Gebruik van antibiotica bij postduiven

Gebruik van antibiotica bij postduiven Het gebruik van antibiotica kent vele zegeningen, maar brengt ook vele zorgen met zich mee. Bacteriën dreigen resistent of immuun te worden, dat wil zeggen dat de bacteriën overleven, veelal door het veelvuldig gebruik en veelal te kort gebruik waarbij bacteriën gaan wennen aan het antibiotica, en hernieuwt gebruik van antibiotica geen of onvoldoende effect meer heeft omdat de bacterie steeds meer ongevoelig is geworden voor de antibiotica. Gevolg is dat bij mensen en dieren het gebruik van antibiotica bij infecties bacteriën minder goed of misschien wel helemaal niet meer te bestrijden zijn. Ziekten die nu nog vrij eenvoudig te bestrijden zijn worden dan plotseling levensbedreigend. De veehouderij is een grootgebruiker van antibiotica, maar ook de gezelschapsdieren waaronder de postduiven leveren hun bijdrage en ook dat gebruik wenst de overheid terug te dringen. Bij duiven betreft dat vooral het ornithosecomplex.

Antibiotica bij dieren

Natuurlijk is het vooral de veehouderij die vooral in het verleden redelijk massaal antibiotica verbruikte. Dieren kunnen bij infecties antibiotica nodig hebben, maar omdat bij het gebruik van antibiotica de bacteriën resistent kunnen worden kunnen deze bacteriën zich ook verspreiden via voedsel, mensen en milieu. Gevolg kan zijn dat bij het gebruik van antibiotica bacteriën ontstaan die ongevoelig worden voor antibiotica en daarom niet meer of niet meer goed werken bij mensen en dieren. Daarom zijn er regels gekomen in de veehouderij. Uitgangspunt in deze sector is nu: gezonde dieren zijn de norm, antibioticagebruik de uitzondering.

Strenge regels gebruik antibiotica

Er zijn strenge regels gekomen voor het gebruik van antibiotica in de veehouderij. Alleen een dierenarts mag nog antibiotica voorschrijven maar niet eerder dan dat hij het bedrijf heeft geïnspecteerd en beoordeeld. Daarna mag hij antibiotica voorschrijven en toedienen. Alleen onder strikte voorwaarden mag door een veehouder nog antibiotica worden toegediend waarbij een registratieplicht van toepassing is. Dieren waarin nog resten van antibiotica zitten mogen niet worden aangeleverd voor de slacht. Deze maatregelen zijn redelijk succesvol. Tussen 2009 en 2014 is er sprake van een reductie van het gebruik van antibiotica van maar liefst 58,1%. Vooral het gebruik van voor de volksgezondheid kritische antibiotica is in de grote veehouderijsectoren bijna tot nul gereduceerd. De doelstelling was echter een reductie van 70% ten opzichte van 2009. Er zijn volgens de overheid daarom aanvullende maatregelen nodig.

Aanvullende maatregelen om antibiotica terug te dringen

Een van deze maatregelen betreft het zorgvuldig en terughoudend gebruik in ook andere diersectoren en wel die van de gezelschapsdieren, paarden, konijnen, enzovoort. In 2014 kon via onderzoek worden vastgesteld dat ongeveer 9% van de antibiotica niet wordt gebruikt voor kalveren, rundvee, varkens en vleespluimvee. Niet duidelijk was echter aan welke diersoorten de overige antibiotica verstrek werd. Daarom is besloten om nader onderzoek te doen naar het antibioticumgebruik bij gezelschapsdieren om inzicht te krijgen in het gebruik in deze sector van de diergeneesmiddelen die geregistreerd zijn voor meerdere diersoorten, inclusief de gezelschapsdieren. Voor gezelschapsdieren zijn slechts enkele specifieke antibioticamiddelen geregistreerd, deze registratie omvat slechts 2% van het totale antibioticaverbruik. Men wenst nu ook inzicht te krijgen bij welke gezelschapsdieren de overige antibiotica verstrekt wordt die geregistreerd zijn voor meerdere diersoorten, inclusief gezelschapsdieren.

