Welke algeneters voor welke alg
Algen in een aquarium kunnen niet alleen esthetisch storend zijn, maar kunnen ook nog eens flink wat schade aanrichten aan zowel planten als vissen. Om algengroei zoveel mogelijk te beperken, of tegen te gaan, zijn er verschillende mogelijkheden. Algeneters inzetten is hier één van.
Algemeen
De meeste echt schadelijke soorten algen groeien niet zomaar in een aquarium. Deze kunnen ontstaan door overvoeren van vissen, teveel vissen, een verkeerde locatie van het aquarium, teveel licht, enz. Een
algeneter inzetten zonder de oorzaken van de algengroei weg te nemen heeft dus ook weinig zin; de alg zal immers gewoon blijven groeien zolang deze genoeg voeding kan vinden. Daarnaast onderscheiden we diverse soorten algen, die we weer kunnen indelen in een aantal groepen. Deze grotere groepen zijn groenwieren, roodwieren en bruinwieren. Er wordt ook wel eens gesproken over blauwwieren, echter is dit geen officiële groep. Iedere soort algen heeft weer een andere manier om ze te verwijderen, zo zijn er ook verschillende algeneters die verschillende algen eten.
Puntalg
Puntalgen zijn kleine groene vlekjes die op de ruit van het aquarium ontstaan. Deze vlekjes zijn soms nog weg te krijgen met een ruitmagneet, maar vaak zijn deze zeer hardnekkig. Ze ontstaan bij bijna ieder aquarium en zijn voor de rest niet schadelijk, ze geven het aquarium wel een onverzorgd uiterlijk. Er zijn diverse algeneters die van deze algen eten, maar de beste bij deze soort algen zijn de
Siamese algeneter (Crossocheilus Siamensis) en de
Otocinclus algeneters. De eerste kan zo’n 14cm groot worden en heeft een temperatuur nodig van 24 tot 26 graden. Deze soort heeft wel voldoende schuilplekken nodig en moet met meerdere tegelijk gehouden worden. De Otocinclus wordt maximaal zo’n 4 à 5 cm groot en heeft temperaturen nodig van tussen de 21 en 26 graden. Deze algeneters kunnen beiden de puntalgen terugdringen, echter de beste manier om de algen te verdelgen is het inzetten van slakken. Slakken kunnen echter wel weer planten aantasten.
Zwarte puntalg
Zwarte puntalg ziet er ongeveer hetzelfde uit als de gewone puntalg, echter dan met zwarte vlekken. Deze soort valt onder de roodwieren en is zeer moeilijk te bestrijden. De reden van het ontstaan van deze soort is een teveel aan
nitraat en
fosfor, wat kan worden veroorzaakt door bijvoorbeeld overvoeren. De enige manier om deze snel groeiende alg tegen te gaan is dan ook het water weer terug te brengen tot normale waardes.
Bruine alg
Bruine alg, ook wel kiezelalg genoemd, komt uit de groep der bruinwieren. Deze algen ontstaan meestal bij een nieuwe bak, of in een aquarium waar nog geen goed evenwicht is ontstaan. Een andere reden kan zijn dat een aquarium langer dan 12 uur belicht is. Hierdoor ontstaat een bruinachtige substantie op stenen en decoratie. Het verwijderen van bruine alg is eenvoudig; herstel het evenwicht in het aquarium (het water kan meestal gratis getest worden bij een aquariumzaak) en controleer de belichting, die moet niet langer dan 12 uur aan staan. Algeneters zijn bij deze algensoort niet nodig.
Blauwe alg
Deze blauwe alg is te herkennen aan een slijmerige groen/bruine substantie. Hij wordt veroorzaakt door een teveel aan voedingsstoffen, waarbij dus bijvoorbeeld overvoeren een oorzaak kan zijn. Ook een teveel aan vissen of rottende bladeren/dode vissen kunnen een voedingsbodem voor deze alg creëren. Blauwalg kan weggeveegd worden, echter verspreid dit de alg slechts. Het beste is om het voorzichtig weg te halen en de waterkwaliteit op peil te brengen. Hiervoor zijn geen algeneters of slakken te gebruiken; het is zelfs slecht voor vissen.
Baardalgen
Baardalgen vallen onder de roodwieren en zijn zeer lastig te verwijderen. Ze bestaan uit lange draden op de randen van bladeren en ontstaan door een teveel aan nitraat en fosfor. Het weer op niveau brengen van de waterwaardes en het toevoegen van CO2 in het water kan deze algen terugdringen. Ook
Japonica garnalen eten deze baardalgen, naast algeneters als de Siamese Algeneter die deze algen op effectieve wijze terugdringt. Ook visjes als de
Black Molly,
Guppen,
Zwaarddragers en
Plaatjes eten wel eens van deze algen, echter zijn deze minder effectief dan de algeneters en de Japonica.
Groene zweefalg
Groene zweefalg is makkelijk te herkennen: Het hele water kleurt dan groen. Deze algensoort behoeft geen algeneters, de soort ontstaat namelijk door een teveel aan en te fel zonlicht. Het verplaatsen of afschermen van het aquarium doet deze soort snel verdwijnen.
Kluwalgen
Deze algen zitten op de bodem en verspreiden zich snel. Het terugdringen van deze soort kan door middel van de Japonica garnaal, of door de
Ancistris Dolichopterus. Deze laatste soort kan 12cm groot worden en heeft een temperatuur van tussen de 24 en 26 graden nodig. Bij het houden van deze vissen moet er wel rekening mee worden gehouden dat er niet meer dan één mannetje gehouden wordt: Anders gaan deze onderling vechten. Overigens zijn bijna alle Ancistrus soorten geschikt tegen deze algensoort.
Afsluiting
Veel algen zijn goed terug te dringen zonder het inzetten van een specifieke algeneter. Enkele minder schadelijke soorten algen zijn echter goed terug te dringen door middel van algeneters of visjes zoals de Guppy's en Zwaarddrager. Bedenk wel goed welke soorten bij elkaar gezet kunnen worden. Het inzetten van Japonica garnalen in een bak met een maanvis is bijvoorbeeld gedoemd om te mislukken. De overige genoemde soorten zijn zeer vredelievend en kunnen bijna bij alle overige vissen geplaatst worden.