Waterslangen: hoe gevaarlijk zijn deze slangen?
Waterslangen hebben hun naam gekregen vanwege hun leefomgeving. Zij leven namelijk veelal in het water en de omgeving hieromheen. Het zijn slangen met een aantal bijzondere eigenschappen. De geboorte van hun nakomelingen gebeurt bijvoorbeeld anders dan bij de meeste reptielen. De waterslang heeft verschillende manieren om prooidieren te kunnen vangen. Hij heeft onder andere een bepaalde substantie in zijn slijm om gewonde vissen en amfibieën op een effectieve manier te kunnen opsporen.
Waterslangen
De waterslang
De reptielen hebben deze benaming verkregen omdat ze een groot deel van hun leven in een waterrijke omgeving doorbrengen. Zij zijn zowel in het water als in bomen te vinden. Zij hangen namelijk aan bomen die zich langs de oever bevinden. De familienaam voor de waterslang is 'Natricidae'. Deze bestaat uit meer dan tweehonderd soorten. In het verleden (tot 2013) werden zij onterecht tot de familie van de gladde slangen ('Colubridae') gerekend.
Het herkennen van waterslangen
Waterslangen zijn te herkennen aan hun spitse snuit en bolle ogen. Hun gestroomlijnde lichaam geeft een voordeel voor de voortbeweging in het water. Enkele voorbeelden zijn de ringslang en dobbelsteenslang. Sommige exemplaren zijn gecamoufleerd zodat zij niet opvallen.
De geboorte van nakomelingen
Enkele van deze waterslangsoorten hebben het vermogen om hun nageslacht te baren zonder dat zij eieren leggen. De eitjes komen namelijk al uit wanneer ze zich nog in het lichaam van de moeder bevinden. Dit is een unieke eigenschap die normaal gesproken bij reptielen niet voorkomt. Reptielen zoals slangen staan er namelijk bekend om dat zij eieren leggen. De jonkies hebben een lengte van 20 tot zo'n 30 centimeter.
De jacht op prooidieren
De waterslang maakt jacht op allerlei verschillende roofdieren. Hij gaat meestal op zoek naar kleine en langzame vissen. Deze vissen bevinden zich vooral in ondiep water (bron: Linzey & Clifford, 2002). Hiernaast eet het reptiel amfibieën. Dit kunnen zowel salamanders als kikkers en kikkervisjes zijn die zich meestal ook in ondiep water bevinden. Het roofdier eet zijn prooi levend op. Dit doet hij door met een open bek te wachten totdat zijn prooi langs zijn bek zwemt. In andere gevallen gaat hij actief op zoek naar zijn prooi.
De zoektocht naar prooidieren
Wanneer zijn prooi slechts gewond is geraakt zorgt het speeksel van de waterslang ervoor dat zijn bloed niet stolt. Het prooidier laat als gevolg hiervan een spoor van bloed achter waardoor de waterslang hem kan opsporen. De waterslang staat er ook bekend om dat hij spleten tussen rotsen onderzoekt om hierin prooidieren te kunnen ontdekken. Veel prooidieren verstoppen zich namelijk vanwege hun veiligheid tussen de rotsen (bron: Drummond, 1983).
Tanden
Deze slangen hebben net als andere slangen scherpe (hoek)tanden zodat hij de mogelijkheid heeft om effectief op zijn prooi te jagen. Waterslangen kunnen zeer agressief zijn. Als deze reptielen zich bedreigd voelen bijten de dieren om zich heen.
Passerende boten
De reptielen laten zich van een tak vallen op momenten waarbij zij door iets of iemand gestoord worden. In sommige situaties vallen zij in een passerende boot. In zulke situaties moet men voorzichtig zijn dat men niet gebeten wordt.
Gif
Waterslangen zijn over het algemeen niet giftig. Veel waterslangen worden echter dikwijls aangezien voor een bepaalde slangensoort, namelijk de 'water moccasin' of 'cottonmouth'. Dit is een slangensoort die wel giftig is en heeft meer een driehoek-achtige kop. De kop van een waterslang heeft echter meer een bolle vorm. Sommige exemplaren hebben echter een zeer dunne kop. Tevens heeft de waterslang bolle ogen terwijl de water moccasin dit niet heeft. Exemplaren die tot noordelijke waterslangen behoren lijken tevens soms op ratelslangen. Ratelslangen zijn zeer giftig en hierdoor levensgevaarlijk.
Wurgvermogen
Deze slangensoort is kleiner en dunner dan wurgslangen. Hierdoor hebben zij niet het vermogen om hun prooi te wurgen. Waterslangen worden namelijk meestal ongeveer een meter lang terwijl wurgslangen vaak meerdere meters lang worden. Waterslangen zijn, omdat zij niet giftig zijn en niet kunnen wurgen, over het algemeen ongevaarlijk voor de mens.