De zaagvis (Pristis Pristis)
De zaagvis (Pristidea) is een van de vreemdst uitziende vissensoort die men kan tegenkomen. Op het eerste gezicht lijkt de vis een beetje op een haai, maar zijn meest in het oog springende kenmerk, de zaag vooraan de kop, geeft het dier een zeer vreemd uizicht. De laatste jaren is het een sterk bedreigde soort die nog maar zelden wordt waargenomen.
Morfologie
De zaagvis is lid van de familie Pristidea en behoord tot de klasse van kraakbeen vissen (Chondrichthyes). Deze zijn niet te verwarren met de zaaghaaien ((Pristiophoriformes) die er zeer sterk op lijken. Als de vis van opzij wordt bekeken heeft deze de kenmerken van een haai, maar het is eigenlijk een rog. Dit is duidelijk te zien aan de kieuwspleten en de mond die zich aan de onderzijde van de afgeplatte kop bevinden. Dit is een typisch kenmerk voor een rog. Het eerste wat opvalt aan de zaagvis is uiteraard het zaagvormige uiteinde aan zijn kop (het rostrum) dat vooral gebruikt wordt voor het vinden van voedsel. De bovenzijde van de vis is donkerder om niet op te vallen als deze van bovenaf wordt bekeken en de onderzijde is licht om niet op te vallen van onderen bekeken. Deze vissen kunnen tot 6 meter lang worden en een maximum gewicht bereiken van 300kg. Zulke grote exemplaren worden de laatste jaren niet meer waargenomen.
De eerste fossielen gaan terug tot 100 miljoen jaar geleden maar de moderne zaagvissen stammen af van fossielen die teruggaan tot 56 miljoen jaar geleden.
Habitat
De vissen zijn terug te vinden in zowel de Atlantische, de Stille als de Indische oceaan en in bijna alle grote tropische en subtropische rivieren die hierin uitmonden. Hoewel deze roggen weinig eisen stellen aan hun leefmilieu is de soort de laatste jaren zeer sterk bedreigd. Vooral het verdwijnen van kraamgebieden en de intensieve verstoring van hun leefgebied liggen hier aan de basis. Hoewel er niet specifiek op zaagvissen wordt gejaagd verstrikken ze regelmatig, omwille van de vorm van hun rostrum, in de netten van vissers. Algemeen wordt aangenomen dat de huidige populatie is teruggedrongen tot 95% van de oorspronkelijke. Van de 8 bekende soorten zijn er 5 inheems in Australië.
Reproductie
De zaagvissen zijn ovovivipaar (levendbarend) dit wil zeggen dat de eieren uitkomen in het lichaam van de vis. Om de moeder te beschermen zitten de zaagjes van de pasgeborenen in een speciaal vlies. Onmiddellijk na de geboorte verdwijnt dit vlies. De moederdieren zwemmen voor de geboorte stroomopwaarts de rivier in om een geschikte plek te vinden om hun nest te werpen. Hier brengen de jongen ook hun eerste levensjaren door om later stroomafwaarts naar zee te zwemmen. Hoewel er nog niet alles is geweten van deze vissen word aangenomen dat ze een vrij trage reproductie hebben. Niet van alle soorten is de draagtijd bekend, maar dit zou gemiddeld 5 maanden zijn. Per dracht worden tussen de 5 en 20 jongen geboren en om de 2 jaar is er een nest. De lengte bij geboorte varieert tussen 50 en 70 cm afhankelijk van de soort. Geslachtsrijpheid wordt pas bereikt na 10 jaar, volwassen exemplaren kunnen zeker 30 jaar of ouder worden. Omdat deze dieren zowel zoet als zout water nodig hebben om hun levencyclus te doorlopen zijn er heel weinig kweeksuccessen in aquaria bekend.
De zaag
Het zaagvormige rostrum heeft een rij tanden aan elke zijde, gemiddeld tussen de 17 en 34 per rij, afhankelijk van de soort. De tanden zijn geen echte tanden maar eerder tandachtige structuren gemaakt van een soort bot. Het rostrum is bedekt met elektrische poriën, die bewegingen en elektrische velden kunnen detecteren. Als een prooi in de buurt van de zaag komt maait hij deze neer om vervolgens op te eten. Als de vis wordt aangevallen of zich bedreigd voelt kan hij zijn rostrum gebruiken om zich te verdedigen.
De zaag is een curiosum dat in het verleden veel werd verhandeld, nu zijn deze nog regelmatig terug te vinden in musea. In sommige landen bestaat er een verbod op de handel hierin. Op afbeeldingen uit de vroege Zuid-Amerikaanse cultuur is te zien dat dit ook werd gebruikt als wapen of in ceremoniën.
Voedsel
De zaagvis leeft voornamelijk van voedsel dat zich op de bodem bevindt. Op het menu staan onder andere kleine schaaldieren zoals krab of garnalen en kleine platvisjes. Door met zijn rostrum de bodem te verstoren worden deze losgewoeld en vervolgens opgegeten.
Bescherming
Alle soorten van de familie Pristidea zijn internationaal beschermd door CITIS (Convention on International Trade in Endangered Species). Hierdoor is het verboden deze dieren te vangen en te verhandelen. Enkel in Aziatische landen word deze vis gegeerd omwille van de smaak van hun vinnen en de leverolie, in de rest van de wereld heeft deze geen enkele economische waarde.
Soorten
Er zijn verschillende soorten zaagvissen, de meest voorkomende zijn volgende:
- Pristis pristis (gewone zaagvis)
Komt in de meest tropische en subtropische gebieden voor.
Is een zoetwatervis die meestal in de kustzones van de grote oceaan leeft, in Australië is hij de grootste inheemse zoutwatervis.
Komt meestal voor in de kustgebieden van de Atlantische oceaan, heeft een kenmerkende groene tot olijfachtige kleur.
Komt voor in de kustgebieden van de grote oceaan, deze wordt ook veel in rivieren waargenomen.
Leeft vooral aan mondingen van rivieren.