, loyaal, dapper, hadden een groot uithoudingsvermogen en waren beschermend ingesteld. In hun taak als kuddebewaker waren deze honden subliem. Het duurde niet lang voor het succes werd erkent: verlies in de veestapel werd geminimaliseerd. Vandaag de dag zijn er nog maar weinig herders die rondtrekken met hun vee, herdershonden en kuddebewakers. Toch doen verhalen van de moedige molossers die hun baas en vee met hun leven beschermden nog steeds de ronde en spreken tot menigeen's verbeelding.
Vandaag de dag
In oost en zuid Europa zijn nog steeds rondtrekkende herders te vinden, alhoewel ze er niet veel meer zijn. Ook in Azië zijn ze nog te vinden in de meer onherbergzame en afgelegen streken. Grote roofdieren zoals wolven en beren zijn in het merendeel van Europa verdwenen, waardoor de behoefte aan kuddebewakers niet meer aanwezig is. In sommige plaatsen waar de honden ooit een belangrijk aspect van het dagelijks leven innamen, worden ze nu tentoongesteld op shows en voor toeristen. Hierbij wordt een traditionele halsband omgedaan die erg indrukwekkend oogt met lange, scherpe uitstaande ijzeren pinnen. Oorspronkelijk diende deze halsband om te voorkomen dat wolven of beren in de nek of hals van de hond konden bijten.
Voor de specifieke taak als kuddebewaker zijn meer dan dertig rassen ontwikkeld door de eeuwen heen. Een aantal van deze rassen zijn inmiddels al uitgestorven door het verdwijnen van de ongerepte natuur en de roofdieren die daarmee gepaard gingen, waardoor het werk van de rondtrekkende herder en zijn honden niet meer kon voortbestaan. Andere rassen hebben juist te maken gehad met een enorme groei in populariteit, omdat ze naast hun rol als kuddebewaker verder zijn ontwikkeld als erfhond, hond bij de politie of het leger, als persoonlijke bewaking en zelfs als gezinshond. Het is zelfs zo dat de meeste pups van rassen die van oudsher kuddebewakers waren, tegenwoordig worden verkocht aan mensen waar ze als huishond gaan leven.
In de laatste jaren gaat het steeds beter met de grote roofdieren in Europa. De wolf keert terug naar west Europa waar hij al meer dan een eeuw lang uitgestorven was. Het oude conflict tussen mens en roofdier keert terug en er is veel onbegrip voor het dier dat we al jaren geleden hadden uitgeroeid. Dankzij dierenbeschermingsorganisaties is het verboden om zeldzame wilde dieren zoals de wolf te doden. Hierdoor hebben boeren met kuddes vee een probleem: hun dieren vallen ten prooi, maar ze mogen de daders geen geweld aandoen.
Mastin de los Pirineos, een ras dat terug gefokt is naar het oorspronkelijke type. /
Bron: TBjornstad, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Om dit probleem aan te pakken, wordt er teruggegrepen naar de oude methodes om vee te beschermen, namelijk het gebruik van berghonden. Ook nu blijkt dat het plaatsen van meerdere honden bij een kudde ervoor zorgt dat de roofdieren het vee met rust laten. Op verschillende plekken in de wereld worden kuddebewakers opnieuw ingezet, zoals in Afrika, waar
Anatolische Herdershonden worden ingezet om het vee te beschermen tegen onder andere leeuwen. Het gebruik van berghonden blijkt zeer effectief en heeft als resultaat dat zowel het vee als de grote roofdieren worden beschermd.
Karakter
Een paar decennia is niet genoeg geweest om het karakter van de berghond zodanig te veranderen dat het een huishond werd zoals een retriever, herder of spaniel dat is, waarbij het maar de vraag is of het karakter überhaupt verandert moet worden. Bij een aantal rassen zijn de fokkers van mening dat het karakter wel moet worden aangepast zodat de honden beter kunnen functioneren in onze hedendaagse maatschappij, zoals is gebeurt met de
Anatolische Herdershond. Bij dit ras is het karakter enigszins milder geworden dan het bij hun voorouders was. Fokkers van andere rassen zijn juist van mening dat hun ras zo oorspronkelijk mogelijk moet blijven, zoals het geval is bij de Spaanse
Mastin de los Pirineos.
