Dennenprocessierups: grotere variant van de eikenrups
In Nederland is er in 2020 en de jaren daarvoor veel overlast geweest van de eikenprocessierups die met zijn brandharen kan zorgen voor jeuk, uitslag, rode ogen en soms zwellingen. De eikenprocessierups is slechts een kleine variant met relatief weinig brandharen. In het zuiden van Europa leeft de dennenprocessierups die nog groter is dan de eikenprocessierups. Deze rups heeft nog meer brandharen en kan dus voor nog meer overlast zorgen.
De rups
In de zomermaanden leggen de vlinders hun eieren in verschillende soorten dennenbomen. Als de eitjes uitkomen komen de rupsen tevoorschijn die enkele millimeters groot kunnen zijn, maar ook tot 4 cm lang kunnen worden. Net als de eikenprocessierups leven de dennenprocessierupsen in groepen. Hier komt de naam processierups ook vandaan, als de rupsen zich verplaatsen dan lopen ze in een lange lijn achter elkaar aan. De dennenprocessierupsen zijn oranje en geel van kleur met zwarte vlekken op de rug. Verder is de rups enorm harig. De brandharen komen los bij bedreiging, maar ook door de wind kunnen de haren verspreid worden.
De vlinder
Als de rupsen groot genoeg zijn dan graven ze zich in en ondergronds veranderen de rupsen in vlinders door zich te verpoppen. Het duurt een paar maanden voordat de vlinders uit de pop komen. De vlinders van de dennenprocessierups zijn nachtvlinders net als andere processievlinders. De vleugels van de vlinders zijn grijs, wit of bruin. De bovenste twee vleugels hebben een patroon van zwarte lijntjes.
De rups in Nederland
Anno 2020 is de rups nog niet gezien in Nederland. De rups kwam voorheen alleen voor in het zuiden van Europa, maar in 2018 is de rups ook gezien op de grens tussen Frankrijk en België. De rups en de vlinder zijn zich dus naar het noorden aan het verplaatsen. De rups kan zich makkelijk verplaatsen door de import en export van dennenbomen. De eitjes zijn nauwelijks zichtbaar en zo kan de rups zich ongezien verplaatsen. Anno 2020 wordt aangenomen dat de kans dat de rupsen zich in Nederland gaan vestigen klein is. Grote gebieden met veel dennenbomen hebben we in Nederland namelijk niet. Ook de natuurlijke vijanden van de rups zoals vogels, vleermuizen en wespen zijn in Nederland veel aanwezig. Deze vijanden eten ook de eikenprocessierups en sinds 1990 zijn er veel van die rupsen in Nederland geweest. Door de aanwezigheid van die eikenprocessierups is er de afgelopen jaren genoeg voedsel voor de vijanden geweest en hebben zij zich snel kunnen voortplanten.
Overlast van de dennenprocessierups
De brandharen van de dennenprocessierups geven dezelfde klachten als de eikenprocessierups. De brandharen kunnen door de wind op de huid, in luchtwegen en in ogen belanden en zo irritatie, jeuk, zwelling, rode ogen en uitslag veroorzaken. In sommige gevallen zorgen de brandharen ook voor koorts. De dennenprocessierups is wat groter en heeft meer haren dan de eikenprocessierups, maar de klachten zijn niet erger dan bij de eikenprocessierups. Bij dieren zijn de klachten hetzelfde als bij mensen. Alleen paarden zijn gevoeliger voor de haren en moeten echt uit de buurt van de rups blijven. Niet alleen mens en dier hebben last van de rups, een grote groep met rupsen kan complete dennenbomen kaal eten. Bomen waarin de rupsen zitten hebben weinig kans te overleven en zodra de boom kaal is verplaatsen de rupsen zich naar andere bomen in de buurt.