Vlekziekte bij kippen, moeilijk te diagnostiseren
Vlekziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Erysipelothrix rhusiopathiae. Niet alleen pluimvee wordt er door getroffen. Het is een bacterie die vooral bekend is bij varkens en schapen. Bij productiebedrijven van kalkoenen komt de ziekte merkwaardigerwijs steeds minder voor. Vlekziekte is een zoönose en kan dus ook mensen besmetten. De ziekte zien we vooral op industriële pluimveebedrijven en dan vooral legbedrijven met scharrelkippen en biologisch gehouden dieren.
Ook bij mensen
Vlekziekte is een zogenaamde zoönose en kan dus van dieren op mensen worden overgebracht. Deze ziekte wordt bij de mens ook wel visroos genoemd. Dierenartsen, veehouders en personeel dat werkzaam is in slachthuizen en de visverwerkende industrie worden regelmatig getroffen door deze ziekte.
Daar waar de huid is aangetast en in contact komt met de bacterie begint na enkele dagen de besmette plaats te jeuken en treedt een branderig gevoel op. De huid zwelt wat op en verkleurt naar blauwrood en is bovendien gevoelig. Vaak zijn kleine wondjes aan de handen de bron van besmetting. Ook kan bloedvergifteging optreden. Deze besmetting kan heel goed bestreden worden met antibiotica, maar huisartsen en ziekenhuizen zijn over het algemeen nog niet erg bekend met deze ziekte waardoor niet altijd direct een juiste diagnose gesteld wordt.
Besmetting
Huidwondjes, slijmvliezen en het darmkanaal zijn waarschijnlijk verantwoordelijk voor het binnendringen van de bacterie. Vismeel, uitgereden varkensmest, vochtige grond, water en wilde vogels worden als mogelijke bronnen gezien. Als mogelijke vectoren (verspreiders) wordt gedacht aan vliegen, muizen, muggen en ook de bloedmijt. Uit de voorzichtige formuleringen blijkt wel dat er van de veroorzakers nog niet al te veel bekend is. De vlekziektebacterie is echter wel zowel op als in de bloedmijt teruggevonden en het is dus aannemelijk dat de bloedmijt ook nieuwe koppels kan besmetten. Ook kadavers die aan vlekziekte zijn gestorven vormen bij kannibalisme een bron van besmetting.
Resistent
De bacterie Erysipelothrix rhusiopathiae komt algemeen voor en is ongevoelig voor invloeden in de omgeving en ook voor chemische invloeden. De overlevingstijd in de bodem kan soms wel enkele jaren duren. Dit is afhankelijk van de pH van de bodem en van de temperatuur. Vooral bij lage temperaturen overleeft de bacterie langer. Ook kan de bacterie overleven in bloedmijt, muggen en vliegen.
Buitenuitloop
Het zal duidelijk zijn dat kippen met een buitenuitloop meer risico’s lopen op vlekziekte dan dieren die binnen verblijven. Is er al eens eerder een uitbraak geweest dan kan de grond uiteraard veel vlekziektebacteriën herbergen
Incubatietijd en symptomen
De incubatietijd, de tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte, bedraagt tussen twee tot vijf dagen. De kippen gedragen zich sloom en geven een indruk van algehele zwakte. Er kan diarree voorkomen. Ook wordt vaak een daling van de eiproductie waargenomen. Er treedt uitval op die gering kan zijn maar lang kan duren. Ook acute sterfte komt voor en wel tot een uitval van 25%. Dit vooral in koppels waar pikkerij en kannibalisme voorkomt. Het pikken veroorzaakt wondjes en daardoor kan de bacterie binnendringen.
Diagnose
Omdat de symptomen en ook de uitslagen van sectie niet typisch zijn voor vlekziekte is daarom ook aanvullend bacteriologisch noodzakelijk om de ziekte te kunnen bevestigen. Voor dit onderzoek wordt beenmerg, milt of lever gebruikt.
Behandeling
Vlekziekte kan goed behandeld worden met antibiotica.