Alhoewel er per ras verschillen in het karakter zijn en ook binnen de rassen zelf verschillen voorkomen, mag er één ding duidelijk zijn: de essentie van alle rassen ligt in hun beschermende aard. Deze eigenschap mag niet onderschat worden omdat het een integraal deel is van de hond. Het waken hoeft de hond niet aangeleerd te worden, dit doen ze uit zichzelf. De honden zijn van nature vaak niet sociaal naar onbekende mensen toe, soms zelfs ronduit vijandig. De honden horen rustig en evenwichtig te zijn met een goed inschattingsvermogen van goed en kwaad, maar in de praktijk komt het nogal eens voor dat de honden onnodig agressief gedrag vertonen. Dit is te wijten aan een verkeerde opvoeding of slechte begeleiding bij de opgroeiende hond.
Een berghond is vaak niet waaks in de zin dat hij veel en onnodig blaft. In plaats daarvan observeert hij de omgeving en houdt alles nauwlettend in de gaten, liefst vanaf een plek waar hij de omgeving kan overzien. Als de hond een potentieel gevaar opmerkt, zal hij waarschuwen. Een berghond is van nature niet aanvallend, maar verdedigend. Wordt de waarschuwing genegeerd, dan gaat de hond verder. Wie niet luisteren wil, moet maar voelen. Aangezien de meeste berghonden nogal dominant van aard en niet snel geïntimideerd zijn, kan een confrontatie hard tegen hard gaan waarbij de berghond niet snel het onderspit zal delven.
Slaafs is de berghond totaal niet. Sommige rassen, zoals de
Cão da Serra da Estrela, hebben een grotere neiging tot gehoorzamen dan andere, maar over het algemeen kan worden gezegd dat ze alleen een oefening uitvoeren als zij het nut ervan inzien. De grote mate van zelfstandigheid en gebrek aan een zogenaamde will to please is te danken aan hun oorspronkelijke
Kaukasische Ovcharka pup van een paar weken oud. /
Bron: MnokeR, Wikimedia Commons (Publiek domein) taak als kuddebewaker. Ze waren hele dagen alleen met de herder en zijn kudde. Vaak was de kudde zo groot dat de honden een potentieel gevaar veel eerder opmerkten dan de herder. Ze waren op zichzelf aangewezen om juiste beslissingen te maken, zonder tussenkomst van de herder zelf. Deze eigenschap, de neiging om zelfstandige beslissingen te maken, is nog steeds terug te zien in de hedendaagse rassen.
Opvoeding
Het spreekt voor zich dat de beschermende aard van een berghond in banen geleid moet worden. Deze taak rust bij de eigenaar, die zich goed hoort voor te lichten over het karakter van het betreffende ras. De socialisatie is ontzettend belangrijk. Een pup hoort voldoende positieve ervaringen met andere honden op te doen, zodat hij later geen onnodige agressie naar soortgenoten toe vertoond. Socialisatie met vreemde mensen is net zo belangrijk. Een berghond zal zich waarschijnlijk nooit uitgesproken blij en enthousiast naar vreemden toe gedragen, maar het is belangrijk dat de hond leert dat vreemde mensen niet perse een gevaar opleveren. De socialisatie van deze honden houdt niet op na een paar maanden, het duurt een heel hondenleven lang.
Berghonden reageren in de regel slecht op een harde opvoeding. Ze eisen een respectvolle en rechtvaardige behandeling. Gebeurt dit niet, dan keert de hond zich tegen de betreffende persoon, zelfs als dit de eigenaar is. Een berghond is ontzettend loyaal en zou zijn leven geven voor zijn baas, maar deze moet dat wel verdienen. Bij de opvoeding van een berghond is de spreekwoordelijke ijzeren vuist in een fluwelen handschoen van toepassing. Strikt en consequent, maar liefdevol en eerlijk.
Deze honden worden niet geregeerd, ze zijn geen slaaf. In plaats daarvan zijn het partners die graag met en voor je werken, mits ze op een eerlijke manier behandelt worden. Een opvoeding gebaseerd op fysieke overheersing slaat de plank volledig mis. Als het op kracht aankomt, wint geen mens het van een berghond. Het gaat allemaal om mentaal overwicht. Deze honden zijn intelligent en onthouden dingen snel, waarna ze het ook een hele lange tijd onthouden. Een berghond vergeet nooit, wordt er wel gezegd. Een oefening of commando hebben ze dan ook vrij snel door, maar of ze de zin ervan inzien is een tweede.