Duiven en antibiotica

Vastgestelde veroorzakers

Bij vastgestelde veroorzakers van besmettingen bij postduiven is zeker het streven om een zogenaamd smalspectrum antibiotica in te zetten en daarmee een antibioticum waarvoor de ziekmakende bacterie het meest gevoelig is. Dus een gerichte aanpak waarbij alleen dat antibioticum wordt ingezet dat de ziekmakende bacterie aanpakt. Daarbij zijn er duivendierenartsen die dit combineren met het verstrekken van probiotica, zeg maar goede darmbacteriën, worden geadviseerd om de vorm van de duiven zo snel mogelijk te herstellen of zoveel als mogelijk te handhaven. Veel (duiven)dierenartsen werken gericht bij een behandeling als het paratyfus betreft. Daar kan men gericht op behandelen en dus maatwerk toepassen. Ook streptococcose is een duidelijke ziekte die gericht kan worden behandeld. We spreken hierbij van een smalspectrum antibiotica.

Een combinatie van veroorzakers bij het ornitosecomplex

De grootste problemen bij een gerichte behandeling vormt het ornitosecomplex. Bij het ornithosecomplex is vaak sprake van meerdere bacteriën en waarschijnlijk ook virussen die bij de duiven zogenaamde ‘kopziekten’ kunnen veroorzaken. Daarnaast is het een van de meest voorkomende aandoeningen bij duiven. Bij de jonge duiven wordt meer dan 50% van de populatie getroffen door deze ziekte. Niet uitgesloten mag worden dat er wel een bacterie de hoofdveroorzaker is maar deze zal moeilijk te isoleren zijn als dat ooit al zal lukken. En zelfs dan nog zou bij een gerichte behandeling van deze bacterie wel de hoofdveroorzaker kunnen worden bestreden, maar daarmee blijven dan de andere ziekmakende bacteriën hun ziekmakende werking min of meer ongestoord uitoefenen. Misschien dat de lichaamseigen afweer deze overige bacteriën kan overwinnen, maar zeker is dat niet. Het is ook geen methode waarop de duivenhouders zitten te wachten, want die willen dat hun duiven zo snel mogelijk herstellen en weer vorm opbouwen om te kunnen deelnemen aan wedvluchten.

Breedspectrum antibiotica

Voor de behandeling van het ornithosecomplex blijkt dat de inzet van smalspectrum antibiotica wel een fors deel van het ornithosecomplex kan aanpakken, maar dat de duiven daar toch niet echt helemaal van herstellen. Duidelijk is dat bij het ornithosecomplex het gebruik van meerdere soorten antibiotica een veel beter effect heeft dan een enkelvoudig antibioticum. Bij het merendeel van de ziektegevallen kan bovendien ook worden volstaan met een lagere dosering dan bij een individueel gebruik van deze middelen. De zogenaamde SA-mix die ooit bedacht werd door Dr. Stam, hoofd van de toenmalige duivenkliniek aan de Universiteit van Utrecht, combineerde zo’n veertig jaar geleden al Suanovil en Aureomycine.

Suanovil is een merknaam voor Spiramycine en Aureomycine is een ouderere naam voor het middel Chloortetracycline. Deze combinatie van Dr. Stam is na enkele decennia nog steeds een zeer goed werkzaam middel bij het ornithosecomplex bij postduiven.

Preventie ornitosecomplex

Hokomstandigheden

Met preventiemaatregelen zal het ornithosecomplex echt niet voorkomen kunnen worden, maar misschien wel wat worden teruggedrongen. Het belangrijkste lijken hierbij toch de hokomstandigheden. Een slechte hygiëne, vochtige hokken, grote temperatuurwisselingen, overbevolking, onvoldoende beluchting op het hok zijn factoren die het ornithosecomplex in de hand kunnen werken. Het zijn dus slechte hokomstandigheden die een voedingsbodem kunnen zijn voor het ontstaan van deze ziekte.

