Tuinvijver: goed evenwicht en geschikte vissoorten
Door vissen te houden in een tuinvijver wordt die levendig en spannend om naar te kijken. Maar zo maar een aantal vissen uitzetten is geen goede zaak. Het is belangrijk om eerst na te gaan welke soorten en aantallen goed bij elkaar passen om teleurstelling te voorkomen. Niet alle vissen zijn geschikt voor elk soort vijver en soms zijn extra maatregelen nodig voor een goede leefomgeving van de vissen. Vooral geldt dit als de vissen met een groot aantal in een betrekkelijk kleine tuinvijver moeten leven. Ook is belangrijk dat er een goed evenwicht is in de vijver.
Pompje, fonteintje of filtering
Vissen in een vijver kunnen grote vervuilers zijn van het water. Sommige soorten eten graag van de planten en wroeten met hun neus de bodem om. Als er geen goed evenwicht is in de vijver ontstaan problemen met algen en kunnen zelfs ziektes voorkomen. Om onheil te voorkomen is het bijna altijd noodzakelijk om filtering aan te brengen om de kwaliteit van het water op peil te houden. Volstaan met een pompje of een fonteintje is niet voldoende. Tevens is het belangrijk om de vijver, de pomp en het filter goed te onderhouden en op tijd schoon te maken.
Vijver zonder vissen
Het lijkt vreemd om een vijver te hebben zonder vissen, maar een vijver met alleen planten vergt dit onderhoud allemaal niet. Zo’n vijver spaart ook kosten voor het elektriciteitsgebruik voor de apparatuur die is aangebracht. Een vijver zonder vissen trekt ook makkelijker kikkers en salamanders aan. Vijvervissen zijn vaak een gewilde prooi voor reigers en katten wat menige vijverliefhebber radeloos maakt.
Geschikt voor vissen?
Valt de keuze toch op het houden van vissen dan moet eerst bekeken worden of de vijver wel geschikt is voor vissen. Noodzakelijk is dat op zijn minst een gedeelte van de vijver diep genoeg is (bijvoorbeeld een meter) zodat er in de winter voldoende water overblijft dat niet bevriest. Pas dan hebben de vissen nog voldoende leefruimte.
Zorg voor goed evenwicht
Ook is het niet verstandig om meteen in een nieuwe vijver vissen te houden. Het water is dan nog niet geschikt omdat de vijver eerst in evenwicht moet komen. Om vissen gezond te houden is zuurstofrijk water nodig waarvoor de planten enige groei moeten hebben doorgemaakt. Vissen in een vijver komen uiteraard het best tot hun recht als het vijverwater helder is. Hier moeten de pomp en het filter voor zorgen. Voor de pomp geldt de regel dat deze in ongeveer vier uur tijd al het water moet kunnen rondpompen.
Aantal vissen bepalen
Een vuistregel voor het aantal vissen dat in een vijver kan worden gehouden is dat per kubieke meter water de lengte van alle vissen bij elkaar maximaal veertig centimeter mag zijn. Bij het bepalen van de totale lengte van de vissen moet er rekening mee worden gehouden dat de vissen nog zullen groeien. En uiteraard hebben grotere vissen een vijver nodig van meer vierkante meters dan kleine vissen waarvoor geen vaste uitgangspunten bestaan maar een vis moet zich als een vis in het water kunnen voelen.
Geschikte vissoorten voor de tuinvijver
Er bestaan diverse soorten vissen die geschikt zijn voor een tuinvijver. Het bepalen van de keuze zal voor een deel afhangen van de persoonlijke voorkeur. Verder is een goed advies bij de aankoop van belang om te weten welke soorten bij elkaar passen.
Beekgrondeltje (gobio gobio)
Het beekgrondeltje is een schoolvis die tien tot vijftien centimeter lang wordt en zich vooral op de bodem van de vijver ophoudt. Het heeft een grote zuurstofbehoefte en voldoende beweging van het water nodig.
Bittervoorntje (rhodeus)
Het bittervoorntje behoort tot de familie van de karperachtigen. Het is een schoolvisje in een school van vijf tot zes stuks dat vooral in de buurt van de bodem te vinden is. Het visje wordt vijf tot zes centimeter lang.
Driedoornig stekelbaarsje (gasterosteus aculeatus)
Het driedoornige stekelbaarsje wordt ongeveer zes centimeter lang. Het water waarin het visje zich thuis voelt moet helder zijn en de vijver moet enkele ondiepe gedeelten hebben.