Heropvoeding van een berghond is lastig, want ze zijn enorm zelfstandig en als ze het vertrouwen in de mens eenmaal kwijt zijn, is het moeilijk om deze te herwinnen. Het is dus essentieel om een hond van dit kaliber op een juiste manier op te voeden. Als je geïnteresseerd bent in een berghond, bedenk je dan goed wat voor verantwoordelijkheid je op je neemt. Een berghond als
huisdier houden, is niet voor iedereen weggelegd.
Uiterlijk en verzorging
Berghonden komen voor in verschillende groottes en met verschillende vachtsoorten. Het klassieke beeld dat een berghond bij de meeste mensen oproept, is een grote, zware, langharige hond. Het merendeel van de berghonden heeft echter geen overdreven lang haar. Dat zou immers alleen maar klitten, wat de hond zou hinderen tijdens zijn werk. De vacht is altijd weerbestendig, wat vaak neerkomt op een niet-klittende middellange tweeledige vacht bestaande uit een zachte, wollige ondervacht en grove, weerbestendige dekharen.
Het merendeel van de rassen die gerekend worden tot berghonden heeft een vacht zoals zojuist beschreven, maar er zijn ook rassen die een kortharige vacht hebben. Ook bij deze rassen is er altijd een ondervacht aanwezig, die zorgt dat de hond zich altijd buiten kan warm houden, weer of geen weer. De lengte van de vacht is geen bepalende factor of de hond wel of niet in een koud klimaat kan overleven, zoals de foto hierboven laat zien van een
Portugese
Rafeiro do Alentejo met een kortharige vacht in de sneeuw.
De uitzondering op bovenstaande vachtsoorten is de zogenaamde koordenvacht, een zelden geziene haardracht bij de hond die enkel wordt gezien bij de
Poedel,
Puli,
Bergamasco en
Komondor. Deze laatste wordt gerekend tot de berghonden. Een koordenvacht bestaat eigenlijk uit strengen vervilt haar. Een hond met deze vacht wordt geboren zoals ieder andere hond met een zachte puppyvacht. Naarmate de hond ouder wordt, groeit het haar waarna het op den duur begint te vervilten. Een koordenvacht behoeft niet zoveel verzorging. Eens in de paar maanden moeten de koorden 'gescheurd' worden, waarbij de strengen tot op de huid van elkaar worden losgetrokken. Het kan een hele toer zijn om een hond met een koordenvacht te wassen, de vacht doet er namelijk ongeveer drie dagen over om op te drogen.
Kraski Ovcar, een wolfsgrauwe berghond. /
Bron: Svar12, Wikimedia Commons (Publiek domein) De overige vachtsoorten behoeven niet uitzonderlijk veel verzorging, aangezien de vacht vaak niet-klittend is en daarbij ook nog zelfreinigend. Per ras verschilt de hoeveelheid vachtverzorging, afhankelijk van de vachtstructuur.
Pyrenese Berghonden hebben door hun fijne vachtstructuur bijvoorbeeld meer verzorging nodig dan een
Kuvasz, die wat ruwer middellang haar heeft, terwijl
Cães de Castro Laboreiro door hun korte vacht weer minder verzorging nodig hebben dan
Kuvasz. Veel rassen gaan meerdere keren per jaar door een intensieve ruiperiode heen, in deze periodes verliezen ze hun ondervacht. Het is handig om dan vaak te borstelen om alle losse haren uit de vacht te halen. Er wordt vaak aangeraden om berghonden niet te vaak te wassen, aangezien dit de kwaliteit van de vacht kan aantasten. Daarbij is de vacht vaak zelfreinigend, al het vuil valt er vanzelf wel uit.
Berghonden komen voor in allerlei maten. De schofthoogtes liggen grofweg tussen de 50 en 90 centimeter in, waarbij het merendeel tussen de 60 en 75 centimeter ligt. De vachten komen voor in uiteenlopende kleuren, van solide kleuren, gevlekt tot gestroomd en alles daartussenin. Opvallend is het aantal witte berghonden die allemaal rond het Middellandse Zeegebied voorkomen, wat doet vermoeden dat ze aan elkaar verwant zijn. Het verhaal gaat dat schaapsherders een voorkeur hadden voor witte honden, niet alleen omdat zij minder opvielen tussen de schapen, maar voornamelijk zodat de herders hun eigen honden niet verwarden met wolven en per ongeluk hun eigen hond afmaakten. Toch bestaan er naast de witte berghonden ook gekleurde honden in vergelijkbare gebieden, zoals de wolfsgrauwe
Kraski Ovcar op de foto hierboven.
