Tragedy of the commons: theorie en praktijk
De “tragedy of the commons” is een begrip uit de rechtseconomie en de speltheorie dat tegenwoordig vaak wordt gebruikt in het kader van duurzaamheid. De term werd voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse bioloog Garret Hardin, die in 1968 een artikel schreef over de potentiële gevaren van overbevolking. Het artikel, dat de naam "The tragedy of the Commons" droeg, werd wereldberoemd en vormt nog steeds een uitgangspunt bij het oplossen van milieuvraagstukken.
Het principe
Als voorbeeld voor het begrip wordt vaak een gemeenschappelijke weide gebruikt, waar verschillende koeien van verschillende boeren op grazen. Iedere boer wil zoveel mogelijk economisch voordeel van zijn melkvee. Om de opbrengst te verhogen, zou een boer kunnen besluiten om een extra koe op het weiland te laten grazen. Dit heeft directe positieve gevolgen voor de boer: er is immers een extra koe, dus er is ook meer melkproductie. Er kleven echter ook nadelen aan het plaatsen van een extra koe in de weide: het gebied moet gedeeld worden met andere koeien, waardoor er per koe minder gras beschikbaar is en de melkproductie uiteindelijk ook zal dalen.
Wegen de voordelen op tegen de nadelen? In eerste instantie wel: de boer profiteert direct van de extra opbrengsten, terwijl de negatieve gevolgen worden verspreid over alle boeren. Echter zullen alle boeren op deze manier redeneren en extra koeien op het weiland plaatsen. Dit is natuurlijk niet zonder gevolgen: wanneer iedere boer besluit om koeien toe te voegen, resulteert dit uiteindelijk in een zodanig groot aantal koeien op het weiland dat er voor geen enkele boer meer voordelen zijn.
Tragedy of the commons in de praktijk
Bovenstaand voorbeeld wordt vooral binnen de milieuwetenschappen gebruikt als analogie. Ook Hardin gebruikte het voorbeeld van een gemeenschappelijke weide als vergelijking van overpopulatie. In
The tragedy of the Commons stelde hij dat de aarde slechts een beperkte capaciteit heeft: wanneer er teveel mensen gebruik maken van de grondstoffen van de planeet, is het onvermijdelijk dat er op den duur een tekort is, waar de hele wereldbevolking onder lijdt. Dit concept, waarbij de bevolkingsgroei de groei van productie overstijgt, wordt binnen de sociale geografie ook wel aangeduid als Malthuisiaanse catastrofe.
Niet alleen overbevolking is een praktijkvoorbeeld van de tragedy of the commons: ook de manier waarop de mens specifiek met grondstoffen en natuurgebieden omgaat kunnen binnen dit principe vallen. Zo is overbevissing ook een veelgebruikt voorbeeld: wanneer men spaarzaam gebruik maakt van de vis in de wereldzeeën, zal er voldoende capaciteit zijn voor alle deelnemers om hier economische voordelen van te ervaren. Wanneer men zich alleen op eigen gewin richt, raakt de zee binnen de kortste tijd uitgeput en ervaart uiteindelijk iedereen de negatieve consequenties van overbevissing. De simulatie “Fish Banks”, gecreëerd door Meadows en Sterman, geeft een duidelijk voorbeeld van hoe dit proces verloopt. Ook ontbossing, uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling zijn voorbeelden van het gebruik van gemeenschappelijke goederen, waar bij een overschrijding van de capaciteit alle gebruikers negatieve effecten ondervinden.
Onderliggende dimensies
Goederen zijn in feite onder te verdelen onder twee dimensies, met ieder twee categorieën. De eerste categorie heeft betrekking op exclusieve versus niet-exclusieve goederen. Met exclusieve goederen worden producten of diensten bedoeld die slechts door één persoon gebruik gemaakt kan worden; niet-exclusieve goederen zijn onuitputtelijk en kunnen gebruikt worden door iedereen.
De tweede dimensie heeft betrekking op de mogelijkheid om mensen uit te sluiten van het gebruik van de goederen. Zo dient voor sommige diensten bijvoorbeeld betaald te worden, zodat niet iedereen toegang heeft tot dit product. Andere producten zijn collectief: iedereen kan hier dus gebruik van maken.