Jonge duiven

Bij jonge duiven zullen er altijd wel wat duiven zijn die enige weken na het spenen wat dik zitten en wat mindere mest produceren. Dit is een normaal verschijnsel. Jonge duiven teren de eerste weken op de zogenaamde maternale immuniteit oftewel op de afweerstoffen die ze vanuit het ei hebben meegekregen. Maar jonge duiven zijn na deze periode namelijk min of meer gedwongen zelf weerstand op te bouwen, dit is gewoon een natuurlijk proces dat we vooral niet moeten verstoren. Bij het minste of geringste ingrijpen verstoort de natuurlijke opbouw van afweerstoffen van jonge duiven en deze natuurlijke afweer is de basis waarop de duiven ook hun verdere leven bedreigingen van bacteriën het hoofd moeten kunnen bieden. Niet te snel ingrijpen bij wat dik zittende duifjes is dus heel belangrijk om duiven te krijgen die voldoende weerstand hebben, ook als oudere duiven. Pas als er echt een probleem is, bij echt zieke duiven die rochelen, veel natte ogen, niezen, slechte mest en noem maar op dan moet men denken aan ingrijpen. Er is dan sprake van het ornithosecomplex, maar vooral bij slechte natte mest en echt zieke duifjes is er waarschijnlijk sprake van het adenocolicomplex.

Adenocolicomplex

Waarschijnlijk worden de meeste duivenhouders die jonge duiven hebben geconfronteerd met adenocoli, tot voor kort ook wel de jonge duivenziekte genoemd. Ook deze ziekte is met medicamenten goed te bestrijden. Maar ook hier zien we steeds meer duivenhouders die niet naar medicijnen grijpen, maar de voorkeur geven aan het te laten ‘uitzieken’. Pas bij ernstige situaties zoals sterfte bij de jonge duiven wordt ingegrepen met medicijnen. Dit is een heel verstandige weg om sterke duiven te krijgen en gelijktijdig bij te dragen aan het terugdringen van het gebruik van antibiotica.
© 2016 - 2024 Linus, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Zijn antibiotica wel echt zo goed voor je?Zijn antibiotica wel echt zo goed voor je?Heb je een blaasontsteking? Dan ga je naar de dokter voor een antibioticumkuur. Jaarlijks zijn er ongeveer 4 miljoen Ned…
Verkoudheid, loopneus en niezen, wat is dat?Verkoudheid, loopneus en niezen, wat is dat?Bent u verkouden en heeft u een loopneus met helder waterig snot en moet u regelmatig niezen en hoesten? De kans is dan…

Streptococcose of ook wel spier- en vleugelziekte genoemdStreptococcose of ook wel spier- en vleugelziekte genoemdStreptoccocose is een bacteriële infectieziekte. In België wordt deze ziekte ook wel de vleugelziekte of spierziekte gen…
Vlekziekte bij kippen, moeilijk te diagnostiserenVlekziekte bij kippen, moeilijk te diagnostiserenVlekziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Erysipelothrix rhusiopathiae. Niet alleen pluimvee wordt er door getroffen…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Ton Ebben
  • Kamerbrief van minister Schippers (VWS), staatssecretaris Van Rijn (VWS), staatssecretaris Dijksma (EZ) en staatssecretaris Mansveld (IenM) over de aanpak antibioticaresistentie. 24 juni 2015.
  • http://www.autoriteitdiergeneesmiddelen.nl
  • https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/antibioticaresistentie/inhoud/aanpak-antibioticaresistentie
  • http://www.duiven.net/dokter/deel34.htm
  • www.duivensportbelgie.be
Linus (121 artikelen)
Gepubliceerd: 27-12-2016
Rubriek: Dier en Natuur
Subrubriek: Vogels
Bronnen en referenties: 6
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.