Ruigpootuil, Aegolius funereus
De ruigpootuil, Aegolius funereus, is een kleine uilensoort. Hij lijkt sterk op de steenuil. Het is een typische nachtuil, hoewel hij in de arctische gebieden ook overdag jaagt. Hij nestelt in holten in bomen. Vooral oude holten van spechten zijn geliefd. Het grootste deel van zijn voedsel bestaat uit kleine zoogdieren, maar eet hij ook andere dieren. In Nederland komt de ruigpootuil weinig voor. In 2008 was hier voor het eerst in 30 jaar een succesvolle broed. De ruigpootuil is niet bedreigd.
Taxonomische indeling
- Rijk: Animalia (Dieren)
- Stam: Chordata (Chordadieren)
- Klasse: Aves (Vogels)
- Orde: Strigiformes (Uilen)
- Familie: Strigidae
- Geslacht: Aegolius
- Soort: Aegolius funereus
Kenmerken
De ruigpootuil is een kleine uilensoort. Hij wordt niet groter da 26 centimeter, met een spanwijdte van 60 centimeter. Mannetjes wegen gemiddeld 100 gram, vrouwtjes tot wel 160 gram. Behalve het verschil in formaat zijn er geen of nauwelijks zichtbare uiterlijke verschillen tussen de geslachten. Qua kleuring lijkt de ruigpootuil sterk op de
steenuil, maar er zijn verschillen te onderscheiden. Zijn houding is opgericht en hij heeft een grotere, rondere kop met bredere, lichter gekleurde wenkbrauwen. Het verenkleed is donkerder bruin. Zijn poten zijn wit bevederd tot aan de klauwen en zijn kruin is wit. Rond zijn ogen heeft hij een duidelijke ring van lichtere veren. Hij heeft een ‘krans’ om zijn kop, die zijn gezicht er plat uit doet zien. Dit wordt de ‘sluier’ genoemd. Hij heeft een korte haaksnavel. Jonge ruigpootuilen hebben een meer egale bruine kleur. De lichte en donkere accenten komen nog niet naar buiten.
Dagvogel of Nachtvogel
De ruigpootuil is een nachtuil. Alleen in de arctische gebieden is hij overdag actief.
Voortplanting
Voor de broedt maken ruigpootuilen gebruik van holten in bomen. Vooral de holen van de zwarte specht worden veel gebruikt. Een paartje ruigpootuilen blijft slechts één seizoen bij elkaar. Voor het volgende broedseizoen zoeken ze andere partners. In april of maart legt het wijfje twee tot zeven eieren. Hierop broedt ze ongeveer 27 dagen. Ze broedt alleen, het mannetje zorgt intussen voor de voedselaanvoer. Nadat de eieren zijn uitgekomen, blijven de jongen nog 30 dagen in het nest. Daarna vliegen ze uit. Ze keren vervolgens niet terug naar hun nest maar blijven wel in de buurt van hun ouders. Deze zorgen nog drie tot vijf dagen voor hun jongen. Als ze één jaar oud zijn, kunnen de ruigpootuilen zich voortplanten.
Voedsel
De ruigpootuil eet verschillende soorten kleine zoogdieren. Dit is het voornaamste onderdeel van zijn dieet. Hij vult het aan met kleine vogels en ongewervelde dieren. Hij jaagt door te wachten totdat er een geschikte prooi langskomt. Hij neemt zijn prooi voornamelijk waar met zijn oren.
Verspreiding
De ruigpootuil komt in een groot gedeelte van het noordelijk halfrond voor. Het leefgebied loopt van Alaska, de Rocky Mountains en de Grote Meren in Noord-Amerika, via de Alpen en Scandinavië in Europa tot de bossen van Rusland en Oost-Azië. In Nederland heeft in 2008 voor het eerst sinds 30 jaar een koppel ruigpootuilen gebroed. Hij komt hier dus niet veel voor.
Habitat
De ruigpootuil komt voor in bossen. Hij heeft naaldbossen nodig voor de beschutting, hoewel hij op sommige gebieden ook kan overleven in hooggelegen berkenbossen. Hij heeft open plekken in het bos nodig om in te jagen.
Bedreigd?
De ruigpootuil is geen bedreigde diersoort.