Fossielen van apen, mensapen en hominiden
Bij pogingen om fossielen van apen, mensapen en hominiden te scheiden zal vooral gelet worden op het verschil in kaken en tanden. Dit omdat kaken en tanden het beste fossiliseren en vaak het enige bewijsmateriaal zijn. Immers tanden zijn veruit de hardste en duurzaamste delen van het lichaam. Al zijn ze gevlekt en versleten nadat ze letterlijk miljoenen jaren in de grond hebben gelegen, zij zijn nog steeds als tanden herkenbaar.
Taung-schedel
In de volgorde van beste fossielen komt na tanden en kaken het been. Been is wat teerder. Soms blijft het goed bewaard en doorstaat het de pogingen van de geleerden om de steen waarin het ligt ingebed weg te bikken. De eerste Taung-schedel die door Raymond Dart werd gevonden was zo duurzaam dat hij er maandenlang zeer zorgvuldig aan kon werken, voordat hij het uit de lagen waarin het was ingebed vrij gemaakt had. Het duurde vier jaar voordat hij erin geslaagd was om de kaken van elkaar te krijgen waarna hij de kauwvlakken van de tanden kon onderzoeken.
Opmerking
Andere fossiele beenderen zijn niet zo duurzaam. Zij vallen in stof uiteen wanneer het omhullende materiaal verwijderd wordt. Soms is het noodzakelijk er een vloeibaar plastic bindmiddel in te spuiten om ze bijeen te houden voor ze uit de grond kunnen worden losgemaakt.
Onderscheid in kiezen
Of de fossielen nu steenachtig of poederachtig zijn, ze zien er anders uit dan steen. Deskundigen zien meteen of ze met een fossiel dan wel met steen te doen hebben en ze kunnen fossielen vaak heel goed uit elkaar houden. Zo kan elke expert de kies van een aap onderscheiden van de kies van een mensaap of mens. De kauwvlakken van de echte kiezen tellen bij een aap gewoonlijk vier kroonknobbels, die twee aan twee gerangschikt zijn. Een mensaap of fossiele mens heeft gewoonlijk vijf knobbels op enkele van zijn echte kiezen. Belangrijke aanwijzing is dat die knobbels niet twee aan twee gerangschikt liggen, maar in een kenmerkend Y-vormig patroon.
Het y-vormige patroon
Dit y-vormige patroon is een primitieve toestand en wordt aangetroffen bij de gemeenschappelijke voorvader van mensaap en mens. Daarom moet een 15 miljoen jaar oud kaakfragment met nog een paar kiezen met vier knobbels er op wel een kaak van een aap zijn en niet de kaak van een mensaap of hominide, die allebei het meer primitieve Y-vormige 5 knobbelpatroon hebben behouden.
De afscheidingen
De mens en al zijn aapachtige verwanten stammen af van een gemeenschappelijke voorvader: een klein ratachtig zoogdier.
Als eersten scheidden zich de lemuren en andere halfapen af, daarna de apen zelf. Een aantal apen evolueerde in de Nieuwe Wereld, een aantal in de Oude. Uit die laatste groep kwamen de mensachtigen voort. De eerste die zich daarvan afscheidde was de gibbon, de orang oetan volgde daarna. Een derde mensaapachtige tak bracht de gorilla, de chimpansee en de mens voort.
Bruikbaar stukje bewijsmateriaal
Het kaakfragment met de vierknobbel-kiezen is een bruikbaar stukje bewijsmateriaal om een schets van de stamboom van de primaten mee te beginnen. Toch is het negatief bewijsmateriaal. Het vertelt immers niet waar de aap-mens vertakking moet worden ingetekend. Het zegt alleen maar dat die vertakking meer dan 15 miljoen jaar geleden plaatsvond. Maar hoeveel meer dan 15 miljoen jaar? Helaas zal 1 fossiel niet meer kunnen vertellen. Om de juiste plaats van die vertakking te kunnen bepalen, zullen oudere aapachtige kiezen met vier knobbels gevonden moeten worden en dan weer oudere en het is heel goed mogelijk dat de potloodstreep verscheidene malen uitgewist moet worden, voordat hij op de goede plaats staat en de afscheiding tussen aap en mens definitief maakt.
Evolutie-kenmerken
Bij het steeds verder teruggaan in de tijd wordt het onderscheiden naar aap, mensaap en mens steeds moeilijker. Waarschijnlijk worden dan andere dingen ontdekt over de grootte, de vorm of het aantal kiezen die hierbij zouden kunnen helpen. Het knobbelpatroon is niet het enige kenmerk van het gebit dat bij de primaten is geevolueerd. Ook andere beenderen kunnen het determineerwerk eenvoudiger maken. Zo is de schouder van een aap is bijvoorbeeld heel verschillend van die van een mensaap. De mensaap kan zijn arm vrijer zwaaien dan een aap.
Verwarrende vermenging van kenmerken
Er is nooit een dag geweest waarop een apenmoeder een mensapenkind kreeg. In een hele lange periode bestonden hele populaties voorouders met verwarrende vermengingen van zowel aapachtige als mensaapachtige kenmerken. Tijdens die periode begonnen zij plaatselijk te verschillen. Verschillen die werden veroorzaakt door kleine verschillen in hun omgeving of in hun eetgewoonten.
Opmerking
Wanneer er stambomen worden opgesteld is het nooit mogelijk om de vertakkingen nauwkeurig te bepalen. Zelfs als er een volledige reeks fossielen beschikbaar is, waarbij een paar miljoen stuks verscheidene miljoenen jaren van evolutie vertegenwoordigen, dan nog is nooit de eerste die mensaap of aap genoemd zou kunnen worden aan te wijzen. Dit komt omdat een zogenaamde vertakking eigenlijk een lange periode beslaat en de plaatsbepaling altijd maar bij benadering zal kunnen zijn.
© 2010 - 2024 Emfkruyssen, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Schedel van Mens en DierBij het woord schedel denken de meeste mensen direct aan lugubere verhalen met moorden, lijken en doodslag. De schedel i…
Hoogste berg van AfrikaDe Kilimanjaro is de hoogste berg van Afika en een van de grootste dode vulkanen ter wereld. Majestueus verrijst hij uit…