Een worminfectie bij konijnen
Konijnen kunnen al op jonge leeftijd worden besmet met een worminfectie. De besmetting kan in het nest plaats vinden, door het moederkonijn. Vaak wordt dit niet opgemerkt omdat de wormen in de blindedarmkeutels zitten. Deze keutels worden door het konijn weer opgegeten. Klachten die bij een worminfectie kunnen voorkomen zijn: diarree, verstoorde groei bij jonge konijnen, een lelijke vacht, weinig eetlust en afwijkende keutels door stilliggende darmen. De dierenarts zal medicijnen voorschrijven om de infectie te genezen.
Hoe raken konijnen besmet met een worminfectie?
Konijnen kunnen besmet raken door verschillende soorten wormen. Deze bevinden zich op verschillende plaatsen in het maag-darmkanaal. Meestal zitten de wormen in de blinde darm en zijn ze alleen zichtbaar op de zachte keutels die daaruit voortkomen. De pinworm (Passaluris Ambiguus) is de meest voorkomende worm. Deze worm legt eitjes rond de anus en is soms op de ontlasting te zien (kleine, witte sliertjes). Bij opgedroogde ontlasting zijn de wormen niet meer zichtbaar.
Een konijn kan worden besmet
- Door zijn moeder, de besmetting vindt al in het nest plaats.
- Door een ander besmet konijn.
- Door ongewassen groenvoer of vers gras.
- Als hij/zij de eitjes van de worm op eet, die zich in de blindedarmkeutels bevinden.
De spijsvertering van een konijn
De spijsvertering van een konijn vindt voornamelijk plaats aan het eind van het maag-darmkanaal. In de dikke darm en de blinde darm.
In de blinde darm vindt de fermentatie van het voedsel plaats. Dat betekent dat voedsel een verandering ondergaat met behulp van de aanwezige, goede bacteriën. Fermentatie is nodig voor de vertering van het voedsel, er komen voedingsstoffen bij vrij.
Waarom eten konijnen blindedarmkeutels?
Voedingsstoffen die vrij komen bij fermentatie worden niet opgenomen door het lichaam, omdat de darm dan al is gepasseerd. Voedingsstoffen worden namelijk in de darm uit de voeding gehaald. Het konijn poept deze blindedarmkeutels, ook wel caecotrofen genoemd, weer uit. Meteen hierna eet het konijn ze ook weer op. Tijdens de tweede vertering worden belangrijke voedingsstoffen door het lichaam opgenomen. Blindedarmkeutels zien er anders uit dan gewone keutels. Ze zijn zacht, klein, glimmend, slijmerig en hebben de vorm van een druiventros.
Herbesmetting door het eten van blindedarmkeutels
Bij een besmet konijn zitten de wormen in de blinde darm. Ze komen soms met de blinddarmkeutels mee naar buiten. Het konijn eet deze keutels op en besmet zichzelf opnieuw. Dit wordt vaak niet opgemerkt omdat de keutels meteen worden opgegeten. De wormen zijn niet zichtbaar in de gewone, harde keutels.
Een stille darm
Een konijn met een worminfectie heeft vaak last van een stille darm. Een stille darm verteert geen voedsel meer. Het konijn heeft geen keutels, of afwijkende keutels. Het konijn eet niet meer, is lusteloos en vertoont tekenen van pijn zoals tandenknarsen. Bij tekenen van een stille darm is het van belang om meteen naar een dierenarts te gaan. Binnen een dag ontstaat er een levensbedreigende situatie. De darmen moeten zo gauw mogelijk weer aan het werk.
Veel voorkomende klachten bij jonge konijnen zijn
- Diarree
- Verstoorde groei
- Plotselinge sterfte door een darmverstopping of een andere infectie die de kans krijgt om toe te slaan bij een verminderde weerstand.
Veel voorkomende klachten bij oudere konijnen zijn
- Lelijke vacht, slecht verharen
- Af en toe een opgeblazen buik en stilliggende darmen waardoor het konijn afwijkende keutels produceert.
Afwijkende keutels
- Geen of te weinig keutels – Wormen hebben invloed op de darmwerking waardoor het konijn geregeld een stille darm heeft. In die periodes eet het konijn niet of weinig en produceert geen of kleine keutels.
- 1,5 keer te grote keutels – Tussendoor heeft het konijn normale tot 1,5 keer grotere eivormige keutels. Dit zijn de gewone keutels.
- Slijmdraden – Soms zitten er slijmdraden in de keutels.
- Blindedarmkeutels met een andere vorm – De blindedarmkeutels zijn vormeloos, papperig en er zitten wormen in. (normaal zijn dit een aantal, kleine, aan elkaar geplakte keuteltjes in de vorm van een tros)
De behandeling
De dierenarts doet een microscopisch onderzoek bij de blindedarmkeutels en kan aan de hand daarvan vaststellen of het konijn een darminfectie heeft. Als dat zo is kan de behandeling worden gestart. Als er geen blindedarmkeutels zijn, maar het konijn vertoont wel de symptomen van een infectie, dan kan het konijn toch worden behandeld. De infectie wordt behandeld met een kuur. Deze kuur duurt minimaal veertien dagen, een korte kuur helpt meestal niet afdoende. Omdat deze wormsoort vaak voorkomt is controle, vooral bij jonge konijnen, zinvol.
Het voorkomen van een worminfectie
Een wormbesmetting is te voorkomen met een goede hygiëne. Konijnen doen hun behoefte meestal op een vaste plek in het hok. Het kost niet veel tijd en moeite om deze plek schoon te houden. Verwijder elke dag de keutels en natte plekken uit het hok. Dit is een bron van bacteriën. Maak één keer per week het hele hok goed schoon en reinig het met warm water. Ook de voerbak en de drinkfles moeten schoon zijn. Geef elke dag vers water en voer. Houd insecten buiten het hok met een hor of fijn gaas. Konijnen vinden een handje vers geplukt gras lekker, maar pluk dit niet op plaatsen waar wilde konijnen eten.
Goede voeding en voldoende beweging verhogen de weerstand van het konijn. Daarnaast is het belangrijk om te zorgen voor een soortgenoot. Een tevreden konijn met een goede weerstand heeft minder kans op ziektes. Laat een dierenarts het konijn na de behandeling controleren om te kijken of de wormen weg zijn. De dieren arts kan het konijn ook inenten tegen wormen.