De sidderaal, een dodelijke vis
De sidderaal is een diersoort die voornamelijk voorkomt in modderpoelen in Zuid-Amerika. De vis is bijzonder, want hij doodt zijn prooi door stroomstoten van ongeveer 500 volt te geven. Daarnaast gebruikt hij ook elektriciteit uit zelfverdediging. Een bezoek van een mens aan de sidderaal kan dus al dodelijk zijn.
De sidderaal
- Lengte: 2 meter
- Gewicht: 20 kg
- Habitat: modderpoelen in Zuid-Amerika
- Wekt stroomstoten op van gemiddeld 500 volt en 1 àmpere (grotere vissen kunnen meer spanning genereren)
Over de sidderaal
Een sidderaal is een vis die valt onder de soort Electrophorus. Zoals de naam al zegt heeft deze vis iets met elektriciteit te maken. De vis is al een geruime tijd bekend en wordt gevreesd onder de bewoners van Zuid-Amerika. De vis komt voornamelijk voor in de Amazone, maar is ook in grote getale aanwezig in kleine modderpoelen. Deze modderpoelen kunnen soms bijna droog staan, bijvoorbeeld vlak voordat er neerslag komt. Op dat moment is de sidderaal enigszins goed te zien. De sidderaal lijkt echter heel erg veel op boomstammen en daarom kan het ook zijn dat hij juist niet goed te zien is. De sidderaal beweegt zich kronkelig voort in het water op zoek naar zijn prooi. De sidderaal eet voornamelijk ongewervelde dieren, maar is ook niet mis van kleine visjes of kleine zoogdieren. Hij doodt zijn prooi door het geven van elektrische schokken. Mede omdat de vis stroomstoten geeft, is hij niet geliefd onder de menselijke bewoners van het leefgebied. De sidderaal wordt daarom voortdurend afgemaakt door mensen.
De sidderaal plant zich graag voort. In het droge seizoen kan een vrouwelijke sidderaal maar liefst voor 17.000 nakomelingen zorgen. De sidderaal heeft niet voldoende aan de hoeveelheid O2 in het water. In het water is de hoeveelheid O2 altijd lager dan de hoeveelheid O2 in de lucht. De sidderaal kan daarom eenmaal op land relatief lang overleven. Ook zal de sidderaal dus af en toe naar adem moeten happen. De sidderaal heeft veel O2 nodig om de elektrische schokken op te wekken.
Elektrische schokken
De sidderaal kan elektrische schokken geven om zijn prooi te vermoorden of om zichzelf te verdedigen. In het geval van de mens zal hij elektrische schokken geven om zich te verdedigen. Het genereren van stroomstoten is een ingewikkeld proces. Het heeft op enkele fronten overeenkomsten met de signaalgeleiding in zenuwcellen van de mens. Dat werkt ook met natrium- en kaliumpoorten. Er ontstaat dankzij het stromen van lading door de natrium- en kaliumpoorten een potentiaalverschil. Een potentiaalverschil is uitgedrukt in volt.
De sidderaal heeft drie organen om stroom op te wekken. Al deze organen werken samen om zo per cel een een potentiaalverschil op te wekken door natrium en kalium door de poorten te pompen. Al deze cellen staan in serie met elkaar geschakeld, waardoor er per saldo een heel erg groot potentiaalverschil ontstaat. Het potentiaalverschil per cel is 0,15 volt en wordt dus totaal 500 volt. Dit in combinatie met een stroom van 1 ampère resulteert een totaal vermogen van 500 watt per stroomstoot. Bij jonge sidderalen zijn de drie organen die nodig zijn voor het opwekken van stroom minder goed ontwikkeld. Daardoor kunnen jonge sidderalen een kleiner potentiaalverschil opwekken.