Tetanus (klem) bij paarden: symptomen, behandelen, voorkomen
Tetanus is één van de ziektes waar paarden voor worden ingeënt bij de jaarlijkse vaccinatie. Paarden die niet zijn gevaccineerd kunnen tetanus oplopen als ze een diepe wond hebben, maar ook gevaccineerde paarden lopen een kleine kans op besmetting. Tetanus wordt veroorzaakt door een bacterie en kan erg hardnekkig zijn, het is dus goed om te weten welke symptomen tetanus heeft en hoe het is te behandelen.
Wat is tetanus?
De ziekte tetanus wordt veroorzaakt door de giftige stoffen van de bacterie Clostridium Tetani, die het zenuwstelsel aantasten. Deze bacterie leeft overal om ons heen, het is een bodembewoner. Een infectie ontstaat na een open verwonding. Omdat de bacterie het best leeft in een omgeving waar geen of weinig zuurstof is (anaerobe omgeving), hebben vooral paarden met een diepe wond kans op een tetanusinfectie. Alle zoogdieren zijn gevoelig voor de tetanusbacterie, maar die gevoeligheid verschilt per soort. Paarden zijn, samen met schapen en geiten, zeer gevoelig voor tetanus.
Een paard dan besmet is met tetanus is geen infectiebron, hij vormt geen gevaar voor andere dieren of mensen. Een tetanusinfectie wordt 50% - 90% van de geïnfecteerde paarden fataal. Omdat het eerste symptoom van tetanus het verstijven van de kauwspieren is, wordt tetanus ook wel ‘klem’ of ‘kaakklem’ genoemd.
Symptomen en ziektebeeld
De allereerste symptomen zijn subtiel en worden vaak niet opgemerkt:
- Opensperren van de neusvleugels
- Terugtrekken van de lippen
- Terugtrekken en naar beneden staan van de oren
- Moeite met openen van de mond
- Iets optrekken van de staart
Daarna, ongeveer na een week, wordt het optreden van de ziekte duidelijker en verstijven verschillende spiergroepen, beginnend met de kauwspieren. De spierstijfheid of –kramp breidt zich uit vanaf het hoofd naar de hals en de benen, totdat het paard niet meer kan staan. In het ergste geval functioneren de ademhalingsspieren ook niet meer goed en overlijdt het paard hieraan. Doordat paarden met tetanus vaak eten en drinken inademen omdat het doorslikken niet meer goed gaat, zijn ze erg vatbaar voor longontsteking, wat ze ook bijna altijd fataal wordt.
De symptomen treden 2 tot 10 dagen na de infectie op. Hoe dichter de wond naar de hoofd- en halsstreek zit, hoe sneller de symptomen opkomen en hoe ernstiger ze zijn. Paarden die in een verder stadium van de tetanusbesmetting zijn, staan meestal in een typische houding. Ze staan dan met stijf gestrekte benen, gespannen hals, het hoofd laag en gestrekt en de staart omhoog getrokken.
Behandeling
Het behandelen van een paard met tetanus is moeilijk. De gifstoffen zitten in het lichaam en moeten uitgewerkt raken, de behandeling van tetanus is daarom vooral gericht op het behandelen van de symptomen. Het is erg belangrijk dat de wond goed verzorgd wordt en dat de necrotische (afstervende) delen verwijderd worden.
Als de eerste subtiele symptomen (zie hierboven) wel opgemerkt worden, moet meteen de dierenarts ingeschakeld worden zodat er anti-toxines toegediend worden en de wond behandeld wordt met antibiotica. Zodra de eerste verschijnselen van spierkramp zijn waargenomen heeft het geen zin meer om antibiotica voor te schrijven. In dat geval moet er gewacht worden op het uitwerken van de gifstoffen en is het een kwestie van hopen dat het paard het haalt.
Verder is absolute rust voor het behandelen van tetanus essentieel. Een geïnfecteerd paard moet in een rustige, verduisterde omgeving staan, afgezonderd van andere paarden. Hij moet ondersteund worden zodat hij niet omvalt. Vaak worden paarden met tetanus ook licht gesedeerd, omdat opwinding spasmen kan uitlokken. Er moet ook voor gezorgd worden dat het paard blijft eten en drinken.
Als een paard op tijd behandeld is kan het nog twee weken duren voordat er enige verbetering zichtbaar is. In de tussentijd is het paard heel ziek en moet intensief verzorgd worden. De behandeling van tetanus kan weken duren en is moeilijk, arbeidsintensief en duur.
Voorkomen
Het vaccineren van alle paarden is de beste bescherming tegen tetanus. De jaarlijkse enting bestaat uit een vaccin tegen tetanus en een vaccin tegen influenza (griep). Drachtige merries kunnen vier tot zes weken voor de geboorte een vaccinatie krijgen zodat het pasgeboren veulen beschermt is via de biest. Daarna moet het veulen geënt worden volgens het entschema (zie hieronder). Vaccineren tegen tetanus geeft geen 100% garantie tegen tetanus, maar ingeënte paarden hebben een aanzienlijk hogere overlevingskans als ze toch een keer geïnfecteerd zijn.
Entschema tetanus
- Veulens: bij 3 - 5 maanden, 4 - 6 weken daarna, een half jaar later
- Volwassen paarden: ten minste één keer per jaar
- Drachtige merrie: ten minste één keer tijdens de dracht + 2 - 4 weken voor de geboorte
Kinderen worden op jonge leeftijd al meerdere keren ingeënt tegen tetanus (bij de DKTP en DTP-prikken). De werkingsduur van een tetanusinjectie bij mensen is 15 jaar, dus het is verstandig om als je veel met dieren of vuil werkt in ieder geval eens in de 15 jaar een tetanusinjectie te halen.