Goudelrits (Pimephales promelas auratus)
De goudelrits wordt door velen als de beste vis voor een evenwichtige vijver beschouwd. Het visje wordt vijf tot acht centimeter lang en kan hooguit drie jaar oud worden. De goudelrits plant zich makkelijk voort en lijkt wel op de goudwinde.
Goudvis (Carassius auratus auratus)
Goudvissen zijn er in allerlei variëteiten en in verschillende vormen en kleuren. Maar goudvissen hebben twee nadelen. Vooral grote exemplaren woelen de bodem graag om en goudvissen vermenigvuldigen zich snel waardoor de populatie te groot kan worden. Goudvissen kunnen wel veertig centimeter lang worden en langer leven dan vijftien jaar.
Goudwinde (Leuciscus idus melanotus)
De goudwinde eet vooral van de wateroppervlakte en laat de bodem met rust. De vis is ongeschikt voor kleinere vijvers omdat de goudwinde wel zestig centimeter lang kan worden.
Goudzeelt (tinca tinca auratus)
De goudzeelt is een sterke vis van een groter soort die tot zeventig centimeter lang kan worden. De vis zit vaak onder in de vijver.
Koi (Cyprinus carpio carpio)
Een fraaie siervis die vooral geschikt is voor grotere vijvers omdat een koi wel tachtig centimeter lang kan worden. Er moet wel terdege rekening mee worden gehouden dat het planteneters zijn.
Komeetstaart (Sarasa)
De komeetstaart behoort tot de familie van de goudvissen maar hij vermenigvuldigt zich minder snel dan de goudvis. Het is een typische oppervlakte-azer die voedsel zoekt dat op het water drijft. De vis kan maximaal vijfentwintig centimeter worden.
Regenboogforel (Oncorhynchus mykiss)
De regenboogforel is een inheemse vis en komt minder in tuinvijvers voor dan de exotische vissen. De reden is dat inheemse vissen schutkleuren hebben waardoor ze minder zichtbaar zijn terwijl het spannende van een tuinvijver juist is om de vissen te zien. Het nadeel van forellen is ook dat ze geen andere vissen gedogen en die onmiddellijk aanvallen. De regenboogforel kan tussen vijfentwintig en vijftig centimeter lang worden.
Rozette (leuciscus auratus)
De rozette wordt ook wel goudvoorn genoemd. De vis kan twintig tot vijfendertig centimeter lang worden en kan vijftien tot twintig jaar oud worden. Met zijn zilverglanzende onderkant en zijkanten schittert de vis in het zonlicht. Hij heeft een donkerrode rug en rode vinnen. De rozette gedijt het best in een school van vier of vijf exemplaren. Het zwemt graag aan de oppervlakte om vliegen en muggen te vangen.
Shubunkin rhodolatinus
De shubunkin rhodolatinus is zeer geschikt om in grote vijvers te worden gehouden en kan daar zeer actief zijn. Het is een ranke vis waarvan de schubben op de huid in de zon glinsteren. Hij kan tien tot twintig centimeter lang worden.
Sluierstaart oranda (carassius auratus)
De sluierstaart oranda heeft een gedrongen ovaal lichaam. De staartvin van de vis is meerdelig en is soms langer dan het eigenlijke lichaam. Van de sluierstaart bestaan verschillende kleurvariëteiten. De sluierstaart kan tien tot vijftien centimeter lang worden.
Zilverwinde (leuciscus leuciscus)
Evenals de goudwinde kan de zilverwinde boven de waterspiegel uitspringen. Dit vooral in de zomeravonden als hij op jacht gaat naar insecten en wel veertig centimeter boven het water uit kan komen. De zilverwinde kan vijfentwintig tot vijftig centimeter lang worden en een bijzonder hoge leeftijd bereiken van meer dan vijftig jaar.
Zonnebaars (lepomis gibbosus)
De zonnebaars is een zwarte vis. De vis leeft van insecten wat gunstig is voor de tuinvijver. De zonnebaars plant zich onder gunstige omstandigheden makkelijk voort en kan vijftien centimeter lang worden.
Goed advies is zeer belangrijk
Bij het aanschaffen van apparatuur, planten en vissen voor de tuinvijver is het aan te raden om naar een speciaalzaak te gaan waar goede voorlichting wordt gegeven en om de gegevens van de vijver goed door te spreken voor het juiste advies. Daarmee kan veel teleurstelling en ergernis worden voorkomen.
Lees verder