Wat leeft er in de Everglades
De Everglades is een reusachtig subtropisch moeras in het zuiden van Florida waar het wemelt van de wilde dieren. Dit is een gebied van uitersten. Het is niet alleen de zonnigste staat in de VS, maar ook de natste. ‘s Zomers zijn er vaak orkanen die overstromingen veroorzaken en de vegetatie platslaan; de droge winters vormen echter het grootste gevaar voor de dieren. Desondanks zijn de meeste bewoners aangepast om in lastige omstandigheden als deze te overleven.
Hoge bomen, kort gras
Het grootste deel van de Everglades is bedekt met moerassige prairies van zaagzegge die bekend staan als de 'Grasrivier', traagstromende beken en bezaaid met eilandjes met tropische hardhoutbomen. In het westen ligt het Big Cypress Swamp, waar duizenden soorten planten groeien. De cipressen zijn versierd met bromelia's en orchideeën, die voedingsstoffen, vocht en zonlicht uit de lucht halen. Als ze bloeien verandert het moeras in een zee van kleur en geur. Hier groeit ook de wurgvijg, die uiteindelijk de boom waarop hij groeit, wurgt. Dennenbos en mangroves beschermen de kustlijn en voorkomen dat de zee de moerassen aantast.
Opzichters van de Everglades
Alligators spelen een cruciale rol in het behoud van het ecosysteem. Ze verwijderen planten als ze kreken op en af zwemmen, en in het droge seizoen graven ze grote waterpoelen die een reddingslijn voor vele andere waterdieren vormen. De heuveltjes dicht bij deze waterpoelen zijn de resten van alligatornesten. Hier groeien wilg en wasgagel, leggen schildpadden hun eieren en kunnen allerlei dieren rusten. De Everglades heeft de rijkste concentratie van reptielen en amfibieën in Amerika, waarvan sommige - bepaalde kikkers, salamanders, slangen en hagedissen - in de bomen leven.
Een waterige wereld
Deze wateren zijn een provisiekamer voor de meeste moerasbewoners. Vissen, waaronder muskietenvissen, tandkarpers en baarzen, worden opgeslokt door
alligators, otters en kaaimansnoeken; de dieren die ontsnappen helpen de ongewervelde dieren op een redelijk peil te houden. De kusten zijn broedplaatsen voor vele soorten zeedieren. Hier leeft ook de lamantijn of zeekoe, een vriendelijke reus die wel 680 kg kan wegen.
Vrije vogels
Een aantal van de mooiste en vreemdst uitdiende waadvogels ter wereld bewoont de Everglades, zoals reigers, zilverreigers en ganzen. Een van de grootste is de blauwe reiger met zijn 1,2 meter, een vaste bewoner die elk jaar hetzelfde nest gebruikt. Een andere reus is de witte pelikaan die een spanwijdte van 2,7 m heeft, en een echte curiositeit is de roze lepelaar. Deze heeft zachtroze veren en een grote, bruine lepelsnavel die misplaatst lijkt maar onder water niet door zijn prooi kan worden gezien. De waterstanden zijn kritiek voor veel vogels, vooral voor de schimmelkopooievaar die alleen in de Everglades broedt. Hij brengt zijn jongen groot aan het begin van het droge seizoen, als de dalende waterstanden een overvloedige voorraad vis blootleggen. Als het evenwicht wordt verstoord, verlaat hij zijn nest en trekt hij weg.
Flexibele zoogdieren
Er leven betrekkelijk weinig zoogdieren in de Everglades, maar de dieren die er leven, hebben zich goed aan de omstandigheden aangepast. De wasbeer, die zich bijna overal thuis voelt, is een van de talrijkste soorten, samen met buidelratten en moeraskonijnen. Een andere grote kolonisator is de Amerikaanse rivierotter, die op een overvloedig dieet van vis, ongewervelde dieren en amfibieën leeft. Maar niet alle zoogdieren gedijen hier zo goed als vroeger. Zo zijn er nog maar 30 poema’s. Deze ernstig bedreigde diersoort leeft vooral in de dennenbossen in het zuiden.
Veranderende tijden
Tegenwoordig is het zonnige Florida een van de populairste gebieden ter wereld. Migratie heeft de eens ongerepte wildernis drastisch aangetast. Ook landbouw heeft een groot deel van het moeras opgeëist. Het toerisme wordt streng in de hand gehouden en motorvaartuigen, watersport, vissen en andere storende activiteiten zijn verboden.
Een waterprobleem
De Everglades wordt al lang beroofd van zijn kostbare water, dat uit het moeras is weggeleid om aan de behoeften van de groeiende bevolking tegemoet te komen. Via een reeks kanalen stroomt het water nu rechtstreek van het okeechobeemeer naar steden als Miami aan de oostkust. Lozingen van suikerrietplantages vervuilen een groot deel van deze watervoorraad, waar dieren ziek van worden of aan sterven. In 2000 beloofde de Amerikaanse regering het probleem te verhelpen, een karwei dat minstens 20 jaar zal kosten. Het is te hopen dat de inheemse soorten zo lang kunnen wachten.