Brooklynella-infectie in het zeeaquarium
Brooklynella hostilis is een parasiet die vaker dan gedacht voorkomt in zeeaquaria. De behandeling in een rifaquarium is vaak erg moeilijk en dat maakt Brooklynella een gevreesde infectie voor menig zeeaquariaan. De ziekte is ook wel bekend onder de naam Clownvis ziekte, omdat vooral anemoonvissen zeer vatbaar zijn voor deze infectie.
Brooklynella hostilis
Brooklynella hostilis behoort tot de groep Ciliophora, ook wel trilhaardiertjes genoemd. Er is weinig bekend over de levenscyclus van deze ééncellige parasiet. De levenscyclus lijkt op zijn minst te bestaan uit een vrijzwemmende fase, een fase op en in de vis en vermoedelijk ook een rustfase in het substraat. Brooklynella plant zich voort door middel van celdeling, een zeer snel reproductieproces. De parasiet voedt zich met huid- en bloedcellen van de hostvis. Gezien de zeer snelle reproductie en de destructieve invloed van de parasiet raken vissen in korte tijd ernstig beschadigd. Vissen overlijden vaak binnen korte tijd aan de gevolgen van uitdroging en secundaire infecties. Omdat vissen in een aquarium via het water constant met elkaar in contact staan, spreidt de infectie zich snel over de andere vissen uit.
Symptomen
Een Brooklynella-infectie kan zich op verschillende manieren uiten en niet alle vissen laten dezelfde symptomen zien. Geïnfecteerde vissen hebben in het beginstadium vaak wat witte stipjes op hun huid. Kort na de infectie gaan de vissen snel ademen. Dit komt doordat de parasiet in eerste instantie in de kieuwen zit en de kieuwen dermate beschadigt dat ademhalen moeilijk wordt. Daarna krijgt de vis vaak een vlekkerig patroon over zijn huid, omdat de slijmhuid zich gaat verdikken op de plaatsen waar deze is aangetast door de parasiet. Dit verdikken van de slijmhuid resulteert uiteindelijk in het troebel worden van de vis en in sommige gevallen loshangende stukken slijmhuid. De vis kan al snel niet goed meer zwemmen, zwemt tegen objecten op, hangt scheef en gaat uiteindelijk vaak op de bodem liggen. Vissen verliezen hun eetlust, wat zich kenmerkt door het spelen met eten. Ze pakken eten vaak nog wel, maar spugen het vrijwel direct weer uit.
Behandeling
Vissen zullen vrijwel in alle gevallen uitgevangen moeten worden voor behandeling. Er zijn twee veelgebruikte behandelmethoden.
Zoetwaterbad
De eerste is een dip in een zoetwaterbad, waarvan wel de pH is aangepast op de pH van het zeewater. De parasiet heeft geen osmoseregelsysteem en zal blootstelling aan zoetwater vaak niet overleven. Zet een bak met osmosewater klaar, waarvan de temperatuur en de pH gelijk zijn aan het water in het hoofdaquarium. Voeg eventueel een ammoniaverwijderend product toe, omdat er tijdens de behandeling ammonia kan ontstaan. Plaats een luchtsteen in het water voor sterke beluchting. Zet een tweede bak klaar met water met een zoutgehalte van 1.010 tot 1.013. Zorg er ook voor dat er een quarantaine bak klaar staat voor na de behandeling. Plaats vervolgens de vissen (niet teveel tegelijk!) in het zoetwaterbad. Observeer de vissen goed en verwijder vissen die tekenen van stress gaan vertonen. Houd de vissen maximaal 3 tot 4 minuten in het zoetwaterbad. Plaats de vissen hierna voor een korte dip in het bad met het lage zoutgehalte. Doe dit 30 sec tot 2 minuten, afhankelijk van de conditie van de vissen. Eventuele nog levende parasieten vallen dan alsnog van de vissen af. Een zoetwaterbad is alleen geschikt voor sterke vissen. Kwetsbare vissoorten of vissen die door de ziekte al te erg verzwakt zijn, kunnen beter een formalinebehandeling ondergaan.
Formalinebehandeling
Een andere behandeling voor geïnfecteerde vissen is een formalinebad. Voor deze behandeling is een formaldehyde oplossing van 37% gewenst (een oplossing van 37% formaldehyde in water, wordt formaline genoemd). Zet voor de te behandelen vissen een bak water klaar met hierin 1 ml formaline per 5 liter water. Voeg eventueel een ammoniaverwijderend middel toe, omdat tijdens de behandeling ammonia kan ontstaan. Leg hierin een verwarmingselement en plaats een luchtsteentje. Beluchting van het water is zeer belangrijk! Zet een tweede bak water klaar met een zoutgehalte van 1.010 tot 1.013. Zorg dat er een quarantaine bak klaarstaat, waar de vissen na de behandeling in geplaatst kunnen worden. Plaats de geïnfecteerde vissen (niet teveel tegelijk!) in het formalinewater. Begin met 15 minuten en observeer de vissen goed. Zodra een vis problemen lijkt te krijgen moet hij eruit. Als de vissen er na 15 minuten nog goed uitzien, wordt de behandeling met 15 minuten verlengd. Blijf de vissen goed in de gaten houden en verleng eventueel nog twee keer met 15 minuten. Na maximaal 60 minuten moeten alle vissen uit het formalinebad gehaald worden en overgeplaatst worden in de tweede bak water met het lage zoutgehalte. Deze bak dient alleen voor een snelle dip (30 sec tot 2 min, afhankelijk van de conditie van de vissen) om eventuele zwakke parasieten van het lichaam van de vissen te laten vallen. Plaats de vissen na deze korte dip in een quarantainebak met een normaal zoutgehalte.
Quarantaine
Behandelde vissen moeten minstens vier weken in een quarantaine bak verblijven, maar langer is ook mogelijk. Behandel ze eventueel nog een keer tegen Brooklynella en behandel ook eventuele secundaire infecties. Het hoofdaquarium moet minimaal vier weken visloos zijn, maar over het algemeen wordt een periode van acht weken aangeraden. De overgebleven parasieten kunnen zonder vissen hun levenscyclus niet voltooien en de infectie zal zo uit de bak verdwijnen.
Let op
- Als er veel vissen behandeld moeten worden, moeten de vissen in kleine groepjes tegelijk de behandeling ondergaan. Zorg ervoor dat na elk groepje vissen weer nieuw behandelwater wordt gemaakt.
- De formalinebehandeling lijkt een effectievere behandeling te zijn, maar de meningen zijn hier enigszins over verdeeld.