140 liter water nodig voor één kopje koffie!
Water is de eerste levensbehoefte van mensen, dieren en gewassen. Ongeveer 70% van het aardoppervlak bestaat uit water. Slechts 2,5% daarvan is zoet water en daarvan is 0,25% bruikbaar voor de mens. Het overgrote deel zit opgesloten in ijskappen en gletsjers. In Nederland wordt er per persoon, ongeveer 2,3 miljoen liter water per jaar gebruikt. Hiervan is ongeveer 2% huishoudelijk gebruik. De resterende 98% is indirect waterverbruik. Dit indirecte waterverbruik zit voornamelijk in de productie van voedsel, kleding en industriële producten. Maar wat is het indirecte waterverbruik dan eigenlijk van bepaalde producten en hoe wordt dat berekend?
Hoofdstukken
Virtueel water
Het indirecte watergebruik dat nodig is voor de productie van voedsel, kleding en industriële producten wordt
virtueel water genoemd. Zo is voor bijv. één kop koffie 140 liter water nodig. Voor deze berekening wordt van elke stap in het productieproces berekend hoeveel water er wordt gebruikt. De hoeveelheid water dat nodig is voor de groei van de plant waaraan de koffieboon groeit, de koffieoogst, de eerste bewerking van de boon, het transport, de volgende bewerking, de verpakking, opslag, verkoop tot het zetten van het kopje koffie.(1) Natuurlijk is dit niet tot op de liter te berekenen omdat een heleboel af hangt van de klimatologische omstandigheden, niet iedere plant waar koffiebonen aan groeien heeft dezelfde hoeveelheid water nodig om te groeien. Ook zijn niet alle bewerkingen van de koffieboon in ieder productieproces van verschillende leveranciers hetzelfde.
Alle genoemde cijfers zijn dus een benadering. Ook wordt niet al het water verbruikt maar gebruikt en keert een groot deel weer terug in de waterkringloop.
Bron: Krappweis, Rgbstock Grootverbruikers van water
Nederland importeert veel producten en gebruikt op deze manier veel water in het buitenland. Van onze watervoetafdruk (totale waterverbruik, direct + indirect) ligt maar 11% in Nederland en de rest van ons verbruik in het buitenland. Welke sectoren zijn de grootverbruikers van water? De eerste plaats wordt ingenomen door de landbouwsector. De landbouw heeft veel 'dorstige gewassen' zoals katoen, suiker, koffie en graan. Ook bij de productie van bloemen, waar wij zelf bekend om staan, is veel water nodig.
Waterverbruik enkele landbouwproducten
Product | Watergebruik |
1 kilo rijst | 3.400 liter water |
katoenen T-shirt | 2.700 liter water |
1 kilo suiker | 1.500 liter water |
1 kilo sojabonen | 1.800 liter water |
1 kilo tarwe | 1.300 liter water |
1 kilo maïs | 900 liter water |
1 kilo bananen | 860 liter water |
1 zak chips 200 gram | 185 liter water |
1 kop koffie | 140 liter water |
1 glas wijn | 120 liter water |
1 glas bier | 75 liter water |
1 appel | 70 liter water |
1 sinaasappel | 50 liter water |
1 boterham | 40 liter water |
1 kop thee | 30 liter water |
Op de tweede plaats van grootverbruikers staat de veeteeltsector. Van het watergebruik in Nederland is 98% indirect watergebruik, 67% hiervan is voor de productie van agrarische goederen. Van deze 67% is 30,8% voor vlees en andere dierlijke producten. Dieren hebben veel voeding nodig dat soms ook nog speciaal voor hen wordt geteeld.
Waterverbruik enkele agrarische producten
Product | Watergebruik |
1 kilo rundvlees | 15.500 liter water |
1 kilo kaas | 5.000 liter water |
1 kilo varken | 4.800 liter water |
1 kilo geit | 4.000 liter water |
1 kilo kip | 3.900 liter water |
1 broodje hamburger | 2.400 liter water |
1 liter melk | 1.000 liter water |
1 ei | 200 liter water |
De watervoetafdruk van een land
Hoe wordt de watervoetafdruk van een land berekend? De watervoetafdruk is het totale volume water in kubieke meter per jaar, dat nodig is voor de productie van de goederen die in een land geconsumeerd worden(1). Dit wordt aan de hand van drie criteria berekend:
- het binnenlands waterverbruik voor het produceren van goederen en diensten die in het land geconsumeerd worden;
- het waterverbruik in andere landen voor het produceren van goederen die in het land geconsumeerd worden en voor de export;
- direct waterverbruik voor huishoudelijk verbruik: drinken, wassen, koken.
Er zijn wel verschillende factoren die invloed hebben op de watervoetafdruk van een land. Ten eerste: wat en hoeveel wordt er geconsumeerd. Ten tweede: de invloed van het klimaat, bij een warmer klimaat treedt er meer verdamping op van water en is er dus meer water nodig om gewassen te laten groeien. Ten derde: hoe wordt er met het water omgegaan, bijvoorbeeld bij irrigatie. Ook in productiebedrijven kan men vaak efficiënter met het watergebruik om worden gegaan door te recyclen.
1 liter bier = 155 of 45 liter water?
Bron: Macblack, Pixabay
Een goed voorbeeld van klimatologische omstandigheden en het productieproces is het brouwen van bier. In samenwerking met WWF heeft bierbrouwer SAS Miller twee watervoetafdrukken laten maken. SAS Miller heeft een brouwerij in Zuid-Afrika en een in Tsjechië. De watervoetafdruk van de Zuid-Afrikaanse brouwerij kwam op 155 liter voor de productie van 1 liter bier. De Tsjechische brouwerij heeft voor de productie van hetzelfde litertje bier een watervoetafdruk van maar 45 liter. Dit grote verschil zit voornamelijk in de graanteelt dat nodig is voor het brouwproces. In Zuid-Afrika ging 98% van de watervoetafdruk op aan de graanteelt. Vanwege het warmere klimaat heeft de teelt van graan meer water nodig. In Tsjechië was 90% van de 45 liter nodig voor de graanteelt.
Lees verder