Korstzwammen in alle kleuren
In de Nederlandse bossen worden omgewaaide bomen niet opgeruimd. Het is een prima plek voor allerlei dieren om te schuilen en om voedsel te zoeken. Ook is het een geschikte plek voor de paddenstoelen. Paddenstoelen op stelen maar vooral veel korstzwammen verschijnen op de schors van de dode stammen en takken. Mooie gekleurde of grillige vormen, waar je naar blijft kijken en zoeken. Ze geven naast de zwamgeur niet echt een herkenbare geur. Alleen bij één korstzwam is het de moeite waard om er overheen te wrijven: het is dan nét, of je in een ziekenhuis terecht bent gekomen.
De korstzwammen
Korstzwammen (familie Corticiaceae) zijn een grote groep Fungi van de stam Basidiomyceten (steeltjeszwammen) en familie Corticiceae. Korstzwammen worden gevonden op allerlei dood hout, dode bladeren maar soms ook op levend hout. De korstzwam lijkt als het ware vastgeplakt op het hout. Veel korstzwammen krullen om en vormen dan waaiers, dakjes of hoedjes. Korstzwammen worden ook wel schorszwammen genoemd. Met mooie kleuren als paars, geel, felblauw, roze, oranje of wit zijn ze veel te vinden tussen kreupelhout en op omgewaaide, langzaam vergane bomen. De korstlaag kan er verschillend uitzien. Van pukkelig, grillig, slijmerig, poederig, stekelig, getand, rimpelig tot glad. Dit alles om het oppervlak groter te maken zodat er meer sporen gevormd kunnen worden. De meeste korstzwammen zijn het gehele jaar te vinden. Hieronder enkele korstzwammen uitgelicht welke te vinden zijn in de Nederlandse bossen:
Gele korstzwam
De gele korstzwam (Stereum hirsutum) is een soort die het hele jaar te vinden is. Zoek bij loofhout wat vaak gestapeld ligt in de bossen. De leerachtige soms grote plakkaten, zijn oker-geel gekleurd. Zowel de plakkaatvorm en de hoedjes die het vormt, zijn gezoneerd. De schijnhoedjes zijn harig en steken er zo’n twee tot drie centimeter uit. De onderzijde is glad en feller geel tot oranje-geel gekleurd. Uit het mycelium van de gele korstzwam wordt de Tremella aurentia gekweekt. Beter bekend als het gouden oor. Het gouden oor is een trilzwamachtige substantie wat lijkt wel op de gele trilzwam. Deze zwam wordt in Azië gekweekt en verwerkt in deegwaren en tonics voor de lichamelijke verzorging.
Paarse korstzwam
De paarse korstzwam (Chondrostereum purpureum), ook wel purperkorstzwam of loodglansschimmel genoemd, kan prachtig paars zijn maar ook paars-roze tot beige-achtig. Een kenmerk is de witte rand aan de gezoneerde licht golvende buitenrand van zowel het plakkaat en hoedje. Soms heel erg duidelijk aanwezig soms een stuk minder. De hoedjes zijn harig en donzig en als een afstaand afdakje of als een soort plooirokje te vinden. De onderzijde van het hoedje is glad en bruin-paarsig. De paarse korstzwam kan gevonden worden op dood hout van loofbomen maar ook op levend hout van vruchtbomen van de rozenfamilie (Rosaceae). Met name de steenvruchtbomen als appel, peer, kers, pruim, abrikoos en perzik. De paarse korstzwam kan bij een beschadiging of snoei van de boom, de loodglansziekte veroorzaken. De bladeren van de geïnfecteerde boom krijgen dan een melkachtige, grijsgroene glans. Het blad voelt hard en stijf aan en zal afsterven. De takken blijken bij snoeien, bruin tot paars verkleurd te zijn.
Paarse eikenschorszwam
De paarse eikenschorszwam (Peniophora quercina) heeft een lange dikke korst van enkele centimeters tot enkele decimeters dik, met afstaande randen. De bovenkant van de korst is mat en met een zacht lilakleur tot roze-bruin bij droog weer. Wanneer het vochtig weer is kleurt het naar meer paarsachtig. Door het ruwe oppervlakte heen kijkend, lijkt het of er rozetvormige cirkels waarneembaar zijn. Bij het ouder worden van de korst barst die en krullen de randjes van de korst een beetje naar binnen. Dan is te zien dat de onderzijde zwart is. Prachtige kunstwerken verschijnen op bomen en takken voor wie er oog voor heeft. De paarse eikenschorszwam komt voor op eikentakken. Meestal zijn het dode takken maar soms ook nog levend. Zodra de windkracht dan heftiger wordt, vallen de dode of zieke takken op de grond en is de paarse eikenschorszwam goed te zien. Wat bijzonder is, is dat een paarse eikenschorszwam ook is waargenomen op de beuk.
Spekzwoerdzwam
De spekzwoerdzwam (Merulius tremellosus) lijkt écht op spek! Eerst is het even voorzichtig de half vergane boom benaderen. Het lijkt of er een dier ziek is geweest en de maag heeft leeggegooid. Het is de spekzwoerdzwam! Een zeer algemene paddenstoel in Nederland maar het blijft een beleving om te zien. De spekzwoerdzwam heeft een drilpudding-achtige korst. Met een doorschijnende witachtige, blauwe spekkleur en een rozig-grijze vleeskleur. De korst is harig en soms heel ruig met pukkels, stekels, ribbels en bobbels. De spekzwoerdzwam krijgt buigzame viltige en halfronde schijnhoedjes met een witte rand. De onderzijde van de schijnhoedjes is oranje geribbeld. Bij oudere exemplaren verkleurt het oranje naar vleesbruin. De spekzwoerdzwam is vinden op sterk verrotte loofboomstronken (af en toe ook op naaldboomstronken) in de herfst.
De onderkant
Grijze buisjeszwam
Het vruchtlichaam van de grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta) is meestal te vinden als veel mooie dakpansgewijs gestapelde hoedjes. En maar af en toe alleen een korst met een paar hoedjes erbij. De korst heeft een gezoneerde oker en grijze kleur met een witte rand, die later zwart kleurt. De grijze kleur die de onderkant van de hoedjes ook hebben. De grijze kleur die de buisjes hebben. De kleur grijs en de buisjes, waar de korstzwam de naam aan te danken heeft en daardoor redelijk gemakkelijk te determineren is. De bovenkant van de hoedjes, die wel tot zes centimeter groot kunnen zijn, hebben een okerkleur met een witte rand die bij ouder worden zwart kleurt. De grijze buisjeszwam komt voor op dode stammen.
Ziekenhuisboomkorst
De korstvormige ziekenhuisboomkorstzwam (Cerocorticium confluens) gaat bij het aanraken naar een ziekenhuis ruiken. Naar de ontsmettingsmiddelen van een ziekenhuis. De korst ziet er een beetje wasachtig uit met vaak een gerimpelde rand. De kleur varieert van doorschijnend wit, met een mengeling van zacht-blauw, zacht-roze en lichtbeige. Het oppervlak kan van glad naar wrattig en knobbelig variëren. De ziekenhuisboomkorst is te vinden op dood loofhout.