Afval en milieuvriendelijke biomassacentrale
In een biomassacentrale wordt biomassa door verbranding omgezet in energie. Die energie wordt daarna gedistribueerd in de vorm van warmte of stroom. Wat na de verbranding overblijft wordt gerecycled of als deelproduct verhandeld. In Nederland wordt het merendeel van groene stroom opgewekt door verbranding van biomassa.
Wat is biomassa?
Biomassa bestaat uit biologisch afvalmateriaal zoals GFT (groente, fruit en tuinafval), dierlijk materiaal (mest) en menselijk materiaal (rioolslijk).
Gebruik van biomassa
Sommige soorten biomassa moeten eerst bewerkt worden. Dat is bijvoorbeeld het geval met materiaal dat te vochtig is om te verbranden en eerst gedroogd moet worden of houtmateriaal dat eerst versnipperd moet worden. Massa die te vochtig is om te drogen wordt meestal via vergisting omgezet tot biogas. Hiertoe behoren natte bladeren, gras, mest en rioolslib. Droog materiaal dat eerst bewerkt moet worden is papier en hout dat na het verwerken tot snippers ook gemakkelijker vervoerd kan worden.
Verwerking in biomassacentrale
De biomassa wordt in een ketel verbrand bij een temperatuur van 800 tot 1500 graden waarvoor de benodigde zuurstof wordt aangezogen. De vrijkomende hete rookgassen zorgen ervoor dat het water wordt omgezet in stoom. Die stoom drijft een stoomturbine aan die de elektriciteit verzorgt. Daarna condenseert de stoom en wordt in watervorm teruggevoerd naar de verbrandingsketel.
Bijstook met biomassa
Energiecentrales die op andere brandstoffen werken dan biomassa kunnen zodanig worden aangepast dat ze ook geschikt zijn voor biomassa. Zeker is dat het geval bij steenkoolcentrales. Dergelijke centrales werken daarna echter niet geheel op biomassa maar combineren de brandstof waarbij de biomassa een beperkt deel van de totale verbrandingsmassa is. Op die wijze is er sprake van zogenaamde bijstook.
Uitstoot van biomassacentrales bij verbranding
Bij de verbranding van biomassa komen naast CO2 en water ook enkele min of meer schadelijke stoffen vrij die daarom gefilterd moeten worden.
Stikstofoxiden
Door het hoge stikstofgehalte van biomassa komt stikstofoxide vrij dat bijdraagt aan de vorming van salpeterzuur.
Zwaveloxiden
Zwaveloxiden dragen bij aan de hoeveelheid zwavelzuur dat een belangrijk onderdeel is van de zogenaamde zure regen.
Fijnstof
Fijnstof kan geabsorbeerd worden in regendruppels en daardoor leiden tot grondvervuiling. Tevens is het een belangrijk deel van smog en daardoor schadelijk voor de luchtwegen.
Dioxinen, ammonia, koolstofmonoxide
Deze stoffen kunnen vrij komen bij een onvolledige verbranding. Van belang is daarom dat het zuurstofniveau tijdens de verbranding hoog genoeg blijft.
De verplichting om al deze stoffen te filteren is bij wet geregeld. Voor de filtering zijn filtertechnieken nodig zoals een speciale deNOx-installatie en doekenfilters en elektrostatische filters die stofdeeltjes afvangen.
Gemeentebeleid met betrekking tot biomassa
Samen bouwen
Gemeenten werken vaak samen om meer geld te halen uit het huisvuil wat daarbij ook nog eens goed is voor het milieu. Zij zoeken naar mogelijkheden om de afval van groenten, fruit en tuin van de bewoners en ook het afval uit de plantsoenen centraal te laten verwerken. Een mooie oplossing is dan het gezamenlijk bouwen van een biomassacentrale.
Zoeken bouwlocatie
Bij het zoeken naar een juiste locatie voor een biomassacentrale speelt een centrale ligging een rol om vervoerskosten van de biomassa zo laag mogelijk te houden. Tevens wordt daardoor de uitstoot van diesel, van de vrachtwagens die de massa vervoeren, laag gehouden. Bij de bouw in de buurt van woonwijken kan de vrijkomende warmte van de centrales direct worden afgenomen.
Bezwaar omwonenden
Maar lang niet alle omwonenden van zo’n biomassacentrale zijn even gelukkig met de bouw ervan. Zij zijn bang voor geluidsoverlast van een 24 uur per dag werkende centrale. Daarnaast zou het vrachtverkeer, voor het vervoer van de biomassa, voor overlast in de buurt kunnen zorgen.
Lees verder