Exclusieve goederen die niet collectief zijn, zijn bijvoorbeeld voedsel en kleding. Deze producten kosten meestal geld en zijn maar door één persoon te gebruiken. Exclusieve goederen die wel collectief zijn, zijn bijvoorbeeld internetaansluiting en vakantieparken. Hier kan in theorie iedereen gebruik van maken: echter kosten deze diensten wel geld, waardoor er een bepaalde drempel ontstaat. Daarnaast zijn er nog goederen die wel collectief, maar ook exclusief zijn. Een voorbeeld hiervan zijn waterreserves en de eerder genoemde vispopulatie in de wereldzee. Immers, een vis kan maar één keer gevangen worden. Uiteindelijk zijn er dan nog de goederen die niet exclusief zijn en ook niemand uitsluiten: voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld gratis musea.
Bij het concept van de tragedy of the commons spelen vooral de goederen die collectief maar wel exclusief zijn een belangrijke rol. Deze goederen zijn in principe eigendom van iedereen; de bron is echter niet onuitputtelijk. Een te grote belasting van dit type goed kan dan ook resulteren in uitputting, zodat iedereen negatieve effecten ondervindt.
Oorzaken van de tragedy of the commons
Bij het voorbeeld van de gemeenschappelijke weide is meteen duidelijk dat er geen sprake is van regels: iedereen mag extra koeien op de weide zetten, zonder dat hier een limiet aan verbonden is. In de praktijk blijkt het ontbreken van regels en/of een (lokaal) bestuursorgaan dan ook het grootste onderliggende probleem bij het gebruik van gemeenschappelijke goederen.
Een andere oorzaak is het ontbreken van overleg. Wanneer de boeren allemaal met elkaar hadden afgesproken hoeveel koeien er op de weide mochten grazen, was er uiteindelijk nooit de wedloop ontstaan waarbij boeren meer en meer koeien op het weiland zetten, om alsnog te proberen om een maximaal economisch voordeel te behalen. Het gebrek aan kennis kan ook een rol spelen bij de uitputting van gemeenschappelijke bronnen. Mensen weten in dit geval gewoonweg niet dat hun handelen op lange termijn negatieve consequenties voor de gehele wereldbevolking kan hebben. Een laatste oorzaak is dat men niet altijd de bereidheid heeft om zich aan te passen en alsnog persoonlijk gewin voorop zet. Vaak komt dit in combinatie met een gebrek aan kennis: uiteindelijk zal degene die koste wat kost en maximale winst wil behalen, ook te maken krijgen met de gevolgen van uitputting.
Mogelijke oplossingen voor het probleem
Door op een duurzame manier met de aarde en haar grondstoffen om te gaan, kunnen we ervoor zorgen dat iedereen nog langere tijd gebruik kan maken van deze bronnen, ook toekomstige generaties. Allereerst kan het instellen van regels een belangrijke oorzaak van uitputting wegnemen. Wanneer er bepaalde quota gehanteerd worden, kan erop toegezien worden dat het gebruik van een bron niet de capaciteit overschrijdt. Het bepalen en opstellen van regels gebeurt in de meeste gevallen door een overheid of bestuur, die wetten doorvoert. Het kan ook raadzaam zijn om de vraag naar bepaalde grondstoffen te verminderden, zodat er minder noodzaak is om dit product te verbruiken. Dit kan gerealiseerd worden door middel van wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. Fossiele brandstoffen zijn hier een goed voorbeeld van: wetenschap en techniek hebben het mogelijk gemaakt om op een duurzame manier energie op te wekken (bijvoorbeeld zonne- en windenergie) waardoor er minder gebruik gemaakt hoeft te worden van een uitputbare energiebron. Uiteindelijk speelt ook communicatie ene belangrijke rol bij het oplossen van het probleem. Wanneer men onderling afspraken maakt over het gebruik van een bepaald goed en zich aan deze afspraken houdt, is de kans op uitputting uiteindelijk kleiner.