Het regenwoud: ontbossing bedreigt regenwouden
Regenwouden zijn eigenlijk niet te beschrijven. Ze hebben een dichte begroeiing met enorme bomen, waarvan de bladeren het dak vormen. Het licht komt er daardoor nauwelijks doorheen. Ook op de grond is de begroeiing van een regenwoud immens. De bevolkingen van de regenwouden weten al eeuwen hoe ze moeten omgaan met hun natuurlijke leefomgeving, maar westerlingen hebben daar de afgelopen 5 eeuwen een behoorlijk stokje voor gestoken.
Ontbossing, ziekten en andere welvaartsverschijnselen
In hun hang naar meer bezit zochten zij er goud, hout, rubber en land. De regenwouden raken daardoor ontbost, de bevolking krijgt te maken met ziekten en andere welvaartsverschijnselen die ze daarvoor nooit kenden.
De 3 grootste gebieden met tropische regenwouden
Op de wereld zijn drie grote gebieden te vinden met tropische regenwouden:
- Zuid- en Midden-Amerika
- West- en Midden-Afrika
- Zuidoost Azië (met name op de eilanden tussen het vasteland van Azië en Australië, zoals Papoea Nieuw-Guinea)
De tropen
De tropen is dat deel van de aarde dat aan de noordkant van de evenaar wordt begrensd door de kreeftskeerkring en ten zuiden door de steenbokskeerkring. Het is daar het hele jaar door warm, omdat de zon er veel meer schijnt dan in de gebieden die naar het noorden of zuiden liggen. Winter of zomer ontbreken. Er is alleen een regenseizoen en een droge periode. Grote delen van de tropen zijn bedekt met bossen. Die gebieden waar het veel regent worden regenwouden genoemd. Zij hebben allemaal een rijke natuur. Hoewel de regenwouden van Afrika, Midden- en Zuid-Amerika en stukken van Azie maar 6 procent vormen van het hele oppervlakte van de aarde, leeft er toch de helft van alle dier- en plantsoorten.
Grootste regenwoud van de wereld
Het grootste regenwoud van de wereld, in de Amazone is 6 miljoen vierkante kilometer groot. Dit is meer dan de helft van Europa.
Bladerdak
Bomen en planten hebben altijd licht nodig. In een tropisch regenwoud lijkt het alsof de bomen er alles aan doen om dat zonlicht te krijgen en ze vormen een kruin met een dikke laag bladeren. Dit bladerdak bevindt zich gemiddeld 30 tot 40 meter boven de grond. De woudreuzen, de naam voor de extra lange bomen steken overal boven uit. Onder het hoogste bladerdak is vaak ook nog een andere laag met bomen te vinden. Dit wordt de ondergroei genoemd. Op die hoogte groeien veel palmbomen. De boomkruinen bieden overigens onderdak aan veel andere plantensoorten. Zij gebruiken de boomtakken als ondersteuning. Orchideeën bromelia’s en varens groeien dan ook hoog in de lucht in het regenwoud. Zij zorgen daar voor het blijven leven van veel insectensoorten. Ook bevinden zich veel vogels, boomkikkers, vliegende hagedissen, vleermuizen, eekhoorns en apen in de boomtoppen.
De bodem van een regenwoud
Door de hoge vochtigheid en de duisternis in een regenwoud, bevat de grond veel schimmels en bacteriën. Zij zorgen er gezamenlijk voor dat bladeren en andere plantenresten die op de grond terechtkomen snel gaan rotten. Op de grond in een regenwoud is verder weinig begroeiing te zien. Die kan pas tot leven komen namelijk als er licht is en dat gebeurt pas als er bomen omvallen. Pas dan kunnen zaden die mogelijk al heel lang op of in de aarde liggen tot ontkieming komen.
Primaire wouden
Bosgebieden die nog niet zijn ontgonnen worden maagdelijke of primaire wouden genoemd.
Secundaire wouden
In gebieden waar mensen zijn gaan kappen worden de regenwouden secundair genoemd. Door de ingrepen zijn er veel minder dier- en plantsoorten te vinden. Ook bevinden zich vaak sneller groeiende bomen in het gebied. Ook zijn er minder boomlagen en is de bosbodem meer overwoekerd dan in een primair of maagdelijk woud. Omdat er veel meer licht is, groeien er ook struiken, klimplanten en jonge bomen.
