Dierfysiotherapie: aanvulling op behandeling door dierenarts
In Nederland zie je steeds vaker een nauwe samenwerking tussen dierenartsen en dierenfysiotherapeuten in de behandeling van een dier. Dierfysiotherapie wordt door de dierenfysiotherapeuten gezien als een therapie, die optimaal functioneert in combinatie met het veterinair onderzoek en behandelen. Een goede samenwerking tussen dierenarts en dierenfysiotherapeut heeft op meerdere fronten een meerwaarde.
Dierenartsen en dierenfysiotherapeuten vullen elkaar aan omdat zij op een andere manier tegen een probleem van een dier aankijken. Een dierenarts is op zoek naar een
diagnose. Hiervoor gebruikt de dierenarts beeldvormende technieken, laboratorium onderzoek en/of (diagnostische) injecties. De behandeling kan bestaan uit chirurgisch ingrijpen, immobilisatie en/of medicatie. Hetgeen op zich niet anders is dan in de humane geneeskunde.
Fysiotherapeuten daarentegen, zijn op zoek naar functie
stoornissen. Zij beoordelen de verandering van structuur, mobiliteit, spierkracht, coördinatie, kijken naar de activiteit en hoe de eigenaar en het dier omgaan met deze stoornis. Daarnaast proberen zij een inschatting te maken van de mate van dysbalans tussen belasting en belastbaarheid en nemen contextuele factoren mee.
Voordelen samenwerking dierfysiotherapeut en dierenarts
In de humane geneeskunde is de samenwerking tussen artsen en fysiotherapeuten in het stellen van een diagnose en de behandeling, een belangrijk voordeel gebleken. Het fysiotherapeutisch traject om de geneeskundige behandeling te optimaliseren, is hierbij dan ook gemeengoed. Ook voor de dierenartsenpraktijk kan een samenwerking met een dierenfysiotherapeut vele voordelen hebben. Denkende aan de dierenfysiotherapeut als (bewegings-)specialist binnen de dierenartsenpraktijk, kan een samenwerking het volgende bieden:
Verbetering van het operatieresultaat
Na een operatie is er veelal sprake van pijn, zwelling, bewegingsbeperking, beperkte belastbaarheid, verminderde spierkracht en functieverlies. Postoperatieve begeleiding door een fysiotherapeut leert de diereigenaar wat het dier beter wel of (nog) niet kan doen. Daarnaast biedt de dierenfysiotherapeut informatie over graduele belastingtoename. Alles is gericht op een snel herstel. Het behandelresultaat wordt voortdurend geëvalueerd en een goede communicatie tussen dierenarts en dierenfysiotherapeut leidt tot de best mogelijke zorg voor de patiënt. Fysiotherapie direct in de postoperatieve fase werkt kostenbesparend. Wordt een fysiotherapeut te laat ingeschakeld dan kunnen litteken- en bindweefselverklevingen contracturen geven die moeilijker of niet te behandelen zijn. De cliënt beoordeelt de operatie dan als niet geslaagd. Onmiddellijke postoperatieve fysiotherapeutische zorg leidt tot een sneller herstel. Cliënten beoordelen de operatieve ingreep eerder positief.
Welzijnbevordering van het dier
NSAID’s of intra-articulaire injecties alléén geven bij afwijkingen aan het bewegingsapparaat op de lange duur vaak niet het gewenste resultaat. De fysiotherapeut kan behulpzaam zijn om het welzijn van het dier te bevorderen. Een voorbeeld: indien er bij een paard, röntgenologisch, een facetartrose ter hoogte van C4 links vastgesteld wordt, heeft dit dan klinische betekenis? Dat vraagt om onderzoek. De dierenfysiotherapeut kan het volgende onderscheiden: Is er sprake van pijn? Primair of secundair? Waar gelokaliseerd, welke structuren zijn aangedaan? Is er mobiliteitsverlies? In hoeverre is er sprake van gerelateerd functieverlies? Daarnaast wordt bekeken welke rol de ruiter speelt binnen dit proces. Hier ligt de taak voor de fysiotherapeut. Deze werkt op locatie, evalueert elke keer weer de situatie en kan zodoende ingrijpen op het moment dat dit vereist is.
Synergie
Dierenfysiotherapeuten zien dierfysiotherapie als een aanvullende therapie, die optimaal functioneert samen met veterinair onderzoek en behandelen. Voor het curatieve fysiotherapeutisch behandelen van dieren is een verwijzing van een dierenarts noodzakelijk. De dierenfysiotherapeut zal de bevindingen en (voorgestelde) behandeling aan de dierenarts terugkoppelen, waardoor er een optimale samenwerking kan plaatsvinden. De dierenfysiotherapeut wordt, zowel in de paarden- als (sport)hondenwereld, steeds vaker rechtstreeks benaderd voor preventieve behandelingen. Het is gebruikelijk dat de dierenfysiotherapeut in deze gevallen contact opneemt met de behandelend dierenarts of naar een dierenarts verwijst als problemen van medische aard aan het licht komen. Een samenwerkingsverband tussen dierenarts en dierenfysiotherapeut zal zo voor beide partijen voordeel opleveren.
www.NVFD.nl
Fysiotherapie bij dieren is een relatief jong beroep, ontstaan uit het enthousiasme van een kleine groep humane fysiotherapeuten, die hun kennis en vaardigheden toepasten op dieren. In 1992 heeft het toenmalige Ministerie van Landbouw en Visserij aan de toentertijd ontwikkelde cursus een erkende status toegewezen. De specialisatierichting “Fysiotherapie bij Dieren” is uitgegroeid tot een tweejarige post-HBO opleiding en uitsluitend toegankelijk voor afgestudeerde humane fysiotherapeuten. Na succesvolle afronding hiervan is het mogelijk de erkenning ‘paraveterinair dierenfysiotherapeut’ aan te vragen. Dierenfysiotherapeuten hebben zich verenigd in een beroepsvereniging: de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Dieren (NVFD). Deze beroepsvereniging behartigt de belangen van de dierenfysiotherapeuten en streeft naar verdere professionalisering van het vak. Dit doet zij onder andere door het verzorgen van na- en bijscholing van de leden. De vereniging heeft ook een aantal richtlijnen uitgebracht voor de fysiotherapeutische behandeling van bepaalde aandoeningen bij honden. Deze, met inbreng van de leden en enthousiast meedenkende veterinairen geschreven protocollen zijn evidence based. In de veelal postoperatieve behandelprotocollen zijn de behandeldoelen, behandelingen en aandachtspunten vastgelegd. De vereniging streeft naar een jaarlijkse uitbreiding van het aantal richtlijnen, waarmee het doel van kwaliteitsverbetering wordt bereikt.