Tiende Nationale Tuinvogeltelling groot succes
Op zaterdag 19 en zondag 20 januari 2013 organiseerde Vogelbescherming Nederland in samenwerking met SOVON Vogelonderzoek Nederland haar 10e Nationale Tuinvogeltelling. Deze telling is in alle opzichten een groot succes geworden. Maar liefst 70.000 mensen hebben in bijna 49.000 tuinen meer dan 1.300.000 vogels geteld. Er mag wel gesteld worden dat Vogelbescherming Nederland met deze telling een groot succes heeft geboekt. Geen andere organisatie in Nederland weet een dergelijk groot televenement georganiseerd te krijgen.
Het tellen
De door Vogelbescherming ontwikkelde methode om vogels te tellen is eenvoudig en dat maakt ook een grote deelname mogelijk. De deelnemers dienen een half uur lang de vogels te tellen in hun tuin. Vogelbescherming heeft de 25 meest voorkomende tuinvogelsoorten keurig met een duidelijke foto op hun site gezet en deze kan men uitprinten als men nog niet zo bedreven is in het herkennen van soorten. Een tweede print is ook nog te maken en daar staan de families bij elkaar met nog een kernachtige beschrijving van de kenmerken van de betreffende vogels. Die 25 soorten kunnen feitelijk geen echt probleem vormen met deze hulpmiddelen. Bewapend met de prints en eventueel een vogelgids is het de bedoeling in dat halve uur per vogelsoort het hoogste aantal dat zich gelijktijdig in de tuin bevindt, te noteren. Deze hoogste score per soort moet worden doorgegeven.
Dat er ook bedreven vogelaars aan de telling meedoen zal geen verrassing zijn. Deze zorgden voor de melding van 665 sperwers en 50 haviken. Deze roofvogels vonden bij de voertafels natuurlijk ook hun prooidieren. Daarnaast werden en 433 appelvinken en ook enkele uilen geteld. Dit jaar werden er gemiddeld ook meer vogels geteld dan vorig jaar. In 2013 was het gemiddeld aantal vogels per telling 28 vogels terwijl het gemiddelde in 2012 op 25 lag.
Invloed weer
Volgens Vogelbescherming was het winters weer van invloed op de grote hoeveelheid vogels die zijn waargenomen. Vogels die onder normale omstandigheden in het bos en buitengebied leven, zoals de spreeuw, kramsvogel en koperwiek, zochten nu ook de omgeving van de mensen op om aan voedsel te komen. Het was inderdaad een winters weekend met vorst en een met sneeuw bedekte aarde en dan is voedsel heel moeilijk te bemachtigen. Opvallend is de vink, die met een record aantal waarnemingen nu op de 4e plek staat. In 2012 was dat nog plaats 6. In Zuid-Holland was de koolmees, die dit en ook de voorgaande twee jaren plaats 2 op de nationale lijst inneemt, zelfs de meest talrijkste vogel. In de afgelopen herfst kenden we in Nederland een invasie van koolmezen uit Rusland, mogelijk dat dit van invloed is geweest op de hoge aantallen koolmezen. Misschien nog meer opvallend was de terugkomst van de roodborst in de top 10. Dit presteerde dit vogeltje sinds 2005 niet meer. De huismus was de meest getelde soort met meer dan 215.000 exemplaren. De koolmees werd 2e de merel 3e met respectievelijk ruim 160.000 en ruim 142.000 exemplaren. De merel werd overigens in de meeste tuinen gezien. Meer dan 90% van de tellers schreef deze soort bij op het lijstje.
Top 10
De Top 10 laat de volgende soorten zien:
- Huismus
- Koolmees
- Merel
- Vink
- Pimpelmees
- Kauw
- Houtduif
- Turkse Tortel
- Spreeuw
- Roodborst
Regionale verschillen
Naast het opvallende feit dat de koolmees in Zuid-Holland de talrijkste tuinvogel was, zien we ook andere opvallende regionale verschillen. Zo staat de groenling buiten de randstad in de top 10 en in Zeeland staat zelfs de kramsvogel in de top 10. Heel bijzonder is ook dat de ringmus, een vogel die op de Rode Lijst van bedreigde Nederlandse broedvogels staat, in de top 10 staat in de noordelijke provincies..
Knap resultaat van Vogelbescherming
Vogelbescherming Nederland heeft het succes te danken aan de eigen activiteiten. Een goed georganiseerde publiekscampagne zorgde er voor dat 70.000 Nederlanders een half uur de tijd hebben genomen om de vogels te tellen die hun tuin bezochten. Ook de goed verzorgde instructies op hun site, inclusief de foto's van de meest voorkomende tuinvogelsoorten, zullen veel mensen hebben aangezet deel te nemen. Men behoeft geen goed geoefende vogelkenner te zijn om een bijdrage te kunnen leveren.
Ook de nazorg is goed. Men kan de resultaten goed volgen, zowel totaal, als provincie alsook op postcode. De deelnemers ontvangen zelfs een email met hun ingezonden resultaten. Naast veel resultaten die van belang zijn voor het vogelonderzoek, levert de tuinvogeltelling ook een belangrijke bijdrage aan de houding van mensen ten opzichte van de vogels. Geconcludeerd mag worden dat er steeds meer mensen komen die enthousiast de vogels in hun eigen tuin helpen. In 2003 en 2004 waren het enkele duizenden mensen die aan te tuinvogeltelling deelnamen en nu maar liefst 70.000! Daarnaast komt er steeds meer belangstelling om de tuinen ook vogelvriendelijk in te richten. Er zijn zelfs tuinvogelconsulenten die tuinadvies aan particulieren geven. Vogelbescherming Nederland heeft met de Nationale Vogeltelling de juiste snaar bij veel Nederlanders weten te raken. Hier passen alleen maar complimenten!