Biodiversiteit
Biodiversiteit is de verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied, met andere woorden het aantal verschillende soorten dieren en planten dat leeft. Tropische regenwouden hebben de grootste biodiversiteit van de wereld. De planten en dieren houden elkaar daarbij in evenwicht. Zij zijn van elkaar afhankelijk in het voortbestaan. De insecten en vogels zorgen voor de bestuiving van de bloemen die in de bomen groeien. De vruchten die er groeien zijn vervolgens weer nodig voor het voortbestaan van dier en mens.
Regenwater uit de regenwouden
Een kwart van de wereldbevolking is afhankelijk van de regenwouden. De planten en de bodem zuigen veel regenwater op tijdens de tropische stortregens en zorgen er op die manier voor dat het water niet wegstroomt in rivieren en de zee. Als regenwouden worden gekapt is de kans groot dat er in de omgeving een tekort aan water ontstaat. Tevens kunnen zware tropische stormen alles vernietigende overstromingen tot gevolg hebben als er geen wouden zijn om het water op te nemen.
De bewoners van de regenwouden
Tropische regenwouden worden al duizenden jaren bevolkt door zo’n
140 miljoen mensen. Veel van deze stammen leven al eeuwen in perfecte harmonie met de natuur en leefden van wat deze hen schonk. Ook hebben zij vaak veel kennis van wat de natuur hen kan schenken. De bewoners leven van alles wat zich om hen heen bevindt en ze jagen en verzamelen eten in hun directe omgeving. Ook worden geneeskrachtige geneesmiddelen uit de natuur gehaald. Bovendien kennen zij veel gebruiken die ervoor zorgen dat het land niet wordt uitgeput. Dit wordt door de komst van de westerlingen overigens wel steeds meer naar de achtergrond gedrukt.
Het amazonewoud
In de
regenwouden van Brazilië wonen zo’n
140 stammen. De
Kayapo, een van hen leeft bij de Xingu rivier in het Amazonebekken. Zij eten vruchten van ruim 250 planten en verzamelen veel van de anderen voor noten, knollen en bladeren. Bovendien werken ze als boer en verbouwen ze maïs en cassave op stukken woudland. Verder zijn het jagers en vissers. Voor het doden van hun prooi gebruiken ze blaaspijpen met giftige pijlen. Vissen worden gespietst of met pijlen geschoten. Het voortbestaan van deze groep wordt bedreigd door goudzoekers.
De
Yanomami is een indianenstam in de Amazone die eigenlijk de buitenwereld lang heeft kunnen buitensluiten. Ook deze stam combineert jagen en verzamelen met landbouw. Zij doen aan een soort van wisselteelt. In hun tuinen maken ze gebruik van veel wisselende methoden, maar op een gegeven moment verlaten ze de tuin en gaan ze naar een ander stuk. Het regenwoud neemt dan de tuinen weer over.
Het Afrikaanse regenwoud
In Zaïre en Oeganda wonen ondermeer de
Mbuti pygmeeën. Ze jagen op wilde dieren en doen dat met pijl en boog. Ze eten echter ook keverlarven, rupsen, honing en veel planten uit het regenwoud.
Regenwouden in Zuidoost-Azie
Veel stammen in Zuidoost-Azie wonen in
longhouses. Onder hen bevinden zich de
Kenyah Dayaks en de
Penan nomaden. De grote gebouwen huisvesten soms wel 100 gezinnen. In het verleden gingen rivaliserende stammen elkaar regelmatig te lijf en vond zelfs het
koppensnellen plaats. Langhuisgezinnen zorgen voor voedsel op een eigen veld en jagen en verzamelen daarnaast eten en wild in het woud waarin zij wonen. Tevens maakt rijstbouw een belangrijk deel van hun leven uit. Rijst is zo belangrijk voor de bewoners van de regenwouden in zuidoost-Azie dat ze er hele rituelen omheen bouwen. Bovendien moet het gewas met eerbied behandeld worden. Gebeurt dit niet, dan moeten er rituelen uitgevoerd worden om te zorgen voor voorspoed en geluk.
Regenwouden worden bedreigd
De regenwouden worden overal bedreigd omdat vooral westerse landen ze gebruiken voor de houtkap, om plantages aan te leggen (rubber en oliepalm) en om allerlei mineralen zoals ijzer, goud, zilver en olie te winnen.