Goudwinde, een ideale vijvervis
In een siervijver mogen eigenlijk geen vijvervissen ontbreken. Maar, er zijn meerdere soorten, afhankelijk van de vijver met goede en minder goede eigenschappen. De goudwinde is een ideale vijvervis, die eigenlijk in geen enkele natuurlijke siervijver mag ontbreken. Het is een mooie en sierlijke vis, met veel goede eigenschappen, kortom de ideale vijvervis!
De Goudwinde
De goudwinde (Latijn: Leuciscus Idus Melanotus) wordt maximaal zo'n 60 cm en is een welbekende kweekvorm van de winde (Latijn: Leuciscus Idus). De wildvorm is een inheemse vis, die in grote gedeelten van Europa en Azië voor komt, met een maximale lengte van 80 cm. Omdat de grootte van de siervijver uiteindelijk de grootte van de winde bepaalt, worden ze daar zelden groter dan 60 cm. Voor een siervijver zijn goudwindes van rond de 50 cm dan ook al vrij kapitale vissen. Naast de goudwinde zijn er nog andere kweekvormen, waarvan de blauwe winde een vrij veel voorkomende kweekvorm is. De drie kleuren winde en regenboogwinde zijn daarentegen een stuk zeldzamer en daarom ook veel moeilijker te vinden.
Goudwindes in de vijver 1.
Goudwindes in de vijver 2.
Waarom de ideale vijvervis?
De goudwinde is een echte oppervlaktevis, die zich graag aan het wateroppervlak laat zien. In tegenstelling tot de goudvis, die juist bekend staat om zijn wroetgedrag, laat de goudwinde de bodem met rust. Dit komt de waterkwaliteit en helderheid van de siervijver zeker ten goede.
Ze staan bekend om hun actieve jachtgedrag op insecten aan het wateroppervlak, waarbij ze soms volledig uit het water springen. Dit gebeurt vooral in de warmere zomermaanden, rond de schemer, wanneer er zich veel insecten op of rond het wateroppervlak begeven. In principe hoeven goudwindes ook niet gevoerd te worden, en halen ze voldoende voeding uit de vangst van insecten en dergelijke, maar wordt er gevoerd, dan is de goudwinde graag aanwezig voor een makkelijk hapje.
De goudwinde plant zich relatief moeilijk voort in een siervijver, maar dat is zeker niet altijd een nadeel. Doordat ze zich relatief moeilijk voortplanten raakt de vijver ook niet snel overbevolkt, wat weer een nadelig effect heeft op de waterkwaliteit. In tegenstelling tot de goudwinde plant bijvoorbeeld de shubunkin zich juist wel makkelijk voort, en kan de siervijver in slechts een paar jaar tijd dusdanig overbevolkt raken, dat de siervijver biologisch uit balans raakt en de vijver verandert in een groene soep.
Eigenlijk heeft de goudwinde voor voorplanting stromend water nodig, en dat is in de meeste siervijvers niet echt voor handen. In vijvers met betere, en sterkere, filtersystemen staat wel enigszins wat stroming en is die op bepaalde plekken langs bodemstructuren en beplanting voldoende groot om het windes wat makkelijker te maken. Maar dan nog is het geen garantie dat ze zich voortplanten.
De goudwinde is een snelle, maar wat schuchtere vis en probeert zich bij onraad snel te verstoppen. Hierdoor zal deze minder snel ten prooi vallen aan bijvoorbeeld een reiger, maar kan zich vervolgens wel voor meerdere dagen verstoppen, zodat het lijkt alsof ze allemaal verdwenen zijn.
Enkele kanttekeningen
De goudwinde is een echte scholenvis, en leeft daarom het liefst met een aantal soortgenoten. Wanneer er te weinig van zijn soortgenoten in de buurt zijn vertoont de goudwinde wat paniekerig vluchtgedrag en daarom is het verstandig om dan ook minimaal zo'n acht a tien goudwindes in een siervijver te houden.
Het actieve springgedrag is een lust voor het oog, maar loopt soms ook verkeerd af en springt de vis op het droge, of over de vijverrand. Aangezien het springen veelal in de schemer gebeurt en dit niet altijd opgemerkt wordt, kan dat af en toe ook fataal af lopen.
De goudwinde is een enigszins kwetsbare vis, en kan minder goed tegen bepaalde chemische stoffen. Wanneer medicatie gebruikt wordt voor andere vissen, kan dat juist nadelig uitwerken op goudwindes. En ook bij chemische toevoeging, om bijvoorbeeld algen te doden heeft dat op goudwindes vaak geen goede invloed. Daarnaast houdt de goudwinde van zuurstofrijk water, en zal als een van de eerste vissen een zuurstof gebrek vertonen.
Lees verder