Huisdieren: Te dikke hond

Iedereen wil een gezonde hond en bij voorkeur wil de hondeneigenaar de hond zo lang als mogelijk bij zich houden. Een gezonde hond is niet (veel) te zwaar, want dat geeft het beest minder leefcomfort en een korter leven. Toch vindt menig hondeneigenaar het lastig zijn/haar dier weer terug te brengen naar normale proporties (zo’n 35% van de honden in Nederland heeft last van overgewicht). Zelf of met behulp van de dierenarts, maar pak het probleem aan.

Goed gewicht

Voor iedere hond is er een ideaal gewicht (zet je hond op de weegschaal bij de dierenarts en kijk wat zijn/haar ideale gewicht is op het overzicht), maar net zo belangrijk is als je naar de hond kijkt en deze letterlijk aanvoelt. Je kunt de verdeling als volgt maken:

• Zeer mager, de ribben zijn dan erg gemakkelijk te voelen en er is geen enkele vetlaag te bespeuren.
• Ondergewicht, er is minimaal weefsel tussen huid en bot te bespeuren.
• Ideaal gewicht, de ribben zijn goed te voelen en is er is een dunne vetlaag aanwezig.
• Overgewicht, de ribben zijn moeilijk te voelen en er is een duidelijk aanwezige vetlaag.
• Zwaarlijvig, de ribben zijn nauwelijks te voelen en de hond is zichtbaar zwaar, bijvoorbeeld in de buikstreek.

Hoe komt het?

Hoewel de mens de hond van voeding voorziet, heeft het geen zin jezelf verwijten te maken. Het ontstaat geleidelijk en mensen zijn zich er vaak niet eens van bewust dat ze meer voeding klaar zetten dan nodig of verkeerde voeding geven en dit in combinatie met te weinig beweging. Dit heeft weer te maken met de stofwisseling van de hond, want de hond heeft zijn oorspronkelijke “waarde” (vanuit het wilde tijdperk als wolf, de voorvader) nooit losgelaten, namelijk teveel aan voeding opslaan en als er weinig voedsel is moeten de reserves aangesproken worden. Maar die tijden dat er geen voedsel is, zijn er niet meer en die reserves worden dus nooit aangesproken. De erg belangrijke beweging voor de hond is afhankelijk van de baas en als die beweging er maar in beperkte mate is, blijft die reserve die reserve en de kans dat de reserve groter wordt, is groot.

Verder kan een hond na castratie of sterilisatie in rap tempo zwaarder worden. Hormonaal verandert de hond en heeft verhoudingsgewijs minder voeding nodig. Maar als je je als baas daar niet bewust van bent en dezelfde hoeveelheid voeding klaar blijft zetten, is de kans zeerwel aanwezig dat de hond uit gaat dijen.

Gevolgen

De hond die te dik is zal niet met het grootste plezier buiten willen gaan rennen, en dus is de vicieuze cirkel een feit. Waar kan de hond zoal mee te maken krijgen:

• Suikerziekte
• Teruglopend uithoudingsvermogen c.q. longinhoud
• Hart- en vaatziektes
• Kortere levensverwachting

Wat kan je er aan doen?

Je gaat zelf aan de slag of gaat in overleg met je dierenarts programma samenstellen. Er zijn voor- en tegenstanders van dieetvoer (deze voeders bevatten vaak veel vezels en weinig energie) en dus is het een kwestie van zelf bepalen of je overgaat op dieetvoeding of niet.
Tijdens het afvalproces kunnen er ontgiftingsverschijnselen optreden, denk aan sterke mate verharen, dunnere ontlasting, pukkels in de liezen. Dit hoort bij het proces.

Zelf aan de slag

Als je niet voor de weg naar de dierenarts kiest, is het aanbod van voeding voor de hond terugbrengen een must én geef geen tussendoortjes. Combineer dit met voldoende beweging voor de hond. Ga alleen niet als een bezetene tekeer, maar bouw de beweging voor de hond langzaam op.
Breng voeding en beweging met elkaar in contact en serveer de brokken, zodra er gewandeld is. Verdeel de voeding in drie maaltijden.

Via de dierenarts

Kies je wel voor het programma van de dierenarts met eventueel de dieetvoeding, volg dan het voorgestelde programma. De dierenarts kan ook vaststellen hoe lang het programma gevolgd moet worden, om het dier weer op een gezond gewicht te brengen. Je kunst de hond wekelijks laten wegen en bekijken wat de vooruitgang is.

Tot slot

Feitelijk is het proces in grote mate vergelijkbaar met het proces bij de mens. Met dat verschil dat de mens zelf bepaald en de hond afhankelijk is van de baas.