Van oudsher werden de oren meestal gecoupeerd, om te voorkomen dat een roofdier de oren van de kop zou kunnen afscheuren en daarnaast om de kans op oorontstekingen tegen te gaan, die vaker voorkomen bij honden met hangende oren. Daarnaast werden bij een aantal rassen de staarten gedeeltelijk gecoupeerd, zoals bij de Spaanse
Mastin Español en de Russische
Centraal Aziatische Ovcharka.
Rassen
Hieronder een lijst met de meeste rassen die tot berghonden worden gerekend. Alleen de FCI erkende rassen staan erbij, plus de Turkse Akbash en Kangal, die beide goed vertegenwoordigd zijn buiten hun thuisland. (nog) Niet erkende rassen zoals bijvoorbeeld de Afghaanse
Sage Kuchi staan er niet bij. De hieronder genoemde rassen staan in willekeurige volgorde, met hun land van herkomst, schofthoogte en vachtkleur erbij.
Rasnaam | Land van herkomst | Schofthoogte | Kleur |
Kuvasz | Hongarije | 66-75 centimeter | Wit |
Pyrenese Berghond | Frankrijk | 65-80 centimeter | Wit, eventueel met vlekken |
Mastin de los Pirineos | Spanje | Minimaal 72 centimeter | Wit, gevlekt |
Slovensky Cuvac | Slowakije | 59-70 centimeter | Wit |
Tatrahond | Polen | 60-70 centimeter | Wit |
Berghond van de Maremmen en Abruzzen | Italië | 60-73 centimeter | Wit |
Akbash | Turkije | 69-86 centimeter | Wit |
Kangal | Turkije | 71-81 | Roomkleurig of vaal grijs met zwart masker |
Anatolische Herder | Turkije, verder ontwikkeld in Amerika | 71-81 centimeter | Roomkleurig met zwart masker, gevlekt |
Mastin Español | Spanje | 65-70 centimeter | Blond, wolfsgrauw, gestroomd, zwart, black and tan |
Rafeiro do Alentejo | Portugal | 64-74 centimeter | Veel kleuren |
Cão da Serra da Estrela | Portugal | 62-72 centimeter | Roodbruin met zwart masker, gestroomd, wolfskleurig |
Cão de Castro Laboreiro | Portugal | 52-60 centimeter | Gestroomd, wolfsgrauw |
Tornjak | Bosnië, Kroatië | 60-70 centimeter | Alle kleuren |
Sarplaninac | Voormalig Joegoslavië | Minimaal 58 centimeter | Wit, wit/roomkleurig met zwart masker, wolfsgrauw |
Kraski Ovcar | Voormalig Joegoslavië | 52-60 centimeter | Staalgrijs met donker masker |
Zuid Russische Ovcharka | Rusland | Minimaal 62 centimeter | Wit |
Kaukasische Ovcharka | Rusland | Minimaal 68 centimeter | Grijs, roestbruin, strogeel, wit, aardkleurig, gevlekt, gestroomd |
Centraal Aziatische Ovcharka | Centraal Azië | Minimaal 60 centimeter | Wit, zwart, grijs, strokleurig, gestroomd, gevlekt, gespikkeld |
Tibetaanse Mastiff | Tibet | Minimaal 62 centimeter | Zwart, blauw, goud, eventueel met tan/witte borstvlek |
Komondor | Hongarije | Minimaal 65 centimeter | Wit |
Aïdi | Marokko | 52-62 centimeter | Gevlekt |
Ciobanesc Romanesc Mioritic | Roemenië | 65-75 centimeter | Wit, vaal grijs, vaal geel |
Ciobanesc Romanesc de Bucovina | Roemenië, Servië | 62-78 centimeter | Gevlekt, wit, zwart |
Ciobanesc Romanesc Carpatin | Roemenië | 59-73 centimeter | Wolfsgrijs, eventueel met witte vlekken |
Lees verder