Natuurlijke energiebronnen
Energie is bijna overal voor nodig. Van je spelcomputer t/m de verwarming. Energie halen wij uit de aarde/natuur. Er zijn verschillende natuurlijke hulpbronnen: aardolie, aardgas en steenkool. Deze bronnen zijn echter niet goed voor ons milieu. Deze hulpbronnen zijn tevens niet onbeperkt: ze raken op. Er zijn ook nog bronnen die wel goed zijn voor het milieu: windkracht door windmolens, zonne-energie door zonnepanelen en waterkracht door stuwmeren. Deze bronnen zijn onbeperkt en zullen nooit op raken, waardoor ze erg geschikt zijn als alternatief voor de beperkte hulpbronnen.
De natuurlijke hulpbronnen zijn de energiebronnen waarover onze planeet beschikt. Deze bronnen bevinden zich onder of aan de oppervlakte van de aardbol.
Onderaardse hulpbronnen
De onderaardse hulpbronnen zijn aardolie, steenkool, aardgas en uranium. De eerste drie noemen we fossiele brandstoffen omdat ze miljoenen jaren geleden zijn gevormd door de afbraak van organisch materiaal (resten van planten en dieren). Je zou dit kunnen zien als een soort enorme ondergrondse composthoop. Het nadeel van fossiele brandstoffen is dat ze langzaam verdwijnen doordat we ze gebruiken en dat ze bijdragen aan het broeikaseffect in onze atmosfeer.
Uranium
Uranium is een metaal dat uit mineralen wordt gehaald en gebruikt wordt in kerncentrales. Dit is dus ook een bron die op een gegeven moment uitgeput zal zijn. Bij het gebruik van uranium komen geen broeikassen vrij, maar er ontstaat wel radioactief afval. Kerncentrales maken hun elektriciteit door het splitsen van uranium. De belangrijkste uraniummijnen bevinden zich in de Verenigde Staten, Rusland, Zuid-Afrika, Australië en Canada.
Aardolie
Aardolie is een vloeibaar mineraal dat op een diepte tussen 1.500 en 3.000 meter wordt opgeboord. Daarna wordt de olie naar de raffinaderij gebracht waar het in verschillende stoffen wordt gespitst. Aardolie wordt gebruikt als energiebron, maar ook voor het maken van lijm en plastic en voor vele andere toepassingen.
[Aardgas
Aardgas is minder vervuilend dan aardolie, dat uit dezelfde aardlagen gewonnen wordt. Door boringen wordt het gas uit de aarde gehaald, waarna het behandeld en vervolgens vaak over duizenden kilometers via een pijp tot aan de fabrieken getransporteerd wordt.
Steenkool
Steenkool is ontstaan doordat dode planten vergingen en samengeperst werden. Het is dus net zoals aardolie een fossiele brandstof. Om er energie (warmte en elektriciteit) uit te halen, moet de steenkool verbrand worden, vandaar het woord 'brandstof'. Steenkool wordt ook gedolven om plastic, kunstmest en kleurstoffen van te maken.
Hulpbronnen aan de aardoppervlakte
De natuurlijke energiebronnen aan de aardoppervlakte zijn wind, zon en water. Deze energie noemen we hernieuwbare energie omdat ze niet op raakt wanneer we ze gebruiken. Bovendien ontstaat er geen broeikaseffect bij het gebruik ervan.
Windenergie
De wind laat de wieken van windmolens of windturbines draaien en zo wordt elektriciteit opgewekt. Windenergie is de energiebron die zich het snelst ontwikkelt. De windturbines vallen echter wel op in het landschap en zijn afhankelijk van sterke wind.
Zonne-energie
Zonnepanelen zetten de energie van de zon om in elektriciteit. Er zijn ook systemen waarbij buizen gevuld met water in de zon worden geplaatst. De buizen warmen op en transporteren de warmte. Deze energievorm kan alleen gebruikt worden als de zon schijnt.
Waterkracht
Hydraulische energie komt van de waterkracht bij stuwmeren. Deze energie kan het hele jaar door gebruikt worden en is heel erg geschikt voor afgelegen gebieden, waar men niet is aangesloten op grote elektriciteitscentrales. Wel wordt het landschap verstoord door een stuwdam.